Echo’s van de werkvloer
M. Danckaerts-Godschalk, Succes agenda
In december 2013 werd naar aanleiding van een eerdere aanmelding van het bedrijfsblad van de firma Succes, een bezoek gebracht aan mevrouw Danckaerts-Godschalk. Zij werkte gedurende twee periodes, 1963-1968 en 1981-1984, bij de firma van de bekende agenda aan het Prinsevinkenpark. Hiervandaan werd ook de Baedeker voor de Huisvrouw verkocht en de boeken van de Nederlandse Boekenclub. Haar verhaal geeft een aardig inzicht in het reilen en zeilen van dit Haagse bedrijf dat vanaf 1928 heeft bestaan tot 1985.
Hoe kwam u bij Succes terecht?
“Ik werkte bij Lloyd op de Korte Vijverberg, op kantoor. Daar was een meisje waar ik mee op trok, die zei ‘joh, ik ben ergens anders wezen solliciteren en dat is echt wat voor jou, allemaal boeken’ (ik ben een erge lezer) ‘en ze vragen nog mensen’. Dus, ik denk, nou ja, ik kan het allicht proberen. Ik daar naar toe, voor een gesprek met mevrouw Bambergen, en aangenomen, boem”.
…”Ik kwam bij de Baedeker voor de huisvrouw, dat was een serie van 25 boeken. Als iemand ging trouwen, dan kwam de felicitatiedienst langs. Een mevrouw met een koffer en daar kwam van alles uit, allerlei cadeautjes, maar ze probeerde je ook van alles aan te smeren… onder andere zo’n serie van de Baedeker voor de huisvrouw. Je kreeg elke maand zo’n boek, want dan werd je pas een goede huisvrouw. Ze hadden vier kookboeken, een boek over hoe je plantjes moest verzorgen, hoe je je huis schoon moest maken, hoe je als vrouw in elkaar zat, noem maar op. Als de nieuwe huisvrouw had getekend, kregen wij het ingevulde formulier. Dus: nieuwe klant intikken. Je moest een vel indraaien met 5 doorslagen (!) en dan moest je dus heel hard slaan op de typemachine anders kwam het niet op die vijfde doorslag. Daar werd o.a. een kaart van gemaakt, die werd bedrukt met aan de bovenkant de naam, het adres, lidnummer e.d.. Die kaart kwam in een ronsel, dat was een ronddraaiende bak en daar zaten honderden kaarten in op alfabet. Als er dan een brief, telefoon of betaling kwam, zocht je de betreffende kaart erbij”.
“Sommige echtgenoten belden ons, want ze waren een beetje boos, omdat hun vrouw getekend had, tenslotte was dat elke maand een bepaald bedrag. De man vroeg dan boos: ‘Spreek ik met de Bedekker van de huisvrouw?’ Want, bae, ze wisten niet zo snel hoe ze dat nou moesten uitspreken. Wij jonge meiden giechelen natuurlijk. Meestal waren we coulant, als iemand zei: ‘we willen het niet’, dan was het niet van ‘U zit er aan vast’. Daar werd niet moeilijk over gedaan”.
“Het was een grote zaal in het Prinsevinkenpark, die helemaal tot de achterkant doorliep. Er zaten daar heel wat mensen, ik denk wel een man of 25; vrouwen, mannen en ook jongens. In die zaal zat ook de sortering en de Succesagenda en er was een zaalchef en een ‘opperchef’. De zaalchef keek dan of het allemaal goed ging, of je niet teveel praatte, of teveel zat te giebelen. We mochten bijvoorbeeld niet iets eten als we daar zaten, dat deed je in de kantine”.
“Als ik er aan terug denk, denk ik altijd aan de hele goede sfeer, ook voor het personeel. Ze deden ontzettend veel voor het personeel. Je kreeg ten eerste kansen voor opleidingen, maar je kreeg ook de kans om je zegje te doen. Bijvoorbeeld via de ideeënbus, dat werd heel erg gestimuleerd, dat je met eigen ideeën kwam over het proces waar jij mee bezig was. Dat werd vaak beloond met een geldprijsje”.
