Eén van de meest ‘vergeten’ en toch zeer informatieve bronnen over het bedrijfsleven is het bedrijfsblad. Het vroegst bekende voorbeeld hiervan is De Fabrieksbode van de Van Markenbedrijven uit Delft, dat vanaf 1882 verscheen. Veel Haagse bedrijven hadden een eigen bedrijfsblad voor het personeel. Zij vormen een interessante bron van informatie over de bedrijvigheid van Den Haag en vooral ook over de relatie werknemer – bedrijf en het sociale aspect van de bedrijven. Ondanks het feit dat er veel bladen geweest moeten zijn, resteren er nog maar weinig, althans het aantal dat tot nu terug gevonden is. Hieronder ziet u een overzicht van welke bladen nu bekend zijn en waarvan ook exemplaren van resteren. De SHIE wil in dit aantal graag aanvullen en de nog resterende bladen inventariseren en zoveel mogelijk hieronder beschrijven.
Vroegste voorbeelden
Veel is nog onbekend over de vroegste Haagse bedrijfsbladen. Af en toe duikt een los exemplaar op, zoals een ‘feestnummer’ van Ons Belang van de coöperatie Eigen Hulp uit 1888. Het blaadje suggereert iets van een bedrijfsblad te zijn, maar uit de tekst wordt dit niet duidelijk. Voor een echt bedrijfsblad komen we uit in de jaren 30. Helaas weer een los nummer, maar nu wel een echt blad – de Drukkerij-Gids – uitgegeven door en voor het personeel van de Zuid-Hollandsche Drukkerij. Ook Bij en Korf dateert uit begin jaren 30. In dit tijdschrift kreeg de Haagse Bijenkorf volop aandacht. Enkele jaren later verscheen het blad Interessant van de industrie- en handelsonderneming J.P. Wijers, die in Den Haag aan de Prinsegracht een vestiging had. Een bedrijfsblad van een bedrijf dat in diverse steden was gevestigd, die ook hierin aan het woord komen.
Glorietijd
Kwam het voor de oorlog nog maar sporadisch voor, in de jaren 40 tot 60 beleefde het bedrijfsblad misschien wel zijn hoogtepunt. Het beeld dat we als SHIE van de Haagse bedrijfstijdschriften hebben uit de eerste decennia na de oorlog, is inmiddels minder fragmentarisch als die vroege periode. Van particuliere bedrijven zijn zo’n 40 namen van bladen van Haagse bedrijven bekend en van 30 heeft de SHIE ook jaargangen of losse exemplaren gezien of in bezit. Daarnaast kende ook de gemeente Den Haag een algemeen bedrijfsblad Den Haag & Wij én nog een stuk of 25 andere tijdschriften voor aparte gemeentelijke instellingen of bedrijven. Het is dus een omvangrijk ‘speelveld’ om onderzoek in te doen. Veel van de bladen bestaan inmiddels al lang niet meer, eveneens de bedrijven die ze uitgaven. In sommige bedrijfstakken liepen de uitgaven nog wel langer door, zoals bijvoorbeeld in de grafische sector. De komst van de digitale nieuwsbrief is ongetwijfeld de doodsteek voor het bedrijfsblad in gedrukte vorm. Daarmee is een belangrijke bron van informatie voor het industriële verleden uit beeld verdwenen, want – helaas – digitale archivering staat nog in de kinderschoenen.
Van stencil tot drukwerk
Veel van de bedrijfsbladen begonnen in een eenvoudige vorm, een matige papiersoort en werden met een stencilapparaat vermenigvuldigd. Het gestencilde ‘huisorgaan’ Onze Werkplaats (Centrale Werkplaats van de PTT) is daar een leuk voorbeeld van. Het enige plaatje is een afbeelding in de kop van het oude gebouw van de CWP aan de Binckhorstlaan, de rest is tekst. Sommige blaadjes kwamen het gestencilde tijdperk niet te boven en handhaafden deze productiewijze. Een volgend stadium in uitvoering was soms een in offset gedrukt omslag, zoals PTT Postkontakt, de inhoud is nog gestencild. Bij de grotere bedrijven stijgen de oplagen in de jaren 50 en daarna behoorlijk en zijn de tijdschriften als drukwerk noodzakelijk. Dan verschijnen ook mooi uitgegeven bladen, zoals VEHA Pers waar zelfs een eigen fotograaf aangetrokken werd om ‘rapportages’ te maken, in dit geval de bekende Haagse fotograaf Simon Smit.