Haagvaarder 36 (hoofdartikel)
Haagse sigarettenindustrie in het interbellum
Een korte bloeitijd dankzij buitenlandse ondernemers
Wie nu door Den Haag wandelt, vermoedt amper dat er ooit een lokale sigarettenindustrie is geweest. Behalve ‘dé’ Ed. Laurens zijn er tussen 1920 en 1935 vele ‘bekende’ namen geweest. Mogelijk dat hier en daar nog een fabriekspand is blijven staan, maar meer resteert er in het stadsbeeld niet.
Zuid- en Oost Europa
Den Haag heeft na de Eerste Wereldoorlog een bloeiperiode gehad van deze bedrijfstak. Deze was weliswaar niet erg stabiel, maar kon een tijd profiteren van de kennis en kunde van ondernemers uit tabaksgeoriënteerde landen als Rusland, Griekenland en Turkije. Als gevolg van een wetswijziging werd in Nederland in 1912 de importheffing op sigaretten verhoogd naar 45%. De Wereldoorlog zorgde wel voor een vertraging, maar daarna kozen buitenlandse ondernemers om in Nederland zelf een vestiging te openen. Hiermee werd deze heffing omzeild. Ook is bekend dat Belgische vluchtelingen, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog hier sigaretten produceerden en verkochten.
Firmanamen
De eerste geregistreerde sigarettenfabrikant in Nederland was de firma J. van Kerckhof te Amsterdam (1885, overname in 1952 door Turmac). Vanaf 1900 vestigde de sigarettenindustrie zich vooral in Amsterdam en Rotterdam. In Den Haag kwam deze sector betrekkelijk laat op gang. De volgende opsomming van de ‘Haagse’ bedrijven zal misschien nog een vonk van herkenning doen opspringen:
- Abdulla & Co (nationaliteit?, hoofdvestiging Londen, Den Haag 1923-1940)
- Abydos (nationaliteit?, Den Haag 1904-1913)
- A.Batschari (Russisch, hoofdvestiging te Duitsland, Den Haag 1922-1957)
- A.N. Bogdanoff & Co (Russisch, hoofdvestiging St. Petersburg, Den Haag 1923-1935)
- Brailosky (Russisch/Pools?, Den Haag 1919-1920)
- Enfiadjian & Co (Russisch, opgericht 1852, Den Haag 1925-1927)
- Eridan Cigarette Manufactory (Grieks, Den Haag 1910-1927)
- Jacubowitz & Frères (Russisch, Den Haag 1928-1929, ook genoemd Sigarettenfabriek Tari-Bari)
- Ed. Laurens (Frans, opgericht te Egypte 1887, Den Haag 1921)
- Maatschappij tot Exploitatie van Sigarettenfabrieken N.V. (Armeens, Den Haag 1917-1936)
- Overseas Cigarette Company (Estlands, Den Haag 1924-1928)
- N.V. Yansour Turksche Sigaretten Fabriek (Turks, Den Haag 1924-1949)
Tegenover al deze buitenlandse namen staan slechts enkele autochtone Nederlandse bedrijfsnamen geregistreerd: Irma, Jellema en Van Vliet en Matla. Bekend waren ook de sigarettenimporteurs Alvana en Blok.
Technologische innovatie en groeiende consumptie
Net zoals in andere bedrijfssectoren vertoont de opkomst en ondergang van de Haagse sigarettenindustrie dezelfde veranderingen en aanpassingen als elders. Kleinschalige fabrikanten, die er niet op tijd in slaagden te moderniseren en te mechaniseren, produceerden te langzaam, te weinig en te duur. Tussen 1923 en 1929 verdubbelde de totale consumptie in Nederland van sigaretten (van 1,4 miljard naar 2,9 miljard stuks). Binnen dit consumptieverbruik waren het louter de goedkope sigaretten (tussen 1,25 en 2 cent per stuk) die een sterke groei vertoonden (85% marktaandeel). De luxere sigaretten tussen (tussen 3 en 5 cent) halveerden in hun afzet.
Het is zeer aannemelijk dat vooral de kleine, kapitaalarme fabrikanten te lang handwerk bleven leveren. Van deze groep overleefden waarschijnlijk alleen zij die uitsluitend nog in het hogere prijssegment hun product konden afzetten. Vandaar dat bij de overblijfselen van de Haagse sigarettenmerken ongewoon veel luxe reclames, objecten en verpakkingen voorkomen.
Ofschoon vooral de kleine sigarettenfabrikanten probeerden via samenwerking zich te handhaven (oprichting inkoopcoöperaties, protesten tegen ‘boxerwinkels’ , die ‘witte’ sigaretten verkochten), legden de meeste het loodje. Alleen grootschalige bedrijven met genoeg werkkapitaal en visie overleefden.
Laurens
Vandaar dat er reeds vóór 1940 hoofdzakelijk ‘grote’ jongens overbleven. ‘Dé’ Laurens is daarvan de bekendste en wordt tot op vandaag dan ook gezien als een echte ‘Haagse’ sigaret. Maar wie nader terugkijkt in de geschiedenis kan met verbazing en bewondering zien, dat het 80 jaar geleden vooral Zuid- en Oost-Europeanen zijn geweest die de economische ontwikkeling van deze bedrijfstak in Den Haag een belangrijke impuls hebben gegeven. Hoe actueel is dit historische gegeven weer anno 2003!
Peter Lingg
Tabaksverzamelaar en één van de initiatiefnemers van de Stichting Nederlandse Tabakshistorie