Haagvaarder 44 (hoofdartikel)
Haags tin
Oud-Hollandse Tingieterij Meeuws en Zn. N.V.
In het jaar 1775 verleende het Haagse tingietersgilde toestemming voor de vestiging van een tingieterswinkel met werkplaats aan de westzijde van de Schoolstraat (nu nummer 15). Vijf generaties van de familie Meeuws zouden dit bedrijf tot grote bloei brengen. De oprichter, Jan Meeuws, huwde de dochter van de bekende Rotterdamse tingieter Jan Druij en nam de vormen, waarvan de oudste uit 1640 dateerde, van dat bedrijf mee naar Den Haag. Later werden hier nog verscheidene oude vormen uit andere bedrijfsboedels aan toegevoegd en bereikte daarmee een aantal van maar liefst 300 stuks. Zo kocht Meeuws in 1845 een complete werkplaats met vormen en gereedschappen voor f 5.000,-.
Producten
Tinnen objecten waren in het verleden gewone gebruiksvoorwerpen. In de 19de eeuw nam de productie hiervan af en beperkte deze zich tot lepels, bordjes, beddenkruiken, thee- en koffiepotten en vloeistofmaten. Later kreeg het tin zijn historische waarde en ontstond de voorliefde voor het zogenaamde siertin. De firma Meeuws vervaardigde dit oud-Hollands tinnen serviesgoed, zoals bier- en wijnkannen, theeserviezen, kandelaars, schotels en schaaltjes. Zij gebruikte daar de oude bronzen gietvormen voor. Het siertin was in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw zeer populair. De kwaliteit van de producten van de firma Meeuws behoorde toen tot de top. Meeuws leverde ook aan allerlei overheidsinstanties. Zo vervaardigde zij onder meer de tinnen inktkokers voor de Eerste en Tweede Kamer en materiaal voor het Vredespaleis en ministeries.
Merken
Evenals bij de zilversmeden gebruikelijk was, hanteerden tingieters ook een meesterteken om hun werkstukken mee te merken. Dit vormde een garantieteken van de tingieter, dat het product uit zijn werkplaats afkomstig was en van goede kwaliteit was. De firma Meeuws gebruikte als merkteken de Haagse ooievaar in een cirkel met rondlopend de firmanaam. In de loop van de tijd veranderde dit merk en zelfs bij de overgang in 1963 naar Metawa werd nog een nieuw merk geïntroduceerd.
Gedenkraam
Naast de tinproducten van Meeuws zijn er ook nog andere objecten van de firma bewaard gebleven. Bijzonder is het gedenkraam dat ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan werd gemaakt door het Haagse glasatelier Liefkes uit de Helmerstraat. Dit glas in lood-raam heeft een plaats gekregen in de tentoonstelling op de zolder van het Tielse Streekmuseum. Op de website van de SHIE zal het als object van de maand getoond worden.
Behouden erfgoed
De firma Meeuws werd in 1963 overgenomen door Metawa (Tielse Metaalwaren Fabriek), gevestigd aan de Spoorstraat in Tiel. Meeuws bleef echter nog enige jaren actief aan de Molenstraat in Den Haag. Een deel van de historische gietmallen, met name van Rotterdamse origine, werd in 1963 veilig gesteld en aangekocht door het Historisch Museum Rotterdam. Een ander deel kwam in 1985 bij het faillissement van Metawa terecht bij het Tielse Streekmuseum De Groote Sociëteit. Het museum nam ook de unieke gietstoel van Meeuws uit circa 1775 in de collectie op. Daarnaast bezit het museum ook diverse producten van de firma Meeuws. Alles bij elkaar heeft men in Tiel een unieke collectie zeer oude Haagse bedrijvigheid bij elkaar weten te houden, waarvan ook een deel zichtbaar is in de tentoonstelling over de ambachten. Zo blijkt ‘vergeten’ Haags industrieel erfgoed toch nog een goede plaats te hebben gekregen.
Koos Havelaar
Bronnen:
- J.A.F. van Adrichem, “Een tingieterij in bedrijf”, z.j.
- B. Dubbe, Tin en tinnegieters in Nederland, Zeist, 1965.
- P. Schipper, Tussen forceerstaak en Gietmal, Tiel, z.j.
- Haagsche Courant, 12 februari 1950.
Met dank aan:
- de heer Th. Olierook voor het vooronderzoek.