Haagvaarder 43 (hoofdartikel)
De ‘s-Gravenhaagsche Manege
Oudste rijschool van Nederland verkommert
Eerst een kleine quiz: “Wat is de kortste straat van Den Haag?” Uit ervaring weet ik dat vrijwel niemand het juiste antwoord weet. Het enig goede antwoord is namelijk:
Bibliotheekstraat, een zijstraat van de Kazernestraat. Toch kan ook een kleine straat ergens groot in zijn. De Bibliotheekstraat herbergt namelijk de oudste burgermanege van Nederland. Marionettenkoning Lodewijk Napoleon gaf in 1806 opdracht tot de bouw van een burgerrijschool op deze plek. Bij zijn vertrek in 1810 schonk Lodewijk Napoleon de rijschool aan de stad Den Haag, die de manege vervolgens de naam gaf van Stadsrijschool.
In 1884 besloten B&W de oude houten kap te vervangen door een ijzeren overkapping. De firma Enthoven & Co kreeg de opdracht. De kap bestaat uit vijf hele spanten, vier hoekkepers en twee halve spanten en werd voorzien van een lantaarn en kreeg houten gordingen en bebording. Hierop werd een zinken dakbedekking aangebracht. De tribune aan de korte zijde heeft een classicistische vormgeving met pilasters en een timpaan als bekroning. Op enkele tekeningen van Breitner uit de jaren tachtig van de negentiende eeuw is de Stadsrijschool in volle glorie te zien.
Pahud de Mortanges
De manege werd tot 1906 namens de gemeente beheerd door de stedelijke rijdermeesters, daarna namen particulieren het beheer over onder de naam Gravenhaagsche Rijschool.
In deze manege leerde Nederlandse beroemdste hippische sportman, luitenant-generaal Charles Pahud de Mortanges, in zijn jeugd zo goed paardrijden dat hij daarmee de basis legde voor zijn gouden medailles bij het paardrijden op de Olympische Spelen van 1924, 1928, 1932 en 1936. Een bordje aan de gevel van de manege in de Bibliotheekstraat getuigt hier van.
NV Woningbeheer
In 1968 kreeg het gebouw de status van Rijksmonument en werd een geplande sloop op het nippertje voorkomen. De paardrijschool is in 1982 door Monumentenzorg gedeeltelijk gerestaureerd.
De exploitatie van de rijschool is sinds 1990 in handen van Joop Bönnen. Hij huurt het hele complex van Woningbeheer, maar deze gemeentelijke NV laat het als huisbaas afweten. Soms worden er door de onderhoudsmensen van Woningbeheer wat dakpannen vervangen, een gat dicht gemetseld of een paar latjes vervangen, maar daar blijft het bij. De meeste verbeteringen moet Bönnen uit eigen zak betalen. En dat is niet eenvoudig omdat de exploitatie van deze manege geen vetpot is. Met eigen handen heeft hij de kantine van de rijschool (de vroegere tribune) gerestaureerd: “Het scheelt nogal dat ik handig met m’n handen ben”. Van Monumentenzorg kreeg hij nog wel een compliment voor zijn zelfwerkzaamheid. Ondertussen staat het naastgelegen monumentale woonhuis weg te kwijnen en is onbewoonbaar.
Voor de nieuwbouwplannen van de Hoge Raad wordt mogelijk een deel van de stallen van Bönnen gesloopt: “maar daar kan ik mee leven, omdat ik ruil en voor de stallen een kleine buitenmanege krijg”. Volgens Bönnen was Woningbeheer aanvankelijk van plan om alle bebouwing buiten de eigenlijke manege te slopen en er een appartementengebouw voor in de plaats te zetten. Navraag bij Hanneke Kuyper van Woningbeheer levert de wetenschap op dat de huisbaas het “een bijzonder pand vindt met een grote maatschappelijke relevantie”. Enig doorvragen levert echter nog iets anders op: door de maatschappelijke turbulentie waar Woningbeheer zich al enkele jaren in bevind, stagneert de aanpak van de oudste manege van Nederland. En dat is jammer zegt Hanneke Kuyper met enig eufemisme “want er moet heel wat gebeuren”. Laten we hopen dat het nakende 200-jarig bestaan van de manege een goede aanleiding is om het geheel weer een monumentaal pronkstuk te laten zijn.
Hans Pars
Bronnen:
- Drs P.H. Enthoven en drs. J.J. Havelaar, De metaalpletterij en ijzergieterij L.I. Enthoven & Co, Den Haag 199 (VOM_reeks 1996_2).
- Interview H. Pars met J. Bönnen, oktober 2004