De geschiedenis van de nijverheid is niet te reconstrueren zonder gebruik te maken van de verhalen van de mensen, die op de werkvloer van de bedrijven hun dagelijkse arbeid hebben verricht. Zij hebben ervaren hoe het werkelijk in het bedrijf aan toe ging en hoe de productie tot stand kwam. De dagelijkse gang van zaken in een fabriek of winkel valt niet beter te destilleren dan door te spreken met de mensen die het werk verrichten. Dit menselijke aspect leidt tot een beter begrip van de ontwikkelingen die in de loop van de tijd hebben plaatsgevonden.
Samen met het papieren geheugen in de archieven kan met mondelinge geschiedenis het Haagse industriële verleden beter in beeld worden gebracht. Deze ‘echo’s van de werkvloer’ zullen ongetwijfeld tot een completer beeld van het Haagse industriële verleden leiden. In de loop van een aantal jaren werden door de SHIE diverse mensen geïnterviewd en hun Echo’s van de werkvloer vastgelegd. In deze rubriek kunt u verschillende samenvattingen van deze gesprekken lezen.
Register Echo’s van de werkvloer
Als u de voorkeur geeft aan een overzichtslijst, klik dan onderstaande link aan.
Luigi Zuliani, Zuliani Kunst en Terrazzo
Ik denk dat mijn opa zo rond 1925 aan de Viaductweg is begonnen. Langs de kade lagen twee boten. De eerste was de timmerwerkplaats. Daarachter hadden we nog een boot liggen, ook zo’n grote en daar lag zand en grind. Daar was een kelder voor houten binten opslag. Op de kade was de werkplaats en een kantoor en een garage voor een personenauto. Daarachter was het schuurgedeelte en het graniethok. Dat graniet kwam allemaal met de trein aan in zakken en dat werd dan daar losgegooid. Boven de werkplaats was het woonhuis. Er was een portiek met vier woningen, de hele familie woonde er, op dat portiek. Mijn vader woonde daar, mijn opa en nog twee broers van mijn vader woonden er. Die drie broers zaten allemaal in de zaak
L. Bierens, Rijks Automobielcentrale (RAC)
Mijn eerste baan was bij een automobielbedrijf, Marten Rosier, importeur van SIMCA en TEMPO, aan de Wegastraat, een zijstraat van de Binckhorstlaan. Hij had daar een grote garage met een showroom en een kantoor erboven. Ik werkte op het kantoor op de boekhouding. Mijn vader was een keer aan het werk bij de RAC. Ik werkte toen een jaar bij Rosier en had het niet echt naar mijn zin. Hij heeft voor mij geregeld dat ik bij de RAC kon gaan werken, in het magazijn.
N. Plugge, Rijksautomobiel Centrale (RAC)
Toen ik wagenparkbeheerder was, met alles wat we dus hadden, voor de dienst, en daar valt dus niet onder de Rijkspolitie, daar valt niet onder Defensie en het Ministerie van Landbouw, maar de rest van de overheid voertuigen, die hadden wij dus in aankoop en in onderhoud en dat waren er 15.000. Die kwamen bij de werkplaatsen, die we overal hadden en waar we niks hadden, gingen ze naar particuliere garagebedrijven. Dat was dus weer één van mijn taken.
J. Smits, Rijksautomobiel Centrale (RAC)
In het begin heb ik gezeten aan werk voor andere Rijksdiensten, alles wat geen PTT-dienst was, die moesten verplicht langs de RAC. Als er een auto gerepareerd werd, dan ging dat, ook bij derden, dan ging dat via ons. Later… we hadden geweldig veel werk van al die auto’s, we hadden er tienduizend en die moesten allemaal afgeschreven worden naar de kilometers die ze maakten. Een auto werd ieder jaar minder waard en de reparatiekosten gingen meer stijgen.
J. Verhoeff, Rijks Automobiel Centrale (RAC)
Met de recente herontwikkeling van de RAC-hallen, die in 2020 op gang kwam, richtten we ons als SHIE ook op de historie van het bedrijf. In een serie interviews spraken we met oud-werknemers. Eén van hen is Joop Verhoeff, die in 1974 als automonteur in dienst kwam bij het bedrijf en als service-adviseur in 1999 de RAC verliet. “Toen ik daar in 1974 kwam, was ik dus… dat heette toen zo mooi employé 3
J. van Beek, Philips telecommunicatie
Wij maakten telecommunicatie apparatuur, dat zijn relais, kiezers en allerlei elektrische apparaatjes en die moesten met draadjes aan elkaar verbonden worden. En die draadjes werden gebundeld tot een draadboom en die draadbomen moesten eerst getekend worden, eerst opgemeten en dan kwam er een tekening tevoorschijn. Een hele grote tekening en die werd naar de fabriek gestuurd en die spijkerden die tekeningen dan op een plank.
M. Gefken, Kofferfabriek Gefken
De platenkoffers zelf maken is begonnen in Leidschendam, in de oude dokterspraktijk van dokter van der Stam, een hele bekende huisarts in Leidschendam aan de Voorburgseweg in een heel kleine ruimte. Nou daar werden de eerste kistjes gemaakt, die overtrokken werden met een velletje zelfklevend kunststof.
A.H. Bakker, steenhouwerij
Eén van de laatste authentieke bedrijven die in de oude Laakhaven stand wist te houden tegen de verdrukking in van de revitalisering begin jaren 90 was de steenhouwerij van de firma Bakker aan de Waldorpstraat.
J. Hengeveld, AWO – van den Berg
“De voorbereidingen van de kraan, de complete kokerligger werd gemaakt, wielkasten, alles werd uitgelijnd, het werd gestraald, het werd geverfd en als dat helemaal geverfd en gestraald was, ging dat compleet op een platte wagen met een trekker. Dat werd aan de Fruitweg helemaal geassembleerd. Dan werden dus de bedradingen, de rails, de motoren werden erop geplaatst en als die dan helemaal klaar was dan werd ie getest. Nou als dat dan helemaal klaar was dan werd er een vrachtwagen geregeld om dat te verplaatsen.”
J. Bakker, De Gasstichting
Dankzij de oproep van de SHIE voor verhalen van de werkvloer melden zich nog steeds interessante mensen met een bijzonder werkverleden. Deze Echo van de werkvloer vertelt het verhaal van de heer J. Bakker, die als specialist op het gebied van de gastechniek werkzaam was bij de Gasstichting. Dit was één van de vele landelijk opererende instellingen, die dichtbij de centrale overheid, in Den Haag gevestigd was.