Haagvaarder 15 (hoofdartikel)
Glas in lood, een samengaan van kunst en ambacht
Glas in lood in de woningbouw
De meeste van ons denken bij glas in lood in eerste instantie aan de mooie ramen uit de veertiende tot en met de zestiende eeuw in kerken en kathedralen. Rond de eeuwwisseling kreeg de glas in lood kunst echter een nieuwe impuls in de woningbouw door de Art Nouveau. Een veel Haagse wijken zoals Statenkwartier, Scheveningen, Valkenbos- en Regentessekwartier en Duinoord is glas in lood te bewonderen in bovenlichten en ingangspartijen van de herenhuizen die net na 1900 zijn gebouwd.
Het voornaamste kenmerk daarbij is het door het in vloeiende lijnen weergeven van planten, dieren en vrouwenfiguren.
Het toepassen van de glas in lood in de woningbouw beleeft de in kwantitatief opzicht een hoogtepunt in de jaren twintig en dertig van deze eeuw. Om aan de grote vraag te kunnen voldoen werd in deze tijd vaak ‘afsnijsel’ van glasfabrieken gebruikte. Deze stukken gekleurd en ongekleurd glas werden tegen stukloon tot raampjes verwerkt.
De techniek van glas in lood
Bij glas in lood worden verschillende stukken gekleurd glas door middel van gesoldeerde strippen lood met elkaar verbonden tot een groot venster. De loden strippen verbinden zich tot lijnen die bewust een onderdeel uitmaken van de compositie. Het lood werd vroeger door de glasateliers zelf gegoten en gewalst tot de gewenste vorm. Tegenwoordig komt het lood rechtstreeks van de fabriek en wordt het in het atelier tot de gewenste breedte gewalst. Tussen het lood en het glas wordt een kit aangebracht, die bestaat uit een mengsel van lijnolie, krijt en zwartsel. Deze kit zorgt ervoor dat het venster waterdicht wordt.
Ontwerper en uitvoerder van een glas in lood raam zijn meestal niet dezelfde persoon. Het gaat daarbij om een samengaan van het idee van de ontwerper en de technische uitvoerbaarheid ervan. Er wordt eerst een schets gemaakt, waarna een karton op ware grootte wordt getekend, dat voorzien is van dikke potloodlijnen die het loodwerk aangeven. Deze lijnen worden vervolgens overgebracht op een zogenaamde snijtekening. Deze snijtekening wordt dat delen verknipt, die als snijmallen worden gebruikt. Hierlangs wordt het glas gesneden met een diamant of glassnijder. Daarna kan met de loden strips het venster worden voltooid.
Gebrandschilderd glas
Bij gebrandschilderd glas wordt glas met speciale verf beschilderd teneinde op het glas schaduwen en lijnen aan te brengen. Voor deze grisailleverf wordt fijngemalen ijzeroxide gebruikt, gemengd met poederglas en een bindmiddel. Deze verf in poedervorm wordt daarna aangemaakt met arabische gom en natuurazijn of water. Als de aangebrachte verf droog is kan door middel van krassen of borstelen een eventueel teveel aan verf worden verwijderd. Vervolgens wordt in een oven het beschilderde glas zodanig verhit dat verflaag en glas met elkaar versmelten.
Den Haag kende een groot aantal ateliers en werkplaatsen voor glas en lood. De meest bekenden waren de firma’s Crabet, Kerling, Van Rij en Ter Gast, Lou Asperslagh, Gips en Liefkens. Dit laatste bedrijf voerde onder meer ontwerpen van Chris Lebeau, G.A.H. van der Stok en B. Hofman uit.
drs. Antoinette van der Horst
Bron:
- Haags glas-in-lood, brochure bij tentoonstelling in de kunstkar van het Haags Gemeentemuseum, augustus – december 1985.