Haagvaarder 50 (hoofdartikel)
De Hendrina Johanna
Hagenaar – Wagenbrugger – Haagvaarder
Sinds enige maanden ligt aan de Bierkade, vlakbij de Wagenbrug, de Haagvaarder Hendrina Johanna aangemeerd. Stichting De Ooievaart wist dit schip aan te kopen door het succes van hun rondvaarten waarbij een deel van de opbrengst werd gereserveerd voor deze aankoop. In dit jubileumnummer staat dit historische vrachtschip centraal.
Scheepstypen
In de 19de en vroeg 20ste eeuw was het water hét distributienetwerk voor handel en industrie. Alle grondstoffen en eindproducten werden over water aan- en afgevoerd. Een grote diversiteit aan scheepstypen was hiervoor in gebruik. Eigenlijk kende elk gebied of vervoerstraject haar eigen scheepstype. In de regio Den Haag kwamen verschillende schepen voor, zoals de poon, vooral gebruikt voor landbouwproducten; de praam, een schip met weinig diepgang en vooral in gebruik voor turf, landbouwgewassen maar ook voor vee en mest en hier vooral vanuit het Westland varend. Zeer specifiek voor Den Haag en omgeving was echter de Hagenaar, ook wel Haagvaarder of Wagenbrugger genoemd. Dit schip werd gekenmerkt door de specifieke aanpassing op het ondiepe water en de smalle en lage bruggen van Den Haag.
Haagvaarder
De Haagvaarder was oorspronkelijk een kleine (Gelderse) houten aak, een schip waarvan de planken van het voorschip tot ver boven de waterlijn omhoog gebogen waren. De achterkant was sterk geveegd en stak ver uit het water. De Haagvaarder had een voordek en achter de mast een laadopening met gangborden en luiken. Geheel achter was een roef. De Haagvaarder had een fraai kottertuig met een grootzeil, een fok, een kluiver, een jager, een grote vlieger en een breedfok. De gangbare afmetingen waren circa 17 x 4,2 m. De bovenkant van de helmstok en de mastkoker en de bovenpunt van de steven lagen in één lijn om zo onder Wagenbrug door te kunnen. Daarbij waren het bovendeel van het anker en de lier omklapbaar. Veel andere onderdelen waren te verwijderen. Een 80 tons Haagvaarder was 20 m lang. Vanaf het eind van de 19de eeuw werden ijzeren Haagvaarders gebouwd met een volume tot wel 180 ton. Het type schip werd oorspronkelijk gebouwd in de Gelderse dorpen Dodewaard, Wamel en IJzendoorn. Haagvaarders werden door Gelderse schippers gebruikt voor de beurtvaart, de regelmatige vaart tussen twee plaatsen, en voor vrachtvaart op Holland, meestal met steenkolen of bakstenen.
Hendrina Johanna
Deze Haagvaarder werd in 1905 in Doesburg gebouwd voor de steenfabrikant Jan van Sadelhoff te Loo, gemeente Duiven. Het is van origine een ijzeren zeilschip van rond de 80 ton. De huidige lengte is 21,54 m. en 4,12 m. breed en 1,54 m. diep. In 1919 werd de Haagvaarder verkocht aan Hendrina van Megen, weduwe van Johannes Visser, en Johannes Albertus Wanders, die het schip in 1930 weer doorverkopen aan Jan Boer. Het krijgt dan de naam Di-jo en wordt in datzelfde jaar gebrandmerkt onder nummer: 127B Arnh.1930. Daarna gaat de Hendrina Johanna nog tweemaal over van eigenaar (1986 en 1990) voordat op 16 september 2005 de overdracht plaats vindt aan de Stichting De Ooievaart in Den Haag.
Restauratie
De komende twee jaar zal de Hendrina Johanna in oude staat terug worden gebracht. Deze restauratie zal in opdracht en deels door de stichting De Ooievaart zelf worden verricht. Na de restauratie zal het schip een besloten karakter krijgen en is dan te huur voor groepen voor vergaderingen, ontvangsten, high teas, etc. Tevens kan het schip worden ingezet voor educatieve doelen. De oude haven heeft hiermee zijn eerste roerende monument binnengehaald, een lust voor het oog!
Koos Havelaar
Bronnen:
- J.F.M. Bos, Schepen die blijven, z.p., 1999.
- J.J. Havelaar e.a., “Als men de trekschuiten van Delf den Haag inkomt…”. De oude haven van Den Haag, Den Haag 1998.
- G.J. Schutten, Verdwenen schepen, Zutphen 2004.
Met dank aan:
- Peter Duivesteijn
- Stichting De Ooievaart.