Haagvaarder 48 (hoofdartikel)
Leendert Sillevis, 1757-1813
Stamvader redersfamilie
Oprechte erfgoedhouders verwijlend aan de Dunne Bierkade 12 spellen de inscriptie: “Leendert Sillevis werd in 1785 door de Haagse Magistraat aangesteld tot marktschipper op Dordrecht. Zijn opvolgers onderhielden vanuit dit pand tot 1921 een schroefstoombootdienst op Dordrecht”. Maar weten zij dat achter de naam van Sillevis (ook wel Selvis, Silvis, Sylvius) een verleden schuil gaat van transporteurs, vastgoedbezitters en patentoliefabrikanten? Een fragmentarisch inkijkje.
Van eenmansbedrijf tot rederij
Leendert Sillevis in 1757 geboren, werd kort nadat hij het beurtvaartmonopolie op Dordrecht had verkregen ingeschreven in het Valentijnsgilde van Den Haag. Zijn gereformeerde religie volgend, moet hij zijn talenten goed hebben gebruikt. Het beurtvaartbedrijf floreerde en samen met zijn vrouw, Adriana de Zeeuw, was hij in staat om veel vastgoed te kopen. Naast tal van panden in het oude havengebied, waren daar ook enige ‘oliezuiveringsmolens’ bij. Na zijn overlijden in het roemrijke jaar 1813 volgde de nog geen 20-jarige zoon Leendert hem op.
Braaf en deugdzaam
Leendert wist het redersbedrijf op Dordrecht verder tot ontwikkeling te brengen. Hij huwde een schippersdochter uit die stad en het gezin woonde beurtelings in Den Haag en Dordrecht. Een aanzienlijk deel van het onroerend goed van zijn ouders, waaronder een olieslagerij, kwam in zijn bezit. Bij zijn dood in 1863 hemelde één van zijn kinderen hem – verwijlend ‘op het graf van mijnen vader’ aldus op: “…Een tal van deugden hem versierde. Hoe goed hij was voor iedereen, Die hem een braven burger scheen, In weldoen vreugde had en tierde. Hoe men uit al zijn daden las Dat hij en braaf en deugdzaam was, Degelijk en verstandig tevens…”
Schroefstoombootdienst
Nazaten van deze Leendert verbonden zich in 1865 tot het “…in de vaart brengen van eenen Schroefboot, genaamd Hendrika Elisabeth, bestemd voor vervoer van goederen, passagiers en slepen van schepen in de dienst tusschen ’s Gravenhage en Dordrecht”. Dit leidde tot de oprichting van de firma P&G Sillevis, waarvan Pieter in Den Haag en Gerrardus in Dordrecht directeur werden. De vaart zat er in en omstreeks 1900 had men naast twee schroefstoomboten de beschikking over drie stoompakschuiten, varend op Rotterdam. In 1910 verhuisde het kantoor naar de Kranestraat.
Einde familiebedrijf
De gemeente was begin 20ste eeuw bezig met de aanleg van de Laakhaven. De reders en fabrikanten in het oude havengebied werden onder druk gezet daarheen te verkassen, waaronder Sillevis, die zich in 1921 aan de Goudriaankade 39-40 vestigde. Al veel eerder was Cornelis Kleyweg (later: Klyweg) als aangetrouwde familie in het bedrijf actief geworden. Zijn zoon, Hendrik Matthijs, werd later directeur, na diens dood in 1968, werd de firma overgenomen door Ballering en Van Leeuwen, eveneens werkzaam in transport, opslag en douanefaciliteiten. Aan de Leeghwaterkade 31, waarheen de rederij verhuisd was, herinnerde nog slechts de naam P&G Sillevis BV aan de roemrijke reders.
Gevelsteen en ijzeren letters
Mijmerden we bij de gevelsteen aan het Haagse grachtenpand, wordt het tijd af te reizen naar Dordrecht. Daar aan de Nieuwe Haven nr. 8 sieren smeedijzeren letters het voormalige kantoor van de “fa. d&g.sillevis. dordrecht – den haag”. In 1875 was de ligplaats aan de Nieuwbrug alleen nog maar bij hoogwater te bereiken “zeer ten ongerieve van de regelmatige uitoefening van haar beurtvaartdienst op Den Haag”. Vanaf 1925 tot 1965 werd de beurtvaartdienst onderhouden vanuit de Nieuwe Haven. Van daaruit werden rijst, suiker en vaten olie verscheept naar Den Haag.
drs. Cees de Kler
Bronnen:
- Gemeente Archief Dordrecht. 21731.
- W. Sillevis, Dichtbundeltje. n.a.v. grafbezoek op 28 mei 1867.
- Ver. voor industriële archeologie Zuid-Holland.
- Stadswandeling door Dordrecht: letterreclame, 2002, p.7.
- De economische ontwikkeling van Dordrecht 1795-1945. (Gedenkboek 150jaar KvK Dordrecht). 1946. p.110.
Met dank aan:
- J. Molenaar en M.Th. Smit-Boekelman voor hun in 1990 i.k.v. een HGA-cursus verrichtte onderzoek naar het beurtvaartbedrijf Sillevis.