“IJstaarten. Daar zijn wij toen mee begonnen en die vlogen weg. Ik heb toen nog in een kerstweekend 800 van die taarten moeten bezorgen. Al die melkboeren kregen een briefje mee die konden het opgeven wie een ijstaart moest. Dat liep als een trein. Elke zondag had ik er wel een stuk of 12 tot 15. En dat is dan zo typisch. Die man gaat weg en de ijstaarten zakten in. Dat was bij de Sierkan heel gek als de kwaliteit verminderde, dat hadden we bij de kaas ook, we hadden toen een goede kaasverkoper en die kaas liep als een trein bij ons – Loos was dat in de Van Galenstraat, later kwam er een vrouw – dat was mevrouw Huisman – een vriendinnetje van de directeur? – ja die had natuurlijk geen verstand van kaas en dan kreeg je mindere kwaliteit en de verkoop zakte. Dat is heel gek want De Sierkan dat was kwaliteit!”