Op een gegeven moment bent u voor de Succesagenda gaan werken?
“Die agenda, dat was wel erg seizoensgebonden, maar het begon wel vroeg, zo in september en daarna ging het aantrekken. Dan gingen we de remboursen doen, dat waren honderden agenda’s, die onder rembours werden verstuurd”.
Werd je daar abonnee van?
“Ja, mensen konden zich daar op inschrijven en die kregen dan elk jaar een agenda-inhoud.
We hadden ook hele grote klanten, onder andere Krommenie, de linoleumfabriek. Die had altijd een hele grote zending van een paar honderd agenda’s. De omslagen voor deze leren agenda’s werden bedrukt met de letter ‘k’, van Krommenie. Als zo’n klant belde moest je er best wel wat kennis van hebben. Wilt u kalfsleer, wilt u rundleer, wilt u ongeverfd leer, heeft u een logo? Wilt u dat in een kleur of in goud? Er was heel veel mogelijk. Ook in de inhoud kon bijvoorbeeld in het alfabet reclame worden opgenomen.”
Gebeurde dat ook allemaal aan het Prinsevinkenpark?
“Dat drukken niet, het drukken ging buiten de deur en het bedrukken van de agenda’s, dat was eigenlijk heel gek, dat deed Van Rijmenam. Die deed natuurlijk ook veel in agenda’s en die hadden een afdeling waar ze dat aankonden”.
“Het werk op die agenda-afdeling was wel erg hectisch. Maar goed, als het weer een beetje was weggeëbd, ging je weer de retourbehandelingen van de remboursen doen. Op een gegeven moment was er niet veel meer te doen. Dus toen zijn ze eigenlijk begonnen om mij in te zetten op allerlei andere afdelingen. Dan zat ik bijvoorbeeld een paar maanden bij de Boekenclub in de Riouwstraat als sectiechef. Met zes van die jonge meiden aan de ronsels onder me”.
Die Boekenclub, die zat er toen ook al bij?
“Ja, het was ontzettend veel. Het is begonnen met het Maandbad Succes in 1928. Door het succes van dit blad gingen ze o.a. cursussen ontwikkelen, dat werd het Succes Instituut (SI). Dat waren een soort schriftelijke cursussen, vooral voor zakenmensen.
Ze hadden veel, de Succesagenda, die kwam er bij, toen de Nederlandse Boekenclub, de Nederlandse Luisterclub, platen die ze gingen uitbrengen, de Universiteit voor zelfstudie, die zie je nog weleens bij bepaalde series op TV, dat zijn die blauwe banden. De SEB, Succes – Efficiency – Bibliotheek, dat waren zakenboeken.
Dan had je Visafoon, dat waren talencursussen met grammofoonplaten. Reproducties en posters gingen ze maken en we hadden natuurlijk heel veel winkels. Op een gegeven moment zaten die winkels ook overal en je had ook nog bijkantoren en vertegenwoordigingen, ook in het buitenland. Het is zo groot geweest. Wij hadden alleen al zo’n 350 werknemers alles bij elkaar, verdeeld over drie panden: de Celebesstraat, de Riouwstraat en het Prinsevinkenpark en later natuurlijk ook onze opslag en verzending in Roelofarendsveen”.
Hoe was het Prinsenvinkenpark ingedeeld?
“Je kwam binnen door glazen deuren in de hal, deze was heel groot met een marmeren vloer en een prachtige trap, je had een vide met een looppad rondom. Het was een oude villa.
In de hal was de balie, daar ving je alle mensen op die kwamen om bijvoorbeeld iemand te spreken of mensen die kwamen met:..’nou heb ik een boek ontvangen en het is beschadigd’, ik noem maar wat.
Op de 1e etage zat Mevrouw Stegerhoek, de bedrijfsleidster. Zij zat in een kamer met glazen ramen naar de zijde van de vide, je kon haar altijd zien zitten. De deur stond open en je mocht altijd bij haar naar binnen, ze zat beslist niet opgesloten.
