Echo’s van de werkvloer
De firma Heijdra (Laakhaven)
een gesprek met dhr Heijdra
De SHIE-activiteiten rond de Laakhaven – historische haven en behoud Fabritonkraan – leiden ook hier naar ‘echo’s van de werkvloer’. De overslag en het transport van onder meer bouwmaterialen en brandstoffen bracht het spoor van de interviewer dit keer bij de firma Heijdra. In Haagvaarder 41 stond een kort artikel over de firma Van Oosterzee, die een serie kranen exploiteerde in de Laakhaven. In de jaren 30 werden de kranen overgenomen door de firma Heijdra. In april 2004 werd met oud-directeur Jan (J.A.) Heijdra gesproken over de activiteiten van dit nog steeds bestaande bouw- en wegenbouwbedrijf en transportbedrijf.
Het begon allemaal met opa Heijdra aan de Ruysdaelstraat waar deze een waterstokerij had. Warm water, kachelhoutjes, kolen en zand, zeep en soda werden rond gebracht. Eerst werd dit te voet, later met de hondenkar en weer later met paard en wagen gedaan.
“Toen hadden ze op een gegeven moment een paar wagens maar die stonden in de zomer stil. Dan hadden ze veel minder kachelhoutjes en kolen te rijden. Wij gaan bouwmaterialen rijden in de zomer. Dat is een mooie combinatie. Zo werden zij hele dikke vriendjes met die Centrale Handelsmaatschappij Buis waar ze de transporteren voor gingen doen voor wegenbouwmaterialen. Voor de zomer werden ze ook hele dikke vriendjes met de familie Kerkhof en daar gingen wij kolen voor rijden.”
“Die samenwerking duurde tot in de jaren 35 toen ontwikkelde zich bij ons het idee we willen, mijn grootvader had natuurlijk vijf zonen, die moesten allemaal hun eigen activiteit hebben en toen kwam die oudste zoon die Leen, Leendert Martinus, die zei jongens er is een bedrijf te koop aangeboden en dat is het bedrijf van Van Oosterzee en die hebben kranen en dat zouden we kunnen doen want dan kunnen we bouwmaterialen… Dus dat grijpt allemaal in elkaar. Ik heb weleens gezegd het is eigenlijk zo logisch hoe je dus van warmwater uiteindelijk naar wegenbouw komt,…”
In de Laakhaven begon het dus met een viertal kranen:
“We namen toen vier havenkranen over. De eerste, die had bij ons ook de typische naam kraan 1, die stond op de huidige Neherkade in het stuk tussen de nieuwe brug en de Rijswijkseweg in. Daar waar vroeger die chocolateriefabriek van Paré is geweest en schuin tegenover het oude haven kantoor.
Kraan 1 die loste door de jaren heen kolen ten behoeve van de energiecentrale en die werden dan met zolderschuiten, nee het waren een soort bakken. Tegenwoordig noemde ze ze bakken. Die waren een meter of 25 lang, een meter of drieënhalf breed en die hadden een hele geringe diepgang, want ze moesten natuurlijk vanuit de Laakhaven door al die grachtjes heen naar de De Constant Rebecquestraat. Die kolen kwamen uit Engeland vandaan in de volksmond heette dat bries. Dat waren hele fijne kolen. Of dat nou zo gedolven werd of na een bewerking, dat weet ik niet. Het kwam altijd zo binnen en moest altijd nat gehouden worden, want het stoof dat was verschrikkelijk. Dus als het warm weer was stonden ze er water over te sproeien en dan ging dat via de kanalen naar de Constant.Rebecquestraat en als dat verbrand was, het eindproduct dat waren sintels en die werden toen gebruikt in het Westland voor paden te maken en werden gebruikt voor fundaties van tennisbanen.
Het vervoer van die kolen vanaf de Laakhaven, kraan 1 dus, werd gedaan door een firma Jansen. Die familie woonde daar ook in die paar huizen daar, net voorbij die Konmar. Die hele familie had allemaal te maken met het havengebeuren, die hadden kleine sleepbootjes, die hadden die bakken die waren hun eigendom, de handel in die sintels deden zij en zij waren eigenlijk de huisaannemer van het GEB. Dat was een heel erg patriarchale familie, want opa keek vanuit het raam en stuurde zijn hele gezin, al zijn zonen alleen met een vinger. En iedereen luisterde en wie dat niet deed, die had de toorn van opa.“