In 1840 start het met een houten aakje voor aardappelentransport vanuit Batenburg aan de Maas naar Den Haag. Daar zal het bedrijf zich tot 1965 staande weten te houden.

Historisch overzicht

1840  Francis van Zaalen, roepnaam Cis, begint, 22 jaar oud, in Batenburg (aan de Maas) met een houten aakje zijn aardappelhandel. Aan beide oevers van de Maas tussen Venlo en Zaltbommel worden de aardappelen geladen. Daarna vaart hij naar klanten in Den Haag.
1850  Cis trouwt op 32-jarige leeftijd met de 11 jaar jongere Maria de Swart en ze verhuizen naar Den Haag om van daaruit de aardappelhandel voort te zetten. Ze openen ook een winkel. Echter, Maria is in hun winkel niet opgewassen tegen de handigheid van sommige Haagse vrouwen waarop ze zich in Appeltern vestigen, een dorp naast Batenburg.
1858  Inmiddels is Maria volwassener geworden en het stel verhuist weer naar Den Haag waar ze een kruideniers- en manufacturenzaak openen. Maria verkoopt daar de Gelderse waren zoals aardappelen, hammen, eieren, enz. die haar man naar Den Haag vervoert.
1867  De in 1855 geboren zoon Gijsbertus Carolus, roepnaam Karel, vaart voor het eerst mee op de schuit van zijn vader. Vader en zoon varen samen tot 1880.
1885  Karel trouwt met Wilhelmina Wubben en haar vader heeft als eis dat Karel stopt met varen. Karel vestigt zich definitief in Den Haag en neemt het bedrijf over en geeft het zijn eigen naam: Aardappelhandel G.C. van Zaalen. Karel importeert inmiddels aardappelen vanuit Duitsland en Frankrijk. Hun eerste zoon wordt geboren: Franciscus, roepnaam Frans. Hij zal in 1925 met zijn broer Kees het bedrijf overnemen.
1886  Het bedrijf verhuist naar de Hekkelaan en een jaar later naar De Nieuwe Haven naar een pakhuis met bovenwoning. Het is hier dat door de buren voor het pakhuis een erepoort wordt opgesteld bij gelegenheid van de aankomst van het eerste ijzeren scheepje dat door eigenaar Karel van Zaalen is genaamd “Deus Providebit” (De Heer zal voorzien). Er komen de nodige Hagenezen kijken naar het ijzeren schip, want hoe kan een ijzeren schip blijven drijven.
1900  Zoon Frans treedt toe tot de zaak.
1901  Vanwege de aanstaande demping van De Nieuwe Haven verhuist het bedrijf naar de Z.O.-Binnensingel 54, nu de Uilebomen.
Qua aardappelrassen verkopen ze voornamelijk Jammen, daarnaast Blauwen en Bonten. De Jammen worden op een moment vervangen door de Eigenheimers. Verder zijn er nog de goed smakende rassen als Zeeuwtjes en Bravo’s.
1905  Zoon Cornelis, roepnaam Kees en geboren in 1890, is nu 15 jaar oud en begint na thuiskomst uit school met het rondbrengen van de bestellingen en treedt zo ook toe tot de zaak.
1908  Tijdens de aardappelschaarste worden er ook zandaardappelen uit Drenthe aangevoerd.
1910  Het assortiment wordt uitgebreid met fruit, stapelgroente, zuurkool (de Nijs) en conserven (Beverwijk en Hoogenstraaten). Omdat de groothandel in groente, fruit en aardappelen zich concentreert in de buurt van de Noordwal wordt er daar een pakhuis gekocht. Tot 1923 woont Frans daar. In 1930, na de opening van de nieuwe Groente- en Fruitmarkt aan de Marktweg, wordt het pand verkocht aan stalhouderij Van der Lans. In die tijd hebben ze ook een pand in de Marcelisstraat om de klanten in Scheveningen gemakkelijker te kunnen bedienen. Als filiaalhouder is Piet Wildenberg in functie.
1911  Kees reist voor het eerst voor de inkoop van aardappelen naar Saksen, Thüringen, West- en Oost-Pruisen en is vijf maanden onderweg. Tussen 1921 en 1931 volgen er inkoopreizen naar Denemarken, Frankrijk, Italië en Polen.
1912  De eenmanszaak omgezet in een N.V. De aardappelen worden per schip en spoorwagon vanuit het land aangevoerd. Ook vanuit de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, West-Brabant, Friesland en in afnemende mate, in de tijd van de vroege aardappelen, uit het Westland en Noord-Holland.
1923  De eerste Spijker vrachtauto aangeschaft, met volrubberbanden, laadvermogen ca. 3 ton, voor de prijs van f 4700,–. Daarna volgen successievelijk Chevrolets en zijn er in 1931, nadat het laatste paard is verkocht, 7 Chevrolets in gebruik.
1925  De zaak overgenomen door de broers Frans en Kees.
1931  Vanwege regeringsmaatregelen in het kader van de Landbouwcrisiswet is het niet meer lonend om bij schaarste in het buitenland te kopen. Er moet een heffing worden betaald van 3 cent per kg en dan te weten dat de prijs van aardappelen onder normale omstandigheden tussen de 3 en 8 cent per kilo beweegt.
1940  100-jarig bestaan van de aardappelhandel.
De tweede wereldoorlog is voor de zaak zeer ingrijpend. In de zomer en het najaar van 1940 worden er twee van de vier vrachtwagens door de Duitse bezetter gevorderd. De overige twee worden bij gebrek aan benzine verkocht. Voor de bezorging schakelt men weer over op paardentractie. Doordat er nog drie sleperswagens als lorrie in gebruik zijn, is de omschakeling enigszins gemakkelijk.
Najaar 1940  De aardappelhandel centraliseert zich en komt onder auspiciën van de V.B.N.A. (Vereniging Behartiging van de Nederlandse Aardappelhandel) door plaatselijke combinaties van grossiers gevormd. Deze combinaties verzorgen de aanvoer, opslag en de distributie in de steden. Frans en zijn zonen Karel en Leo en de zoon van Kees, Domien, functioneren als depotleider of controleur. Kees is sinds 1939 secretaris van de V.B.N.A. Deze organisatie wordt in mei 1940 door de Nederlandse autoriteiten belast met de uitvoering van de distributiemaatregelen van aardappelen.
1942  Om de jongere firmanten Karel, Leo en Domien te behoeden voor tewerkstelling in Duitsland wordt de N.V. omgezet in een Vennootschap onder firma.
1945  Tijdens de bevrijdingsdagen eind april/begin mei 1945 worden de paard-en-wagens ook ingezet om het door de geallieerden afgeworpen voedsel vanaf renbaan Duindigt naar de stad te vervoeren.
De centralisatie van de aardappelhandel in het najaar van 1946 opgeheven en er kan weer zelfstandig worden gewerkt. Inmiddels zijn er twee vrachtwagens aangeschaft nl. een Dodge afkomstig uit legervoorraden, een Chevrolet en een DAF aanhangwagen. De paarden en wagens worden successievelijk verkocht.
1948  In het kader van de “Marshallhulp” in 1948 de derde vrachtauto, merk International, aangeschaft. De aanvoer uit de productiegebieden geschiedt nog voor een groot gedeelte per schip maar in sterke mate per vrachtauto.
1953  De watersnood van februari 1953 veroorzaakt grote veranderingen in de aardappelhandel. De versnelde aanleg van dammen en bruggen in het kader van de Deltawerken betekent het einde van het vervoer per schip.
Nu de aanvoer uitsluitend over de weg plaatsvindt is het de vraag of het vervoer door de afzender moet worden verzorgd of dat het grotendeels in eigen hand moet worden genomen. Radicaal overschakelen op aanvoer door eigen auto’s betekent grote investeringen in materieel, maar ook het aantrekken van voor dit werk geschikt personeel is moeilijk.
Al heel vroeg wordt er geëxperimenteerd met het kleinverpakkingen van aardappelen. Op eenvoudige wijze worden papieren en plastic zakjes van 2,5 kg gevuld onder het merk “Ridderzaal”. Het is een moeilijke tijd. Veel concurrentie maar ook de belangstelling van het grootwinkelbedrijf zorgde voor onzekerheid, omdat bij levering aan levensmiddelbedrijven er met verlies van bestaande klanten rekening moest worden gehouden. Bovendien gaan nu ook bedrijven in de productiegebieden zich toeleggen op het grootschalig verpakken van aardappelen. Om hieraan mee te kunnen doen zijn de noodzakelijke investeringen te groot en te risicovol.
Jaren vijftig  Inmiddels is het nodig om een en ander te reorganiseren aangezien de firma Van Zaalen en de familie Van Zaalen in elkaar verstrengeld zijn. Zo zitten de panden aan de Uilebomen en in Scheveningen nog in de onverdeelde erfenisboedel van Gijsbertus van Zaalen en Wilhelmina van Zaalen-Wubben. Inmiddels zijn ook Marie en Frans overleden en wordt de firma gevormd door Kees, inmiddels bijna 70 jaar, Karel en Domien.

