Haagvaarder 19 (hoofdartikel)
Oude wijn in nieuwe zakken, Nieuwe reclamezuilen in Den Haag
Dit najaar verdwijnt een deel van het oude Haagse straatmeubilair; 54 betonnen reclamezuilen (‘peperbussen’) daterend uit de jaren vijftig en later worden vervangen door 35 nieuwe. Zes oudere gietijzeren peperbussen blijven staan. Zij worden als sieraad voor de stad beschouwd en vormen een belangrijk onderdeel van het Haags industrieel verleden. Dat deze zuilen niet allemaal verdwenen zijn, is te danken aan hun lucratieve tweede functie als reclamezuil.
Transformatorzuil
Oorspronkelijk waren de peperbus en niet als reclamezuil bedoeld. Het waren transformator zuilen, die de hoge spanning vanuit de centrale omzetten in een lage spanning geschikt voor huizen huiselijk gebruik. De functie van de zuilen werd geleidelijk overgenomen door de transformator huisjes. Als reclame drager waren ze inmiddels onmisbaar.
Een noodzakelijk kwaad
De directeur van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting worstelde met het dilemma van inkomsten versus stadsbeeld. Hij schreef in 1934 dat “reclame nooit een verfraaiing van de stad is. .. zeker niet van plakreclames op zuilen welke op zichzelf beschouwd reeds afschuwelijk leelijk zijn…” Maar hij zag ook dat “het zakenleven nu eenmaal behoefte had aan een zekere hoeveelheid reclame.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en wanneer de overheid niet medewerkt zal de zucht naar reclame zich een anderen uitweg zoeken en dan waarschijnlijk op een nog minder gewenschte immers minder geordende wijze”. Regulering van een noodzakelijk kwaad dus.
De exploitanten
In Den Haag pachtte de firma NV Remaco in de jaren 20 en 30 zo’n 95 zuilen en 30 borden voor een bedrag van ƒ 15.000,- per jaar dat het bedrijf in 1944 failliet ging. Dit kon gebeuren omdat de bij ” Remaco geïnteresseerde Duitschers na Dolle Dinsdag met medeneming van het kapitaal de vlucht hadden genomen”. De bedrijfsleider, de heer P.J. van Puffelen, zette de plakactiviteiten onder eigen naam voort. Het College rook echter nog meer geld toen ze vernam dat de gemeente Amsterdam het bedrijf Publex 65 % van de maandelijkse huuropbrengt liet betalen met een minimum van ƒ 2000,- per maand. De dienst Stadsontwikkeling was genoodzaakt hard te onderhandelen en voorwaarden te hanteren, zoals de firma Publex kende. Van Puffelen moest in 1947 een soortgelijk contract slikken als Publex in Amsterdam had: 50% van de maandelijkse bruto huuropbrengst met een minimum van ƒ 2000,- per maand vloeide naar de gemeentekas. De dienst S en V verdedigde zich voor het lagere percentage met het argument dat er naast van Puffelen nog twee andere plakkers werkzaam waren, terwijl Publex in Amsterdam het ‘plakmonopolie’ had. Publex is inmiddels ook actief in Den Haag; dit bedrijf exploiteert abri’s en binnenkort ook de nieuwe reclamezuilen. De naam van Puffelen is nog steeds terug te vinden op Haagse reclameborden.
Weerstand in 1998
De reclamezuil was dit jaar onderwerp van discussie in de Welstandscommissie. Men vond dat er al te veel objecten in de openbare ruimte stonden. Bovendien bleek het te kostbaar en eigen Haags model te laten ontwerpen en moest gekozen worden uit de minder geslaagde modellen van exploitant Publex. Maar… de nieuwe zuilen komen er toch. Ook nu spelen de inkomsten een rol.
Behoud
De SHIE heeft bezwaar tegen het vervangen van alle zuilen uit de jaren 50, die specifiek als reclamezuil werden ontworpen. Niet alleen de oudste gietijzeren zuilen hebben een industrieel monumentale betekenis. Ook de uit de jaren 50 stammende zuilen hebben een (bedrijfs- en reclame) historische waarde, juist op de plek waar ze nu staan. Als representatieve voorbeelden stelt de SHIE voor om met name de zuilen aan de:
- Loosduinsekade/Apeldoornselaan;
- Slachthuislaan;
- Soestdijksekade (bij de Driebergenstraat);
- Almeloplein;
- Beatrixlaan
te renoveren en te behouden. Deze zuilen staan op een markante plaats waar in de toekomst niet veel zal veranderen aan het straatbeeld. De zuilen passen daar in en zijn makkelijk te behouden. Het zijn karakteristieke betonnen zuilen met een ronde knop op de hoed. Een vorm die refereert aan de ijzeren transformatorzuilen.
Emiliet Albers
Bronnen:
- Archief Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, bnr. 347, inv.nr 342 (HGA)