Haagvaarder 32 (hoofdartikel)
Uitgerookt!
In de Scheveningse haven wordt al geruime tijd gewerkt aan een nieuwe uitstraling van dit gebied. Binnenkort komt ook de bebouwing aan de Dr. Lelykade aan de beurt voor een vernieuwingsslag. Zeker is dat een aantal gebouwen zullen worden behouden, zoals de oude visafslag uit 1935 en in aangepaste vorm de voormalige rokerij van Den Dulk (Dr. Lelykade 188-196).
Visserijverleden
De strijd voor een Scheveningse vissershaven heeft de gemoederen in het dorp gedurende de gehele 19e eeuw bezig gehouden. Daarnaast speelde zich alles op het strand af. De bomschuiten werden op het strand getrokken en ook de visafslag vond hier plaats. Een zware storm in 1894 gaf de doorslag tot het definitieve plan voor de aanleg van de eerste binnenhaven. Vanaf 1923 volgde de tweede binnenhaven, het gebied van de huidige Dr. Lelykade.
Rokerijen
Een bekende nijverheid rond de visserij was de visrokerij. Er werd met name veel bokking (gerookte haring) en makreel gerookt. Aanvankelijk waren de rokerijen gevestigd in het dorp. In 1928 werd door Bouw- en Woningtoezicht begonnen met de samenstelling van een nieuw stedenbouwkundig plan voor het gebied ten zuidwesten van de Keizerstraat. Hier bevonden zich toen 16 rokerijen. De rokerijen lieten hun rook door het pannendak naar buiten gaan. De nieuwe hinderwet van 1929 schreef daarom voor dat nieuwe rokerijen alleen werden toegestaan in een industriewijk. Tevens wilde de gemeente ondernemers verplichten een hoge schoorsteen te gebruiken.
Rederij Den Dulk
Als één van de laatste rokerijen vertrok ook deze firma uit het dorp. Den Dulk kreeg in 1936 toestemming aan de Dr. Lelykade een nieuw bedrijfspand te bouwen. De bekende Scheveningse architect C.J. van Duijne kreeg de opdracht om een ontwerp te maken. Dit bestond uit een langgerekt complex met een 25 m. hoge schoorsteen, een brede poort en een binnenterrein. De indeling van de rokerij bestond uit een natte en droge verlenger. In de natte verlenger werd de vis aan staven geregen. In de droge ruimte werd de gerookte vis verpakt in kistjes. Tussen deze twee ruimten bevonden zich de rookkamers of sassen. Aanvankelijk waren dit er hier zes. In 1950 breidde de rederij de rokerij uit met een viertal sassen, die samen met de reeds aanwezige rookkamers werden voorzien van korte schoorstenen. Daarmee werd de schoorsteen buiten gebruik gesteld. De fabriekspijp aan de Dr. Lelykade sprak tot de verbeelding van de vissers. Zo was volgens hun spraakgebruik de bemanning van de loggers SCH 87 en 200 in dienst van rederij ‘De Pijp’.
Hergebruik
De rokerij Den Dulk is allang verleden tijd. Het pand heeft na het vertrek van de firma diverse bestemmingen gehad. De huidige eigenaar heeft nieuwe plannen met dit complex. Het bureau Scala Architecten maakte hiervoor een ontwerp met behoud/herbouw van de oorspronkelijk gevel, dakkappen en de schoorsteen. De oorspronkelijk indeling met middenin de tien kleine rookkamers zal daarbij onvermijdelijk verloren gaan. Hiervoor in de plaats komt een grote open hal. Vreemde eend in de bijt blijft het hoge woongebouw dat naast de rokerij is gepland en ontworpen is door de architect Vredenburg. Dit complex zal deels boven de kap hangen en zelfs een steun middenin het complex nodig hebben!
Schoorsteen
De schoorsteen is nog steeds een markant baken in de Scheveningse haven. In de gemeentelijke Cultuur Historische Verkenning ‘Haagse schoorstenen’ uit 1998, gebaseerd op de SHIE-inventarisatie van 1997, wordt de pijp een hoge cultuurhistorische waarde toegekend. Helaas is de verwachte plaatsing op de monumentenlijst nog steeds achterwege gebleven. Dit lijkt toch wel noodzakelijk gezien het hoge tempo waarin schoorstenen verdwijnen.
Koos Havelaar
Bronnen:
- Cultuur Historische Verkenning. Scheveningse Haven (1996) en Haagse Schoorstenen (1998). P. Spaans/G. van der Toorn
- Vertel mij wat van Scheveningen, Den Haag 1998. Scala Architecten, Den Haag