Haagvaarder 97 (hoofdartikel)
Rippen Piano’s
Rippen Piano’s
Toen Dirk Anton Rippen in 1903 besloot vanuit Kampen naar de mondaine hofstad Den Haag te verhuizen kon hij niet vermoeden dat zijn zoon Johan Jacob Rippen de stichter zou worden van de grootste pianofabriek in Europa.
Het begin aan de Grote Markt
Het begon eenvoudig, want D.A. Rippen opende een pianowinkel aan de Grote Markt, nummer 22, dus naast het bekende gebouw ‘De Volharding”. Drie jaar later werd de pianozaak verplaatst naar de Piet Heinstraat 42. Daar leerde Johan het vak van zijn vader, en hij deed ervaring op bij andere pianofabrieken.
Het was de bedoeling dat Johan zijn vader zou opvolgen in het bedrijf, maar door de crisis in de jaren 30 veranderde de productie van piano’s in Duitsland: daar werden steeds meer zogenaamde ‘Kleinpiano’s’ gebouwd: veel lager dan de traditionele piano. Een gevolg was dat de snaarlengte ook veel korter werd, en daarmee ook de kwaliteit van de pianoklanken.
Nieuwe piano
Johan Rippen, inmiddels 26 jaar oud, en bekend met de techniek van de pianobouw, kwam op het idee de piano opnieuw vorm te geven. In plaats van eerst een kast bouwen, en dan het mechaniek en de besnaring aan te brengen, tekende hij het verloop van de snaren. De bassnaren zijn aanmerkelijk langer dan de snaren voor de hoogste tonen. En in plaats van de besnaring gekruist te plaatsen, zoals gebruikelijk is bij normale piano’s, koos Johan Rippen voor parallel besnaring: dus alle snaren evenwijdig en verticaal. Zo ontstaat dan ongeveer de vorm van een harp, waar de snaren ook evenwijdig gespannen zijn.
Johan tekende daar de kast omheen, en besloot in zijn vrije tijd een eerste exemplaar te bouwen.
Het resultaat was verrassend: geen rechthoekige kast, vaak zwart gepolitoerd, en ook geen matig klinkende ‘Kleinpiano’.
Rippen Maestro
De pianowereld is erg behoudend, dat blijkt ook wel uit het feit dat er weinig verschil is tussen een piano die een eeuw geleden of een maand geleden afgeleverd werd. Daarom zal het niet verbazen dat er eerst meewarig werd gereageerd op het proefmodel dat in 1937 gereed kwam in de werkplaats van Rippen aan de Bilderdijkstraat 151.
Johan Rippen presenteerde zijn ‘uitvinding’ onder de naam Rippen Maestro, en in advertenties als ‘Harpvleugel’ . De klank van deze ‘staande vleugel’ was echter opmerkelijk goed, en de elegant gewelfde kast werd door velen gewaardeerd. Met dit gedurfde experiment werd de productie opgevoerd van 5 stuks per jaar, snel stijgend naar 50 stuks, en kort na 1945 tot 500 piano’s per jaar.
Verhuizing naar Ede
De pianofabriek van Johan Rippen groeide na 1945 gestaag. Op verschillende adressen werden piano’s gebouwd, maar uitbreiding in Den Haag was niet mogelijk. De fabricage werd verplaatst naar Ede. Daar werd in 1957 een nieuwe fabriek gebouwd, met in de voorspoedige jaren 60 meer dan 200 man personeel. De dagelijks productie van piano’s lag rond de 15 instrumenten.
Toch bleef de naam Rippen in combinatie met piano’s en vleugels nog een halve eeuw toonaangevend in de Hofstad. Op het adres Noordeinde 154 was de pianozaak Rippen & Rijken, met ook een afdeling LP, en later CD’s. Achter de winkel was een kleine zaal, en veel beroemde musici kwamen daar om zich voor te bereiden op hun concerten in Den Haag. In de loop der jaren waren dat onder meer: Rachmaninov, Maurice Ravel, Béla Bartok en Arthur Rubinstein.
In 2003 sloot de winkel definitief haar deuren, precies een eeuw na de start op de Grote Markt. Nu is in het pand aan het Noordeinde de galerie “Het Cleyne Huys” gevestigd.
Pieter Verhulst
Bestuurslid Stichting Pro Piano