Dopmeijer (1909-2018)
Het is bijna romantisch te noemen dat vader Joseph Dopmeijer voor zijn vier kinderen vier filialen opent waar belegde broodje en dies meer verkocht worden.
Hablé, wafels (1898 – 1991)
Nog steeds te koop, Hablé ijsbiscuits. En wie Spaans beheerst zou kunnen denken dat dat kletskoek is. Maar nee: de oorspronkelijke eigenaar heet Hablé (ik praatte).
Smyrna Tapijtfabriek, N.V., ‘s-Gravenhaagsche (1900 – 1919)
Medeoprichter van Puffelen is zo te zeggen ‘kunstenaar’. Hij ontwerpt o.a. voor plateelfabriek Rozenburg. Geen wonder dat het bedrijf waarde hecht aan mooi vormgegeven tapijtontwerpen.
Circustheater Scheveningen (1904 – heden)
‘The show must go on’. Van het prachtige, passend bij de allure van het Kuhrhaus, is niets meer over. Maar het Circustheater is er nog.
Gend en Loos, van, transportbedrijf (1796 – 1999)
Geen station in Nederland dat indertijd geen loods(en) van van Gend & Loos heeft. Maar eerst gaat het transport van mensen en goederen met paard en wagen.
Sea-Side Mills (ca. 1890-1937)
Een fabriek aan de wal, maar met producten voor op zee. Onmisbaar in Scheveningen zijn de garens waar Sea-Side Mills ook zeilen en visnetten van produceert.
Gruyter, De (1918 – 1976)
Van het snoepje van de week, dat soms geen snoepje was, is niet veel meer over gebleven, maar van de prachtige panden en tegeltableaus gelukkig nog genoeg.
Lijdsman, P.A., interieurinrichting (1902 – 1965)
Een interieurinrichtingszaak heeft grote panden nodig om zijn waar aan de man te brengen, en díe heeft Lijdsman. Om de concurrent de baas te blijven is echter meer nodig.
Elzen, den, autoherstel (jaren 40 – heden)
In modern jargon: de broers Den Elzen zien na de oorlog een ‘opportunity’ om legerauto’s een ‘second life’ te geven en expanderen tot een succesvolle ‘auto body shop’.
Lubbe, P.J. van der, timmerbedrijf (1840-1923)
Hier komen we de juridische term ‘hoofdmassa’ tegen. Het is het hoofdgebouw, maar niet alle aan- of uitbouw valt daar automatisch ook onder…. Zoek het maar uit!