Berky, limonadegazeuse, Koningstraat, jaren 70

Elly Berkhuijsen, Berky frisdrank

“En dan moest je bij de cider, die kleur doen, wat naar die roze snoepjes, die perendrups smaakt, daar moest je urenlang in roeren….De koolzuur kwam uit die staven, dat werd meteen gemengd in die machine die rond draaide, dus dan was het product klaar. Een soort slang zat er aan met een steen eraan en er zat een soort elastiekje om, want er mocht geen lucht bij komen, anders gingen de flessen knallen.”

Caltex, Scheveningen, jaren 60

Haagvaarder 57 – Van put naar pomp

De eerste autobrandstoffen werden door drogisterijen verkocht. Daarna verhuisde de verkoop naar garages. In de jaren dertig werden pompstations de visitekaartjes van de grote benzinemaatschappijen die daarvoor architecten als Dudok inhuurden. Helaas is er in Den Haag geen enkele ‘Dudok’ overgebleven.

Van Grieken, melkfabriek, Loosduinseweg, jaren 40

Van Grieken Een interview met dhr A.W. Bol

” Het was beulenwerk, maar het was gezellig. We stonden op elkaars lip, want je had bijna geen ruimte. We moesten weg aan de Loosduinseweg vanwege geluidsoverlast. Dag en nacht die herrie! Al die grote tankwagens en vrachtwagens moesten er in en uit. Dan moest het verkeer stoppen. Daar kregen we protesten tegen. Op het binnenterrein werd geladen en gelost en aan de buitenkant werden de flessen op de auto geladen”.

Verhulst, bouwmaterialenhandel, Calandkade, ca. 2010

Bouwmaterialenhandel Verhulst Arie Abspoel, een man met een ‘ongeblust’ verleden

“Op diverse punten in Den Haag stonden die ploegen te wachten op werk en dan hoorden ze dat er een schip met steen binnenkwam. Nou dan ging er ’s morgens een losploeg van de stad hier naar toe lopen. Allemaal lopend. En die begonnen dan op het schip het gat te breken. Dat noemen ze ‘gat breken’ – als het schip geladen is, ga je het gat breken. Als je nou de laadruimte hebt, dan liet de schipper hier een gat breken en daar hadden die lossers een hekel aan. Dan moesten ze bukken, moesten ze naar beneden werken. Stapje voor stapje pakten ze zes stenen en die gaven ze over op de kade. Allemaal handmatig!”

Van Heijst radiatorenfabriek, een melkwijk van de Sierkan

“D’r liep de hele dag een persoon langs, die liep de hele dag te schrijven. Ik was drie maanden in dienst bij Van Heijst en ik laste 14½ meter en dan had je een vast salaris en als je dan meer kon lassen dan kreeg je een kwartje voor iedere meter die je meer laste. Dus wat ging ik doen. Ik ging proberen meer te lassen natuurlijk. Dan had ik wel eens dat ik 4 à 5 gulden extra in mijn loonzakje had. Wat gebeurde er nou? Dan liep er de hele dag zo’n tijdschrijver heen en weer en die noteerde alles. Toen op een gegeven moment moest ik op het matje komen bij de directie. Toen werd me gezegd dat ik meer meters moest gaan lassen want het was bewezen dat ik dat wel kon. Toen kreeg ik het niet meer uitbetaald”.