Haagvaarder 66 (hoofdartikel)
De Elva: Haagse producten bepalen het straat- en kantoorbeeld
Bijna honderd jaar geleden (op 1 december 1910) werd de Elva opgericht. Elva is een afkorting van de naam van de oprichter, de heer L. (Luc) Valkenburgh. De volledige naam van het bedrijf luidde: “Nederlandsche Industrieële – en Handels – Onderneming van L. Valkenburgh”.
Het bedrijf begon als wagenmakerij met de reparatie en later ook productie van diverse soorten wagens voor bijvoorbeeld melkboeren en stalhouders. Deze wagens waren aanvankelijk van hout, maar later werd steeds meer ijzer als constructiemateriaal toegepast en was het al snel noodzakelijk een eigen smederij in te richten.
Onder de vele klanten waren de Koninklijke Stallen, waarvoor onderhoud aan de koetsen plaatsvond (met name de wielen). Dit gebeurde ook voor de Gouden Koets. Een opzienbarende activiteit was het geschikt maken van de (zwarte) lijkkoets voor de begrafenis van Koningin Emma in 1934.
PTT als klant
De PTT is altijd een belangrijke afnemer geweest van de Elva. Dit gold voor producten als zakkenrekken, zakkenstellingen en ander posttechnisch meubilair. Heel specifiek was een speciaal voor de PTT ontwikkelde bakfiets, die een bekende verschijning was in het Nederlandse straatbeeld. Deze bakfiets had de zogenaamde linnen Elva kap, die aan twee zijden kon worden opgeklapt, zodat de pakketjes droog konden worden vervoerd en gemakkelijk konden worden uitgeleverd. Men had kennelijk hoge verwachtingen van dit concept, ook internationaal, omdat hiervoor in landen als Denemarken, Groot-Brittannië en Zwitserland patent werd aangevraagd en verkregen. Het is niet bekend of dit product ooit is geëxporteerd.
Carrosserie bestelauto’s
Een ontwikkeling, die nog voor de tweede wereldoorlog plaats vond, was de opkomst van de bestelauto. Het was toen gebruikelijk om voor een bedrijf specifiek een carrosserie te bouwen, die op een chassis werd opgebouwd.
Elva leverde bestelauto’s aan vele bekende Haagse bedrijven. Deze voertuigen waren mede bepalend voor het toenmalige Haagse straatbeeld. Ook deze bestelauto’s waren aanvankelijk nog van hout, maar al spoedig geheel van plaatstaal gemaakt. Dit betekende, dat het bedrijf zich steeds meer moest gaan inrichten op metaalbewerking en spuit- en moffeltechnieken.
Scheidingswanden
De oorlogsperiode was uiteraard een moeilijke periode voor het bedrijf en na de oorlog moest het bedrijf zijn draai weer vinden. Bestelauto’s werden inmiddels compleet met carrosserie geleverd en er was geen behoefte meer aan het bedrijfsspecifiek opbouwen van een carrosserie. Er werd geëxperimenteerd met diverse producten, zoals schoolbanken, kantoormeubilair en magazijn- en archiefstellingen, maar men is al snel overgegaan op de productie van verplaatsbare metalen scheidingswanden voor bijvoorbeeld kantoren. Het bedrijf was hierin zeer succesvol en de afzetmarkt lag niet alleen in Nederland, maar er werd ook geëxporteerd, met name naar de ons omringende landen.
Huisvesting
De Elva was gevestigd aan de Vaillantlaan 481 a en b in Den Haag, maar men had ook gebouwen in gebruik in aangrenzende straten (Gabriël Metsustraat en Frans Halsstraat), zodat er een T-vormig bedrijfspand aanwezig was. Boven de fabriekshallen woonde de familie. Er was ook nog een pand in de Zamenhofstraat, waar de metaalbewerking plaats vond.
In 1957 verhuisde de Elva naar een nieuw gebouw in de Binckhorst aan de Zonweg 59.
Bij de verkoop in 1971 vond integratie plaats met de activiteiten van Interwand in Eibergen en werd dit pand verlaten. De activiteiten werden toen vanuit Den Haag, waar toen 75 mensen werkten, verplaatst naar Eibergen.
De gebouwen rond de Vaillantlaan zijn inmiddels afgebroken en vervangen door nieuwbouw. Het pand in de Binckhorst staat er nog wel en hier heeft onder meer (de eigenzinnige) Rita Verdonk haar kantoor. De cirkel is weer gesloten.
Ton Schilperoord