Om uit de impasse te komen wordt er besloten om:
1 – de onverdeelde boedel op te delen
2 – de firma te ontbinden waarbij Karel de fruithandel gaat voortzetten en Domien de aardappelhandel.
1960  Vol optimisme beginnen de broers met hun eigen zaak. Het overlijden van Domien zijn echtgenote, Thea op 35-jarige leeftijd, is voor Domien aanleiding om de situatie opnieuw te bezien. Een aanbod tot samengaan met een groothandel in levensmiddelen biedt een mogelijkheid om de toekomst veilig te stellen. Door allerlei oorzaken blijkt dit samengaan geen succes en eind 1963 neemt Domien de aardappelhandel terug met de bedoeling om uit die zelfstandige positie aansluiting met een collega-aardappelhandelaar te vinden.
1965  Al de inspanningen leveren geen positief resultaat op en in 1965 dreigt een financieel probleem. Na 125 jaar wordt de aardappelzaak opgeheven. Met grote inspanning is het mogelijk alle crediteuren voor 100% te betalen. Het is wel tekenend voor de situatie in de aardappelhandel dat veel al lang gevestigde stadsgroothandelsbedrijven in aardappelen in de jaren 1965-1970 worden opgeheven.

 

Afbeeldingen

Locatie(s)

TitelAdres