Haagvaarder 39 (hoofdartikel)
Kamer van Koophandel Haaglanden
150 jaar in beweging
Een aarzelende start
De oorsprong van de Kamer van Koophandel ligt bij een verzoek uit 1853 van de Haagse afdeling van de Vereeniging ter bevordering van Fabrijk- en Handwerknijverheid aan de Gemeenteraad. Na eerdere beraadslagingen over dit onderwerp eind 1851 had de Raad besloten dat Den Haag geen Kamer behoefde. Men achtte de handel en industrie van te geringe betekenis in vergelijking met andere steden. In Delft was men er overigens in 1851 wel toe overgegaan om een Kamer op te richten. Dit terwijl de nijverheid daar op dat moment van minder betekenis was dan in Den Haag. Het verzoek van 1853 bracht de Haagse Raad op andere gedachten en zij stemde op 22 maart alsnog in met de oprichting. Beide Kamers zouden uiteindelijk in 1996 samen de Kamer van Koophandel Haaglanden vormen.
Verkeersproblematiek
De Kamer hield zich in de loop van de afgelopen 150 jaar met vele zaken bezig. Eén wordt er hier als voorbeeld voor het voetlicht gebracht. Het meest belangrijke en steeds terugkerende onderwerp was en is de verkeersproblematiek. De bereikbaarheid voor de steden en hun bedrijven stond en staat nog steeds centraal. Aanvankelijk ging het hierbij om het vervoer over water, het distributienetwerk bij uitstek van de 19de eeuw. Zowel in Den Haag als Delft speelde het niet meer toereikende grachtenstelsel het vervoer parten.
De steeds groter wordende schepen – in lengte en in diepgang – en de drukkere vaart op de binnensteden leidde tot opstoppingen in de grachten. Voor de Haagse stadsgrachten werd zelfs een specifiek schip ontwikkeld, dat laag genoeg was om onder de Wagenbrug door te kunnen. Het was, de inmiddels bekende, Haagvaarder of Hagenaar. Bij Delft werden de grote schepen met bijvoorbeeld bakstenen overgeladen op deze kleinere vaartuigen.
Belangrijk was ook de vaartverbetering van het Rijn-Schiekanaal, die na jarenlang touwtrekken van onder meer de beide Kamers, uiteindelijk aan het eind van 19de eeuw gerealiseerd werd. Ook de aanleg van havens, de Scheveningse haven en de Laakhaven, waren discussiepunten. Aanvankelijk stond de Haagse Kamer sceptisch tegenover de aanleg van deze laatste haven. Men onderkende het belang voor de industrie niet en vond de plannen te groots.
Versnelling
In 1924 maakten de beide Kamers deel uit van een commissie voor de aanleg van een vliegveld tussen beide steden. Een enquête onder Kamerleden maakte duidelijk dat een grote meerderheid deze ontwikkeling noodzakelijk achtte. Het zou nog jaren duren voordat vliegveld Ypenburg daadwerkelijk gerealiseerd werd. Dit is één van de eerste concrete voorbeelden van een samenwerkingsverband tussen beide Kamers.
Het toenemende verkeer op de weg werd in de 20ste eeuw een thema dat regelmatig op de agenda van beide Kamers prijkte. Eén vervoermiddel had en heeft de speciale aandacht, namelijk de trein. Is het in de 19de eeuw Delft dat probeert een reguliere halteplaats te worden, de volgende eeuw blijft de trein om aandacht vragen door aanleg van een viaduct en inmiddels is al sprake van een Delftse tunnel. Recenter probeerde Den Haag een volwaardige halteplaats te worden voor de HSL. De Kamer besteedde er veel tijd aan en lanceerde haar ideeën in een brochure getiteld Den Haag aan de lijn.
Volop in beweging
Nog steeds staat de bereikbaarheid hoog op de agenda van de Kamer. Dichtslibbende toegangswegen rond de steden vragen om nieuwe oplossingen. Voor de verbetering van het openbaar vervoer wordt er druk gelobbyd voor een Randstad-ring van super snel openbaar vervoer en een dicht netwerk van openbaar vervoersverbindingen. Voor de auto wordt gepleit voor transferia en de uitbreiding en verbetering van het wegennet. De Kamer van Koophandel Haaglanden blijft volop in beweging.
Koos Havelaar
Bronnen/literatuur:
- Archief Kamer van Koophandel Delft, bnr. 165. (DGA)
- Ch.A. Chocheret, Kamer van Koophandel en Fabrieken voor ‘s-Gravenhage, Den Haag 1953
- Jaarverslag 2002 Kamer van Koophandel Haaglanden
- J.F.L.M. Simons, Bedrijvigheid voor bedrijven. Zeventig jaar Kamer van Koophandel Den Haag 1922-1992, Den Haag 1992.