Blonk, G. (slagerij 1908-2002)
In de tijd dat de elektriciteitsvoorziening nog vaak decentraal was (lees: zelf regelen), gebruikte Blonk elektromotoren voor de vleesbewerking, koeling en het roken van vlees.
Reineveld , Machinefabriek (1892 – 1973)
Een machinefabriek. Dan denk je toch aan de min of meer zware industrie. Ze bouwen grote centrifuges en hebben een eigen ijzergieterij. En het logo? Waar komt dat vandaan?
Rijswijk, B.T. van, carrosseriebouwer (1843 – 1987)
De carrosseriebouwer zit in de Wagenstraat, en als hij dan uit wil breiden met onder anderen een wagenmakerij verlaat hij de Wagenstraat. En naar Rijswijk verhuist hij ook al niet.
Coöperatieve Volkswasscherij (1905-?)
Begin 1900 komen de arbeiders- en vrouwenbewegingen op en de coöperaties. Zo richt de Nederlandsche Coöperatieve Vrouwenbond deze Volkswasscherij op, met een eerste vestiging aan de Oude Haagweg.
Cuprera, ateliers voor metaalbewerking (1910 – 1921)
Wat een elegantie in metaal! Het is dan ook de tijd van de Jugendstil. En niet alleen de producten zijn prachtig, ook de reclame-uitingen zijn in ‘Sla-olie stijl’.
Postcheque- en Girodienst, (PCGD), (1918 – 1986)
Misschien wel het eerste automatiseringsdebacle: De invoering van de ponskaart verloopt zo desastreus dat het bedrijf voor een jaar gesloten wordt. De werkzaamheden blijven zolang gedecentraliseerd op de postkantoren.
Linneweever bv Maat- & Orthopedisch schoenatelier (1827 – heden)
Johannes Matthias Linneweever begint een schoenatelier in een tijd dat men nog geen onderscheid maakte tussen de linker- en de rechterschoen. Zijn nazaten maken nog veel meer onderscheid!
Nederlandsche Aannemingmaatschappij v/h Firma H.F. Boersma, Ballast Nedam (1899 – heden)
De bewoners van het kasteel de Binckhorst, krijgen een aannemer als buur. Met grote machinehallen, en een lawaai! Maar buurman bewaart de vrede en bouwt een paleis voor ’s Gravenhage.
Amova, reisbureau (1921-1939)
Met eigen materieel verzorgt AMOVA vanaf 1921 dagtochten en zowaar hele excursies van wel een maand! Het zou leuk zijn om te weten wie zich zoiets kon veroorloven.
Vrolijk, Frank, rederij (1880 – 1951)
Doorzettingsvermogen! Daarmee is deze Frank en later zijn zoon Cor in één woord beschreven. En ze hebben ook lef bij het tonnen stapelen, ‘je houdt je hart vast’!