Volharding, Coöperatie De, bakkerij (1880 – 1975)
Deze broodfabriek is weer zo’n coöperatieve onderneming uit de periode van de opkomende arbeidersbeweging. En wat een prachtige namen worden er soms gebruikt. Snuffel maar eens verder op de site.
Deze broodfabriek is weer zo’n coöperatieve onderneming uit de periode van de opkomende arbeidersbeweging. En wat een prachtige namen worden er soms gebruikt. Snuffel maar eens verder op de site.
Zo’n ambachtelijke banketbakkerij is in deze tijd niet vol te houden. Maar wat een gemis die gebakjes van noga in de vorm van een ei: alléén met Pasen.
Het is bijna romantisch te noemen dat vader Joseph Dopmeijer voor zijn vier kinderen vier filialen opent waar belegde broodje en dies meer verkocht worden.
Nog steeds te koop, Hablé ijsbiscuits. En wie Spaans beheerst zou kunnen denken dat dat kletskoek is. Maar nee: de oorspronkelijke eigenaar heet Hablé (ik praatte).
Van het snoepje van de week, dat soms geen snoepje was, is niet veel meer over gebleven, maar van de prachtige panden en tegeltableaus gelukkig nog genoeg.
Een handelsmaatschappij die van klantenbinding houdt. Daar had de Hollandsche huisvrouw wel lust toe: ze spaart de waardepunten in de vorm van munten dan ook vlijtig.
Lef had Johannes Petrus Alsem toen hij in 1900 zijn zaak begon. Nog steeds bestaat de wijnhandel, maar deze wordt niet meer over water bevoorraad.
Je moet maar durven, van kachelproductie overstappen op bakkerijwerktuigen. Benier is het gelukt. De Nederlandse bakker moet er echter niets van hebben en de machines worden geëxporteerd.
Een familiebedrijf dat in de beginjaren zelfs eigen koeien hield, samengaat met Menken, en eindigt bij Campina. Maar de naam Menken-van Grieken zien we nog in de supermarkt.
Deze bakker (1836!) had in de jaren 60 van de vorige eeuw een ‘tearoom’, de populaire opvolger van de ‘taartjessalon’. In die taartjessalon zou menigeen vandaag nog wel taart willen…