RMI, melkinrichting, Geestbrugkade , Rijswijk, 1936

Pieter Hus, Residentie Melkinrichting (RMI)

“Toen ik net begon, had de RMI ongeveer 83 bezorgers, met ieder een afgebakende wijk. De wagens vielen wel op in het straatbeeld door hun groen-gele kleuren! De bezorgers kwamen ‘s morgens vroeg tussen 5 en 6 uur laden via de “uitrij-stations” die in Den Haag o.a. in de Mandarijnstraat, Keizerstraat en Spaarnestraat waren gevestigd. Ze waren dan afhankelijk van de grootte van de wijk tussen 2 en 4 uur klaar.”
“Het was in die tijd heel gewoon dat de mensen een tas aan de deur hingen met hun bestelling; in sommige gevallen had de bezorger zelfs een sleutel en kon het huis in! Afgerekend werd een keer per week of zelfs per maand als men dat wilde”.

De Sierkan, melkinrichting, Lulofsstraat, jaren 30

De Sierkan melkfabriek Lulofsstraat een gesprek met dhr Huisman

“…een hele grote machine, die was tweedehands gekocht van een bierbrouwerij. Er zat een generator aan waar je dus stroom mee kon opwekken. Die stoommachine werd in de winter gebruikt tussen 17.00 en 19.00 uur want, dat was de tijd dat de straatverlichting aanging en ook de verlichting in de huizen. Dan kwam er een piek en het net was daar niet op berekend. Fabrieken hadden een extra belasting voor stroomverbruik tussen 17.00 en 19.00 uur en dat was bijna een verdubbeling. Die stoommachine was schitterend om te zien. Ik zie het nog voor me… Dan moesten die stokers en alles wat vrij was onmiddellijk komen tegen die tijd en dan stonden ze de twee lage drukketels, met elk twee vuurgangen, die werden dan helemaal vol gegooid met kolen en die ketels werden op getast tot het maximum wat ze konden hebben aan druk. Dan was het tegen vijven en dan werd de stoommachine aangezet, die kwam dan langzaam op gang en dan kreeg je ineens een hapering want dan werd er overgeschakeld van het net naar het net van de stoommachine. Dan mocht je in de fabriek maar heel weinig stroom gebruiken.”

De Sierkan, melkfabriek, Lulofstraat, jaren 30

Dhr Waasdorp, de Sierkan

” Af en toe hadden ze van die speciale dingen, bijvoorbeeld met de kerst dan hadden ze ineens een paar 1000 blikken met fruit, cocktailfruit en ananas. Die moest je verkopen en dan zeiden ze jij hebt zoveel klanten dus jij moet zoveel blikken wegzetten. Daar zat altijd wel een leuke verdienste op dus daar wilde je wel je best voor doen. Dan hadden ze weer Zwanenburg rookworsten en wat je natuurlijk ook al had was margarine. Dan kreeg je weer een wedstrijd wie de meeste Zeeuws meisje verkocht. Dan wie de meeste rookworsten verkocht. Daar kreeg je allemaal extra prijzen voor, maar ze hadden het wel zo voorsierd dat je op het laatst nergens geen tijd meer voor had.”