Echo’s van de werkvloer
Residentie Melkinrichting (RMI)
het verhaal van Pieter Hus
Als je in de Haagvaarder een oproep doet aan mensen met verhalen over de melkfabrieken van Den Haag en omgeving, verwacht je niet dat je een uitgebreid verhaal krijgt van een bakker……..
En dan ook niet zo maar een bakker: Pieter Hus! Pieter Hus moest het “bakkerijgebeuren” zoals hij dat zelf noemt, vroegtijdig verlaten vanwege een zeer agressieve vorm van allergie voor o.a. meel. Tja, dan houdt het wel een beetje op als je bakker wilde worden.
Koude melk van een warme bakker
In 1949 werd Pieter Hus aangesteld als bedrijfsleider van de Residentie Melkinrichting (RMI) aan de Geestbrugkade in Rijswijk. De Haagse RMI (opgericht rond 1924) was een dochter van de rond 1900 opgerichte Rotterdamsche Melkinrichting.
De RMI was te vergelijken met de Sierkan in Den Haag, aldus Pieter Hus. Grote melkinrichtingen met een eigen bezorging, eigen winkels en zogenaamde melksalons met een zitje. De winkels verkochten naast melk en melkproducten ook boter, kaas en eieren.
Bezorging
“Toen ik net begon, had de RMI ongeveer 83 bezorgers, met ieder een afgebakende wijk. De wagens vielen wel op in het straatbeeld door hun groen-gele kleuren!”, vertelt Pieter Hus.
De bezorgers kwamen ‘s morgens vroeg tussen 5 en 6 uur laden via de ‘uitrij-stations’ die in Den Haag o.a. in de Mandarijnstraat, Keizerstraat en Spaarnestraat waren gevestigd. Ze waren dan afhankelijk van de grootte van de wijk tussen 2 en 4 uur klaar.”
“Het was in die tijd heel gewoon dat de mensen een tas aan de deur hingen met hun bestelling; in sommige gevallen had de bezorger zelfs een sleutel en kon het huis in!” Afgerekend werd een keer per week of zelfs per maand als men dat wilde.
Pieter Hus heeft nog meegemaakt dat er werd “gestreden” met de Sierkan om klanten te winnen in de nieuwbouwwijken Moerwijk en Morgenstond. En dat ging er niet altijd even netjes aan toe.
De winkels
RMI-winkel met melk en zuivelproducten.De RMI had in de tijd van Pieter Hus vijftien winkels: Stevinstraat, Keizerstraat, Pluvierstraat, Vlierboomstraat, Fahrenheitstraat, Goudenregenstraat, Beeklaan, Dierenselaan, Terletstraat, Thorbeckelaan, van der Vennestraat, Wapserveenstraat, Nassauplein, Van Hogenhoucklaan en de Parkweg in Voorburg.
“Na een paar jaar heb ik het assortiment van de winkels uitgebreid en de inrichting vernieuwd. Het werden zogenaamde Gelderse winkels, met naast het gebruikelijk assortiment ook fijne vleeswaren en aanverwante delicatessen“, vertelt Pieter Hus. “De eerste gekoelde verkoopvitrine voor fijne vleeswaren, heb ik zelf ontworpen en na een proef in serie laten maken“.
De fabriek
In de fabriek aan de Geestbrugkade was de productieleider de baas. De fabriek beschikte over een eigen laboratorium met gediplomeerde laboranten en assistenten voor het bemonsteren van elke bus met door boeren aangeleverde verse koemelk. Het hele proces vanaf de boer tot aan de consument stond onder strenge controle van het bureau Padmos aan de Laan van Meerdervoort. “Dus, naast controle in het eigen laboratorium, ook nog een onafhankelijke externe keuring, met vergelijking van uitslagen“.
Schoolmelk in Den Haag
Schoolmelk was in de jaren 50 en 60 een must en werd van overheidswege ingesteld en gesubsidieerd. In de lagere klassen werd een kwart liter per kind per dag aanbevolen. Bij de openbare aanbesteding in 1953 viel de RMI de eer te beurt om dit te realiseren.
In de begintijd betekende dit per week maar liefst 35.000 liter melk!
IJs
In de Honthorststraat in Den Haag was ook een afgiftestation voor het ERMI ijs dat werd opgeslagen in een grote diepvriescel. Het ijs werd gemaakt in Rotterdam; klein ijs voor wederverkopers zoals strandtenten, bioscopen en ijskarretjes, en ijstaarten voor thuisbezorging. “Voor die tijd was het best wel bijzonder dat particulieren een ijstaart konden bestellen voor bezorging op een door hun gewenst tijdstip. En wat voor taarten! Prachtig opgemaakt, heel divers van samenstelling en gemaakt van puur roomijs” vertelt Pieter Hus. De taarten waren thuis in het vriesvakje van de koelkast zo’n twee uur te bewaren.
Tot slot
Pieter Hus heeft tot 1960 gewerkt voor de RMI en kwam daarna door sollicitatie terecht bij Simon de Wit in Zaandam als inkoper en al snel hoofdinkoper. Na 24 jaar in de levensmiddelenbranche ging Pieter Hus in 1985 met pensioen.