Haagvaarder nummer 95
Devillers, een Haagse steenhouwer
Devillers, een Haagse steenhouwerij
Sommige producten van bedrijven kent iedereen, doch het bedrijf zelf dan weer niet. Aan de boulevard van Scheveningen staat – zeer opvallend – de Naald, ter herinnering aan de landing van de latere Koning Willem 1 in 1813. Maar wie vervaardigde deze grote zuil? De Haagse steenhouwerij Devillers & Co is hier de grote onbekende, ondanks de vele juist zeer gekende producten die zij in het midden van de negentiende eeuw afleverde. Dus tijd voor meer informatie.
Pierre Joseph Devillers
In 1843/44 vestigde Pierre Joseph Devillers (Aiseau, provincie Henegouwen, 12 december 1817 – Brussel, 11 juni 1889) zich vanuit Brussel in Den Haag. Juist in deze jaren was hier voor een steenhouwer volop werk. Nu België in 1839 definitief was afgescheiden, moest Nederland haar eigen identiteit, als bouwsteen bij de natievorming, heropbouwen. De ’herinneringscultuur’, met onder meer het plaatsen van standbeelden en graf- en gedenkstenen hoorde daarbij. Devillers vestigde zich eerst in het Bezuidenhout en opende in 1850 een ‘Magazijn van Marmeren kunstvoorwerpen’ in de Venestraat. In 1852 vinden we het bedrijf op haar definitieve vestigingsplaats aan de Oranjebuitensingel, ongeveer daar waar nu de doorgang naar Station Den Haag Centraal is.
Monumenten
Een krantenadvertentie van het bedrijf uit 1852 geeft een goed beeld van al haar producten.
In de jaren hierna kwam het bedrijf veelvuldig in het nieuws bij het vervaardigen van een aantal opvallende producten:
- 1856: grafmonument in Utrecht voor vice-admiraal Koopman, in 1832 “bewaker” van de Schelde
- 1860: schoorsteenmantel voor het kasteel Biljoen in Arnhem
- 1863: grafzerk te Delft voor Dr. F.C. Kist, musicus, uitgever muziektijdschrift Caecilia
- 1864: paleis Het Loo; monument ter herinnering aan de watersnoodramp van 1861
- 1865: gedenkbord t.b.v. de Vijf Sluizen van Delfland tussen Schiedam en Vlaardingen
Hofleverancier
In 1865 kreeg Devillers de wel zeer eervolle opdracht voor de Gedenknaald in Scheveningen, onthuld op 24 augustus 1865 door Prins Frederik, broer van Koning Willem II. Vanaf dit jaar mocht Devillers zich ook Hofleverancier noemen.
Al in 1866 volgde de levering van de hardstenen palen rondom het monument voor Hertog Bernard van Saxen-Weimar op het Lange Voorhout. In ditzelfde jaar leverde Devillers de gedenksteen op het graf op Oud Eik en Duinen van de componist en directeur van de Koninklijke Muziekschool, J.H. Lubeck. En alsof het niet op kon, maakte Devillers dat zelfde jaar ook nog het marmeren beeld dat de Loge L’Union Royale Prins Frederik aanbood.
Naast dit alles leverde Devillers de stad ook nog stoepranden e.d. Geen wonder dat Devillers in 1866 adverteerde in de krant om meer werkvolk.
Om de steen en marmer te kunnen aan- en afvoeren, kreeg hij toestemming om aan de rand van de gracht rails te leggen naar zijn werkplaats. Een situatie die in Den Haag wel bij meer bedrijven voor kwam.
Uitbreiding
Devillers sloeg zijn vleugels nog verder uit. In Rotterdam kwam een filiaal en ook in België ontplooide hij (weer) zijn initiatieven. Daar ging het onder meer over het exploiteren van een steengroeve. Devillers was dus steeds minder aanwezig in Den Haag en zocht daar naar een plaatsvervanger. Eerst werd dat de steenhouwer Daniel van Diggelen (1828-1908), daarna zijn procuratiehouder A. Schill Az.. In 1869 koopt J.H. den Ouden de firma die onder dezelfde naam mag worden voortgezet. Langzaam komt het bedrijf minder in de aandacht, alhoewel zij nog het monument maakt ter nagedachtenis van generaal-majoor Köhler, in 1873 gesneuveld in Atjeh. Ook werkt de firma nog mee aan de grafsteen van Thorbecke. In 1875 wordt het bedrijf weer overgenomen, nu door L.F.A. Benoist. Dan wordt het stil en verdwijnt het bedrijf in de vergetelheid. P.J. Devillers zelf overlijdt in 1889 in Brussel.
Hans Klomp.