Haagvaarder 45 (hoofdartikel)
Langs de deur
Het verhaal van een Hus-bakkerswagen
In 1895 startte Bastiaan Hus afkomstig uit Aarlanderveen aan de Jacob Catstraat in Den Haag een eigen bakkerij. In korte tijd groeide het bedrijf uit tot een van de vermaarde bakkerijen van de stad. Er verrezen Husvestigingen onder meer aan de Weimarstraat, de Waldorpstraat en op Scheveningen. Vanuit deze regiopunten bevoorraadden bakker-bezorgers de klanten aan huis. In 1938 reden er dagelijks 300 Husbezorgers rond en daarnaast waren er ook nog eens 280 Huswinkels!
De eerste handwagens
Een foto uit 1919 toont een deel van het wagenpark voor de fabriek. Hieronder bevinden zich voornamelijk handkarren. Dit waren eenvoudige rechthoekige bakken op twee grote wielen. Tot het wagenpark behoorden ook enkele kleine bakfietsen. Het assortiment was, in vergelijking met latere jaren, nog beperkt van omvang.
Bakfietsen
De handwagens bleven tot ver in de jaren dertig in gebruik. Wel kwamen er veel grotere exemplaren bij. Die waren nodig om het steeds verder uitbreidende bakkersassortiment onder te kunnen brengen. In deze periode kwamen ook de bakfietsen steeds meer op straat. Zij hadden wel een kleiner volume.
Na de oorlog werd de bromfietsmotor ingezet op de bakfietsen. Daarmee was de bezorger wel snel in de wijk, maar om van deur tot deur te gaan, was het niet praktisch. Dat gold ook voor de Villiers-motor, beter bekend als de trekhond, die voorop een wagen werd geplaatst. Deze inventie was geen echte vooruitgang. Men bleef echter zoeken naar een volwaardige opvolger.
De Spijkstaal
Die opvolger werd uiteindelijk de Spijkstaal. Al in 1950 had men een elektrische wagen in bedrijf genomen, maar deze bleek geen succes. In 1957 werd een nieuwe poging ondernomen met de Spijkstaal. De carrosserie werd naar eigen tekening gemaakt. De eerste Spijkstaal reed in de wijk rond de Pletterijstraat en de Merwedestraat. De Spijkstaal had een elektrisch aangedreven bediening, die zeer eenvoudig was met slechts één pedaal. De wagen had veel ruimte, het volledige assortiment kon mee. In deze periode had Hus nog 365 bezorgers en het bedrijf vormde daarmee een herkenbare verschijning in de stad. Pas in 1987 zou de naam Hus voorgoed uit het Haagse straatbeeld verdwijnen.
Nieuw leven voor een bakkerswagen
Van de vele honderden HUS-wagens zijn er vermoedelijk weinig overgebleven. Min of meer bij toeval kwamen vader Cor en zoon Peter Bol rond 1980 in het bezit van een oude wagen. Hij was tot die tijd in gebruik voor de opslag van verlichtingssnoeren op de markt in Wassenaar. De kar raakte in onbruik en werd overgedaan aan vader en zoon Bol en werd ergens opgeslagen. De carboleumlaag werd verwijderd en het hout tegen houtworm behandeld. Daarna werd een tijd lang niets met de wagen gedaan. Totdat zoon Peter in 2002 tijd kreeg om de lang gekoesterde wens om de wagen weer in oude glorie te herstellen in vervulling kon laten gaan. De wagen verhuisde naar de camping en de werkzaamheden namen een aanvang. Eerst werden ontbrekende delen, zoals een kist die voor en achter aan de kar hing bijgemaakt en zo ook het ontbrekende beslag. Daarna werd de wagen geheel in de grondverf gezet en vervolgens authentiek gehout. Toen konden alle lossen onderdelen weer in elkaar gezet worden en zag de bakkerswagen er weer als vanouds uit. Inmiddels had Peter Bol de smaak te pakken en was hij zo gehecht geraakt aan de wagen dat hij er een exemplaar, op schaal, ook voor in huis bijmaakte. Dankzij dit bijzondere particulier initiatief is een authentieke Hus-bakkerswagen behouden.
Koos Havelaar
Bronnen:
- P. Hus, Niet bij brood alleen. Kijk op Hus 1895-1987, Middelburg 2002
Met dank aan:
- Peter Bol en Bianca Bol