Haagvaarder 80 – Maakhaven creativiteit in voormalige benzinepompwerkplaats
Van het eerste als zodanig ontworpen industriegebied van Nederland, de Laakhaven, resteert weinig industrieel erfgoed meer.
Van het eerste als zodanig ontworpen industriegebied van Nederland, de Laakhaven, resteert weinig industrieel erfgoed meer.
In de nieuwe SHIE-publicatie passeren 20 voorbeelden van geslaagd hergebruik van industrieel erfgoed de revue.
Carosseriefabriek Pennock was een van de legendarische namen in Den Haag. De firma maakte op basis van aangeleverde chassis luxe auto’s voor de zeer welgestelden.
De Haagse Fridorfabriek maakte naam met de innovatieve Stichmaster met elektrische aandrijving, een moderne naaimachine die onder licentie werd gebouwd. De eerste exemplaren kwamen in 1949 op de markt, maar nog geen tien jaar ging de fabriek aan succes ten onder.
De ondernemer Cornelis Soetens kwam via Brabant en Parijs in Den Haag, waar hij in 1842 een fabriek voor dakbedekking in de Binckhorst opende. Soetens kwam daarna met een voorstel van asphaltbanen voor diligences…
Toen in de jaren 50 van de vorige eeuw het tekort aan arbeidskrachten toenam, ging de Haagse sigarettenfabriek Ed. Laurens op zoek naar geschikte arbeiders uit andere landen. De eersten Turkse arbeiders kwamen in 1964. Eind jaren 60 werden vooral vrouwen geworven uit het toenmalige Joegoslavië.
In de Binckhorst is op een aantal locaties het industriële karakter nog duidelijk aanwezig. Eén van de meest spraakmakende voorbeelden hiervan is de locatie van de Haagse Asfalt Centrale met de betoncentrale aan één van de Binckhorsthavens. De site is zonder meer één van de laatste grootschalige industriële vestigingen in de stad.
De firma G. Molier ontstond in de 19e eeuw als een kleine boekbinderij die onder meer losse katernen tot boeken inbond. Naam kreeg de firma door bijzondere opdrachten en de jaarlijks in eigen beheer uitgegeven kalenders waar diverse prijzen mee werden gewonnen.
Het bouwprogramma van het Siemens-complex op het terrein aan de Zonweg, Regulusweg en Saturnusstraat bevatte drie hoofdafdelingen: het magazijn, de sterkstroomwerkplaats (Siemens-Schuckert) en de zwakstroomwerkplaats (Siemens & Halske). Later werden dit energietechniek en informatietechniek.
De fabriek bevatte 5.300 m² voor werkplaatsen en 4.600 m² voor magazijnen en werd ontworpen door de architecten B.Buurman en ir. M.P.Schutte.