Haagvaarder 51 (hoofdartikel)
Distilleerderij Mobach, een zoete herinnering?
Het loont immer de moeite om het steeds groeiende digitale fotoarchief van ons gemeentearchief te raadplegen. Zo trok onlangs een foto van het Buitenom mijn aandacht. Distilleerderij Mobach? Nooit van gehoord!
Geschiedschrijving
De economische geschiedschrijving van Den Haag is beslist nog niet ‘af’. Weliswaar is er enige belangstelling voor de geschiedenis van bedrijven die òf vanwege hun producten òf hun omvang de aandacht trekken, zoals Pander en de Pletterij Enthoven. Maar andere bedrijven zijn tot nu toe volledig ontsnapt aan de aandacht. Zo ontbreekt ook een goede beschrijving van de vele Haagse distilleerderijen. In 1892 telde Den Haag nog circa twintig distilleerderijen, maar nu geeft alleen Museum van Kleef geeft ons nu nog de “nasmaak” van hoe deze bedrijfstak functioneerde. En .. er is nog de gevel van distilleerderij De Ooievaar, die ooit stond aan de Hooftskade.
Vragen
Dus … hoe zit het nu met die Distilleerderij Mobach? Geen simpele vraag, er is geen bedrijfsarchief aanwezig en er is nimmer meer dan drie regels aan het bedrijf gewijd. Toch leverde een korte zoektocht wel aanknopingspunten én ook weer nieuwe vragen op. Het bedrijf schreeuwt om onderzoek. Wie neemt de handschoen op?
Mobachius Quaet
Wellicht is het bedrijf in 1821 opgericht langs de Zuidbinnensingel, nu Buitenom. Het is onduidelijk of de firma haar pand liet bouwen of een al bestaand pand betrok. Qua stijlkenmerken lijkt het immers ouder dan 1821. Het gebouw lijkt niet zo groot met haar smalle voorgevel, maar liep wel door tot aan de Spijkermakersstraat. De distilleerderij is vernoemd naar de familie Mobachius Quaet, de familie waarvan een dochter een rol speelde in het schandaal rond De Schoolmeester (Gerrit van de Linde). Wellicht is het bedrijf opgericht voor óf door Willem Mobachius Quaet (1796?1832), in 1823 getrouwd met Johanna Vollgraff. Zijn schoonvader wordt immers bij dit huwelijk als distillateur genoemd. Na het overlijden van Willem zou dan het bedrijf zijn overgegaan naar Johannes Vollgraff (1806?1864), een broer van Johanna. Hij staat later vermeld als distillateur en was tevens lid van de Haagse gemeenteraad. Het Haagse adressenboek van 1864/1865 vermeldt vervolgens D.J. van Bijsterveld als ‘brander’ op de Zuidbinnensingel. De familie Van Bijsterveld was wederom aangetrouwde familie, ditmaal via de vrouw van Johannes Vollgraff. De distilleerderij, ook wel genoemd ‘De gekroonde lelie’, bleef vanaf nu verder in hun handen. Wel werd het bedrijf in 1911 in het NRC te koop aangeboden, maar blijkbaar is dit niet doorgegaan. Want bij de viering van het 100-jarig bestaan in 1921 is mevrouw L.P.G. van Bijsterveld de eigenares. Zij krijgt van het personeel dan “een gedenkalbum, bevattende portretten van de firmanten” aangeboden. Uiteindelijk meldt Het Vaderland op zaterdag 27 november 1926, dat B&W het recht hebben verworven om de panden van de ‘Distilleerderij en Likeurstokerij Mobach’ aan te kopen. Dit om het kantoor van het naastgelegen kantoor van de Duinwaterleiding te kunnen uitbreiden. Aldus is het pand eind jaren twintig gesloopt en het bedrijf verdwenen.
Herinnering
Beslist dus geen volledig beeld van dit bedrijf, maar een verhaal vol vraagtekens. Nog een laatste; in Het Vaderland van 30 maart 1930 haalt dhr. De Vletter herinneringen op aan de Zuidbinnensingel en meldt dat er vroeger twee molens stonden langs de Zuidbinnensingel, waarvan “één op een bergje in ’t midden, gelegen naast de distilleerderij Mobach”. Distilleerderij Mobach heeft dus ruim honderd jaar bestaan, maar is nu volledig vergeten. Wie durft het aan verder te gaan graven in het verleden van dit bedrijf? Meldt u aan! Of … heeft iemand van u zélf nog een zoete herinnering aan deze likeurstokerij?
Hans Klomp
Bronnen:
- Adresboek van ‘s-Gravenhage
- Het Vaderland;
- NRC