Dan had je een spreekkamertje daar kon je even gaan zitten als je een klant had, zoals ik met de Succesagenda. En er was een hele grote kamer voor meneer Schreuder [de directeur] en zijn secretaresse.
Ze hadden ook ontwerpers in dienst die, naar mijn idee, ook bijvoorbeeld het drukwerk vorm gaven,de logo’s ontwierpen en voor de Succesagenda werkten. Bij die Succesagenda was er natuurlijk altijd elke dag een nieuwe spreuk en dat is nog steeds, dat was altijd wel heel leuk, zoals [leest voor uit huidige Succesagenda] ‘Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus’.
En dan had je helemaal boven, op de bovenste etage aan het Prinsevinkenpark de boekhouding”.
Hoeveel dagen werkte je?
“In het begin gewoon vijf dagen, ik was toen nog niet getrouwd. Toen ik in 1981 terugkwam, ben ik daar begonnen voor 1 dag in de week. Ze zochten iemand voor de balie, dat was wel iets voor mij, de jongste [van de kinderen] was 6 en ik dacht voor één dag moet dat wel kunnen. Succes ging met zijn tijd mee en had al heel gauw veel geautomatiseerd. Bij de kassa draaide je elke dag een cassettebandje uit, dat werd uitgelezen door de Rekenkamer (de Computerafdeling). Dat gebeurde ook met de cassettebandjes van de andere filialen, daardoor konden ze dat bundelen en wisten ze precies hoe de verkoop en retouren waren. Het geheimzinnige in die tijd van computers interesseerde me erg en daarom ben ik informatica gaan studeren via de MEAO. Nadat ik verschillende AMBI modules had behaald wilde ik er ook wel mee aan de slag. Daarom heb ik gevraagd of ik naar de Rekenkamer mocht en ik ging daar als een soort secretaresse aan de slag, allerlei programma’s uittikken, die de programmeurs maakten. Verslagen maken voor Honeywell Bull, dat was onze automatiseringsleverancier. Dus toen werd het eigenlijk meer de informaticakant”.
“De Rekenkamer zat in de Celebesstraat, op de eerste etage. Vroeger zat daar Adresso, de ponsafdeling. Met grote machines om de ponskaarten te maken. Deze ruimte werd steeds meer ingenomen door alle benodigdheden voor het draaien van de computers o.a. een grote koelkamer voor de computer. En op een gegeven moment hing er op het mededelingenbord een bericht, dat we nu 1 Gigabyte aan geheugen hadden. Daar waren we volgens mij de eerste mee in Nederland, die zoveel data kon opslaan. Daar waren we ontzettend trots op.”
“Het was in die tijd wel een soort postorderbedrijf met de Nederlandsche Boekenclub, de Baedeker en de Universiteit voor Zelfstudie. En toch hebben ze het niet gered, want in 1985 zijn we over de kop gegaan. Dat was wel dramatisch. Ik heb er nog stukken over, dat ze eigenlijk eerst de Succesagenda hebben losgeweekt. Ze hebben er twee aparte firma’s van gemaakt: Succesagenda BV en Succesboek BV. Toen is het boekgedeelte verkocht aan Bertelsmann AG uit Duitsland. Er werden heel veel mensen ontslagen. Het gekke is, dat ik wel voelde dat het misging. Ik ben vlak voor het echt helemaal was afgelopen daar weggegaan. Ik dacht, dit wordt het niet”.
“Toen het Bertelsmann AG werd is de naam veranderd in ECI.
Het was jammer dat de oude naam verloren ging. Ze waren echt een uitgever met een eigen gezicht. Met een lectoraat, die bepaalde welke boeken er zouden worden uitgegeven. Een ontwerpafdeling voor de omslagen en de vormgeving of tekeningen in de boeken. Met veel bijzondere reeksen.”
“Voor mij is het echt bij Succes begonnen. In het informatieboekje van de firma staan aan het eind ‘De 10 overtuigingen van de Succes-medewerkers’. Deze zouden nog steeds van toepassing kunnen zijn.”