Haagvaarder 75 (hoofdartikel)
Arbeidsmigranten bij Ed.Laurens: Turken en Joegoslavische vrouwen
“Hij was een ongrijpbare, mysterieuze man, maar hij zorgde er wel voor, dat er Turken kwa-men”, aldus Ben van Gageldonk over Victor Arditi. Eind jaren 50 in de vorige eeuw, toen het tekort aan arbeidskrachten sterk toenam, werd er actief geworven in landen als Spanje en Italië. Begin jaren 60 volgden Marokko en Turkije. Arditi, Grieks van geboorte en als lasser bij Van Heijst begonnen, sprak diverse talen waaronder Turks. Daarom werd hij belast met het werven van arbeiders uit Turkije. Dat bleef niet onopgemerkt door directeur Klijn van Ed.Laurens. Deze vroeg Arditi ook voor de ‘Caballerofabriek’ Turken te werven. Turkije kamp-te met een enorme werkeloosheid en kende een uitgebreide tabaksindustrie, dus zou men er gemotiveerde arbeiders, mét ervaring in de tabak, kunnen werven. Maar de eerste Turken die in december 1964 bij Ed.Laurens arriveerden, kwamen uit de Belgische mijnen! “Zij gaven de voorkeur aan het fabriekswerk bij Ed.Laurens bóven het zwaardere werk onder de grond,” meent Han Bik zich te herinneren.
VIP behandeling
De directie behandelde de arbeidsmigranten als vips, bang om ze weer kwijt te raken. Het verloop onder de Nederlandse werknemers was immers groot. Er werd door de directie actief meegewerkt aan de huisvesting van de Turken, ook als ze niet voor het pension aan de Sta-tionsweg kozen. De woonruimte werd zelfs gecontroleerd, als de Turkse werknemers terecht kwamen in een buurt met een minder goede reputatie.
Nog vóór er termen vielen als ‘onderwijs in eigen taal en cultuur’, spande de bedrijfsvereni-ging van Ed.Laurens zich in voor de eigen cultuur van de Turken. Speciaal voor hen werd Seker Bayrami ofwel het Suikerfeest georganiseerd. Zelfs het kerstpakket werd voor hen aangepast: de gebruikelijke rollade werd vervangen door een kip. De directie wilde begrip kweken voor de eigen cultuur van de Turken en verzorgde in het personeelsblad Laurens Melange een serie artikelen onder de titel “Er klinkt een vreemde taal door de gebouwen”.
Eén actieve werving van Turken bleek genoeg. De mond-tot-mondreclame zorgde voor een constante toestroom van arbeiders. Ed. Laurens stond bekend om de goede arbeidsvoor-waarden, waaronder een relatief hoog loon. Ook zou er voldoende ruimte zijn om in het be-drijf omhoog te klimmen. Han Bik was zeer tevreden over hen: “Ze waren nooit ziek, hadden een behoorlijk werktempo en er was weinig verloop onder hen”.
Eind jaren 60 werkten er zo’n 140 Turken op een totaal van 640 werknemers bij Ed. Laurens. Zij gingen zich roeren en vormden een pressiegroep die gebedspauzes op het werk wilde afdwingen. Daarop besloot de directie geen Turken meer aan te nemen.
Joegoslavische vrouwen
Inmiddels was er op de productieafdeling steeds meer ruimte gekomen voor vrouwelijk per-soneel. Men dacht aan het werven van Joegoslavische vrouwen. Elders in ons land had men daar goede ervaringen mee opgedaan. Dus toog personeelschef Bert Hasper in 1969 naar Joegoslavië, mét toestemming van het ministerie van Sociale Zaken en medewerking van de Nederlandse ambassade in Belgrado. Er vond een voorselectie plaats: van de 60 vrouwen bleven er 37 over. Daaruit moest Hasper er 23 kiezen. Men moest tussen de 21 en 40 zijn en ongehuwd. In geval van zwangerschap, zou het arbeidscontract verbroken worden en moest de jonge vrouw haar eigen terugreis naar Joegoslavië betalen.
Op 10 november 1969 arriveerde de eerste groep Joegoslavische vrouwen in Den Haag. Ze werden voornamelijk ingezet op de inpakafdeling van de fabriek. Ed.Laurens bemiddelde bij de huisvesting. Het werd pension Yugoslavenski Dom – Joegoslavisch Tehuis – aan de Sta-tionsweg in Den Haag. Voor ƒ60,- per week kregen de dames er kost en inwoning. Dat heeft zo’n drie jaar geduurd. Daarna gingen de meeste vrouwen toch liever zelfstandig wonen.
De Haagsche Courant van 19 november 1969 schreef, dat de Joegoslavische vrouwen het naar haar zin hadden. Op de vraag “Wat vinden jullie het mooist in Den Haag?” werd bijna unaniem geantwoord: “De bruidsjaponnen!” Niet veel later is personeelschef Bert Hasper met één van haar, Mila Markovic, in het huwelijk getreden. Nog enkelen zijn gehuwd en in Nederland gebleven, maar de meesten zijn uiteindelijk naar Joegoslavië teruggekeerd.
Frans Holtkamp
Bronnen:
- Interview met Han Bik, voormalig hoofddirecteur van Ed.Laurens.
- Interview met Ben van Gageldonk, voormalig redacteur bedrijfsblad Laurens Melange.
- A. Cottaar, Ik had een neef in Den Haag. Nieuwkomers in de twintigste eeuw,Zwolle, 1998.
- A. Snel, J. de Boom, J.Burgers en G.Engbersen. Migratie, Integratie en Criminaliteit: migranten uit voormalig Joegoslavië en de voormalige Sovjet-Unie in Nederland. Rotterdam 2000.