Haagvaarder 96 (hoofdartikel)
Van den Berg Transporttechniek
Slechts enkele dagen na de bevrijding richt W.B. van den Berg zijn eigen bedrijf op, dat in februari 1946 overging in de huidige BV Handels- en Ingenieursbureau W.B. van den Berg. De eerste periode is het bedrijf gevestigd aan de Groot Hertoginnelaan. In 1949 verhuist Van den Berg naar het dan nog amper tot ontwikkeling gekomen industrieterrein aan de Fruitweg. Het bedrijf groeit hier uit tot specialist in interne transporttechniek, zoals takels, kraanbanen en andere hijstoepassingen.
Nieuw industrieterrein
De aanleg van het industrieterrein Fruitweg komt voort uit de beslissing in 1924 van de gemeenteraad om het Laakkanaal aan te leggen en daarmee een verbinding te realiseren met de Loosduinsevaart. Tegelijk raakt de aangrenzende Laakhaven vol en is er behoefte aan uitbreiding van het industriegebied. Langs het water vestigen zich in de jaren 30 de eerste bedrijven, zoals bijvoorbeeld wasserij Lips en aan de andere zijde de eerste HTM busgarage. Ook biedt het Laakkanaal voor de gemeente de mogelijkheid om de nieuwe Groente- en Fruitmarkt aan te leggen. De opzet hiervoor is in eerste instantie het gebied tussen Marktweg en Fruitweg, maar zo groot wordt de uiteindelijke markt niet. Het overgebleven terrein wordt aanvankelijk ingericht met sportvelden. In 1954 verschijnt het Uitbreidingsplan Fruitweg waarin wordt bepaald dat dit stuk grond industriegebied wordt. In de jaren 50 en 60 komt het tot ontwikkeling. De firma Van den Berg vestigt zich op het eerste deel van het nieuwe industriegebied, langs het water, aan de Fruitweg 240.
Werkwijze
De firma Van den Berg ontwikkelt zich in de jaren 40 vanuit een machinefabriek tot een technisch ingenieursbureau. Er worden oplossingen gezocht voor intern transport in fabrieken en werkplaatsen. Vanaf het begin worden de onderdelen betrokken van DEMAG in Duitsland. Van den Berg krijgt van DEMAG een licentie om te handelen in hun producten en heeft op dit gebied het alleenrecht voor Nederland en België. Ook heeft het bedrijf een ontwerplicentie om zo nodig installaties aan te passen op de maatvoering van de opdrachtlocatie. De basisonderdelen worden vanuit Duitsland direct aan de opdrachtgever geleverd en door monteurs van Van den Berg gemonteerd. Voor ‘kleinere’ hijsinstallaties vindt de assemblage plaats in de werkplaats aan de Fruitweg. De firma heeft nu circa 45 personeelsleden, waarvan 15 in het magazijn en de montagehal werken. Verder zijn er filialen in het land, met name voor service en per regio is er een buitendienst met in totaal 20 monteurs.
Nieuwbouw
De firma groeit gestaag door aan de Fruitweg en besluit eind jaren 50 over te gaan tot nieuwbouw ter plekke. In 1960 verrijst een groot hoog nieuw fabriekspand met kantooretages aan het eind van de Fruitweg, met een markant trappenhuis aan de brugkant. Aan de achterzijde zijn verschillende blokvormige bouwelementen toegevoegd die doorsteken tot bijna aan de water van het Laakkanaal. De staalconstructie van het gebouw wordt geleverd door de firma Escher en de betonconstructies zijn afkomstig van de Nederlandse Spanbeton Mij en de NBM. Samen met de tegenoverstaande hoge Philipsfabriek van telefooncentrales vormt het complex, in de gedachte van de gemeente, een bijzonder stedenbouw ensemble, de nieuwe entree aan deze zijde van de stad. Het flatgebouw is ontworpen door het bekende architectenbureau van de wederopbouw Blankespoor en de Vries en bestaat uit een kantoorgebouw van 10 etages met op de begane grond een werkplaats en magazijn. De firma Van den Berg beschikt over de begane grond en de eerste twee etages. Vanaf de derde etage wordt het pand verhuurd aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer, die ook in de kelder nog ruimte krijgt voor het keuren van motorvoertuigen. In december 1991 vertrekt de Rijksdienst naar Zoetermeer en maakt alleen de firma Van den Berg nog gebruik van het complex. Hier manifesteert zich nog steeds één van de grotere productiebedrijven, die Den Haag rijk is.
Koos Havelaar
Bronnen:
Hinderwetvergunning 1949
Interview R. Berger, 5 januari 2017
J. en K. Havelaar, Cultuurhistorische inventarisatie Knooppunt Moerwijk, Den Haag 2017
Zo werkt Den Haag, Den Haag 1958, p. 142-143