Haagvaarder 83 (hoofdartikel)
Coenen Carrosseriefabriek, innovatief en veelzijdig
Start op de motorfiets
Wanneer Willem Frans Coenen eind jaren 30 op zijn motorfiets door de stad reed en een auto zag waarvan onderdelen of bekleding aan vernieuwing toe waren, dan deed hij een kaart onder de ruitenwisser met een reparatievoorstel en zijn adres. Zo startte carrosseriebedrijf Coenen in enkele garages aan de Pletterijstraat. Na korte tijd werd ook personeel aangenomen. Het gezin woonde ook in de Pletterijstraat in die tijd.
De rolhoes
Naast het carrosseriewerk werden ook nieuwe producten ontwikkeld. Coenen werkte een idee uit, dat hij bedacht in zijn jonge jaren toen hij bij Kipp in Delft werkte. Kipp maakte radiateurhoezen. Zo’n hoes zorgde ervoor dat de motor niet teveel afkoelde als je wegreed. Als de motor warm was, moest de hoes weer weggehaald worden. De jonge Willem opperde om een rolsysteem aan te brengen, dat vanuit de auto kon worden bediend. Zijn werkgever vond het maar niets. Maar toen hij eigen baas was, werkte hij dit idee uit en ontwikkelde de rolhoes, dat een zeer succesvol product werd. “Daar is mijn vader rijk van geworden”, aldus zijn zoon Michel.
Groei
Bij het 10-jarig jubileum in 1947 had Coenen ook een vestiging in Utrecht. Het gezamenlijk personeel bood hem een tegeltableau aan met het motto ‘Samenwerking’. Het bedrijf groeide verder met de ontwikkeling van het inbouwen van schuifdaken. In 1949 verkreeg de firma het octrooi op de sluiting van dit ‘Coenen patent schuifdak’.
Henri Ford
Coenen’s grote voorbeeld was Henri Ford. Op verzoek van Ford ontwikkelde Coenen in 1954 de eerste Europese veiligheidsgordels naar Amerikaanse tekeningen, die Ford voor hem verzorgde. Het band liet Coenen produceren bij Van Oerle in Boxtel. (De voortzetting van dit bedrijf is nu de grootste fabrikant van autogordelband !) Van die eerste 2.000 autogordels werden er maar weinig verkocht door Ford. Coenen kocht de partij terug en ging ze zelf verkopen en verder ontwikkelen. Met succes!
Veelzijdig en innovatief
Behalve schuifdaken, veiligheidsgordels en carrosseriewerk kon men bij Coenen ook terecht voor Imco imperiaals, VW-bedden, Cozonschermen en bekledingshoezen. Het bedrijf kende een grote expansie en nam daarom de naastliggende garages in gebruik, maar dit bood slechts korte tijd soelaas.
Nieuwbouw in de Binckhorst
Coenen verkreeg in 1955 een stuk grond in erfpacht aan de Binckhorstlaan op de hoek met de toenmalige Laakweg. Op 23 mei 1956 werd de eerste steen gelegd en nauwelijks een jaar later volgde de feestelijke opening. Als symbolische openingshandeling zaagde de voorzitter van de RAI een opening in een autodak, zoals dat gebeurde voor het inbouwen van een schuifdak. Er werkten toen zo’n 120 mensen, waarvan ongeveer een kwart familie was.
Veelzijdige persoonlijkheid
Veiligheid in het verkeer was een thema wat Coenen bleef bezighouden. Hij ontwikkelde kinderzitjes en ook valhelmen. Ook was hij de oprichter van het RAI-NO keuringsinstituut voor autogordels.
Daarnaast was hij een fervent rallyrijder, zo reed hij jaarlijks o.a. de Tulpenrally en won ook flink wat prijzen. Hij probeerde zijn enthousiasme voor de rallysport over te dragen op zijn zoons; als ze 21 werden nam hij ze mee in een rally.
Afloop en voortzetting
Met de komst van de oliecrisis begin jaren 70 realiseerden de zonen van Coenen, die in het bedrijf werkten, zich dat de bakens verzet moesten worden om het bedrijf te redden. De productie van autogordels en schuifdaken werd verkocht aan Engelse bedrijven, de afdelingen helmen en kinderzitjes gingen over in Duitse handen. De oudste zoon Wim zette het schadebedrijf voort, eerst in de Laakhaven en diens zoon runt nu het bedrijf in Rijswijk.
Jannie Havelaar
Bronnen:
- Interview met M.J.W. Coenen, 20 mei 2014.
- Fotoboek Coenen, opening carrosseriefabriek Binckhorstlaan, 1957.
- Diverse tijdschriften ANWB en KNAC.
Met dank aan:
- M.J.W. Coenen, Delft
- Firma Coenen, Rijswijk