Haagvaarder 23 (hoofdartikel)
De Antagonist
Een bijzonder stoomgemaal in Leidschedam
Komende uit de richting Stompwijk passeert men even voorbij de gemeentegrens met Leidschendam aan de rechterhand een curieus gebouwtje met de al even opmerkelijke naam: de Antagonist. Bij nadere inspectie roept het vragen op: Waarom staat het daar, hoe. oud is het, wat zou er binnen staan en waarom heeft het die vreemde naam ?
Molens
Bijna 150 jaar stonden hier drie molens die het waterpeil in de polder regelden. De molens regelden sinds 1736 de waterstand in de Starrevaartpolder en sinds 1758 in de aangrenzende Damhouderpolder die toen nog de naam Duyvenvoordens polder droeg. De polders werden samengevoegd tot de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder begrensd door de Vliet, Knipsloot, Stompwijksevaart en Starrevaart. Bemaling was nodig vanwege het eeuwenlang uitvenen van de gebieden waardoor zij voortdurend onder water kwamen te staan.
Tot 1882 verrichtten de drie molens hun taak. Toen werden zij afgebroken om plaats te maken voor een modern stoomgemaal. Het gebouw kwam te liggen in de zuidoosthoek van de polder aan de Stompwijksevaart schuin tegenover de drie nog steeds bestaande molens van de Driemanspolder.
De Antagonist
Naast het gebouw voor het stoomgemaal werd een steenkolenbergplaats en een machinistenwoning gebouwd. Op de voorgevel van het stoomgemaal kwam de naam ‘Antagonist’ te staan afgeleid van het Griekse ‘agon’ (strijd). De Antagonist werd zo de tegenstander of bestrijder van al het water dat de polders voortdurend bedreigde. Op 15 augustus 1882 nam het stoomgemaal de taak van de afgebroken molens over. De aannemer had “het werk met zoodanigen spoed moeten voortzetten dat de ketel en bijhooren voor of op den 15 Mei 1882 gesteld kon worden” en “het gebouw den 1 Juli 1882 onderdak en glasdigt zou zijn, teneinde de machine te kunnen stellen’.
Die taak zou het stoomgemaal zo’n kleine 50 jaar verrichten. Toen moest deze stoommachine op zijn beurt plaats maken voor een moderne dieselmotor van het merk Crossley. Belangrijke drijfveer om de stoommachine te vervangen waren vooral de veel lagere exploitatie kosten die een belangrijk effect zouden hebben op de polderlasten.
Van belang was ook, aldus de N.V. Crossley Motoren, dat “met een eigen krachtwerktuig en een voorraad brandstof voor een jaar, die zich gemakkelijk in een kleine ruimte laat opbergen, men niet meer onderworpen is aan de willekeur van werklieden bij stakingen, uitsluitingen of andere sociale troebelen”. Het was niet onlogisch dat de firma hierbij stilstond want in de jaren dertig kreeg men te maken met een sterke economische terugslag, die samen ging met grote werkloosheid en veel sociale onrust.
Crossley motor
Om toekomstig problemen te voorkomen werd een burenverhoor gehouden: “Blijkens het ingekomen proces verbaal van het gehouden burenverhoor, is door niemand bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding van nagemelde inrichting ingebracht …”. Waarna tot plaatsing kon worden overgegaan van een Crossley horizontale compressorloze Dieselmotor installatie van 95 PK normaal en 105 PK maximaal bij 195 omwentelingen p/min, type 0 126 met een direct gekoppelde lagedruk centrifugaalpomp met een opbrengst van 55 m3 p/min. Bij een opvoerhoogte van 4,40 m. Het geheel voor de som van ƒ 16.585,-. De pompinstallatie werd geleverd door de N.V. Machinefabriek Gebr. Stork te Hengelo.
Tevredenheid
Men was bijzonder tevreden over de nieuwe motor. Op 27 januari 1932 zond het polderbestuur een ’tevredenheidsbetuiging’ toe aan N.V. Crossley Motoren. Die tevredenheid is voor te stellen. Ook nu nog, bijna 70 jaar later, voldoet de machine en oogst hij bewondering door zijn robuuste en blinkende uiterlijk. Hij lijkt onverslijtbaar en met zijn vele draaiende en bewegende onderdelen en de omhoog borrelende oliebelletjes in de peilglazen blijft hij een bijzonder industrieel erfstuk. Het is te hopen dat hij zijn strijd tegen het water nog lang mag uitoefenen!
drs. Loes Noordhoff-Baas
Literatuur en bronnen:
- F.H.Chr.M. Dauns, J.D. de Kort SR. (red.), Over, door en om de Leytsche dam. Geschiedenis van een gouden gemeente, Leidschendam 1988, p.63.
- Archief Rijnland. Hoogheemraadschap Rijnland. Archief van de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder, 1627-1959 (166 en 170).