Een handelaar in land- en tuibouwproducten besluit om zelf het transport naar Engeland te regelen en zo ontstaat een groot veerbootbedrijf, dat jaren het beeld van de Scheveningse haven en de weg er naartoe domineerde.

Historisch overzicht

Het bedrijf ontstaat uit het Im- en Exportbedrijf van land- en tuinbouwproducten onder de naam L. Remeeus N.V. en is gevestigd in Rotterdam. De producten worden met allerlei lijndiensten richting Groot Brittannië vervoerd.

1956-57  Start Remeeus met charterschepen naar Engeland via de Vlaardingse haven met voornamelijk Westlandse producten naar de haven Colchester. Dit is een getijden haven waar snel in- en uitgeladen moet worden. Op zoek naar een betere haven belandt het bedrijf in Great Yarmouth in het graafschap Norfolk. Vlaardingen was ook niet ideaal en zo komt men in Scheveningen uit en de route is zo ook het kortst.

1961  Aanvankelijk vaart het bedrijf met schepen van de Scheveningse firma De Ruiter, maar in dit jaar komt het eerste eigen schip in de vaart; de Superior Trader, een schip van 42 m en een laadvermogen van 250 ton. De naam Superior is de nieuwe handelsnaam van het bedrijf en verandert vervolgens per 15 maart 1961 in Norfolk Line. Voor retourvracht komt men uit op slachtvee. De schepen worden geladen met behulp van een lopende band, maar grotendeels met mankracht.

1963  In Rotterdam wordt met een charterde coaster een stukgoeddienst opzet.

1965  Na eerst een ligplaats aan de Dr. Lelykade te hebben gebruikt verhuist de Norfolk Line naar de oude visafslag. Hier komt het kantoor, douaneloodsen en stallen voor het vee. In dit jaar worden 45.000 slachtrunderen aangevoerd.
Ondertussen is ook het vervoer van stukgoed en tweedehands caravans vanuit Engeland op gang gekomen. De stukgoeddienst van Rotterdam komt nu ook naar Scheveningen.

1968  Er wordt gekozen voor een minder arbeidsintensieve manier van vervoer, het zogenaamde Roll-on/Roll-off systeem. De lading wordt in trailers(opleggers) aan boord gereden. Een groot verschil met voor die tijd als twee ploegen van 10 man een halve dag bezig zijn om een schip van 300 ton te laden, is het vanaf nu voor zes man een half uur werk.

1969  De Duke of Holland komt als eerste Roll-on/Roll-off-schip in de vaart. Hiervoor wordt aan N-W hoek van de eerste haven, naast de nieuwe visafslag, een speciale laad- en losbrug gebouwd. Tegelijk wordt een groot aantal trailers aangeschaft, zodat het vervoer geheel in eigen hand komt.

1972  Een tweede schip wordt aangeschaft: de Duke of Norfolk.

1973  Na opening van derde haven in dat jaar komt er een derde schip bij: de Duchess of Holland.
De snelle afhandeling in de haven en de snelheid van de schepen maakt het mogelijk om drie afvaarten per dag te doen. Naast handelswaar kunnen er ook een beperkt aantal passagiers mee.
De Norfolkline gaat over naar Unilever.
Een landingsvaartuig uit 1943 aangeschaft en omgebouwd tot Duke of Yare met beperkte lading (11 trailers), maar met hoge snelheid zodat met het schip ‘gaten’ tussen de andere afvaarten kunnen worden opgevuld.

Ca. 1975  Een zusteronderneming opgericht Zeebrugge – Chatham, de Kent Line.

1981  Dienst geopend op Middlesborough met de Duke of Yorkshire. Naast 53 trailers kunnen er ook 90 passagiers mee. Na enige jaren is deze dienst alweer gestopt.

1985  Unilever verkoopt de Norfolkline aan Maersk, een van de grootste containerdiensten ter wereld. De kleinere ferryschepen worden verkocht in ruil voor grotere, zoals de Maersk Flander en enkele charterschepen.

1986  Een jubileumjaar dat met klanten en personeel uitgebreid gevierd.

1987  Overname Laro’s BV waarmee de Norfolk Line ook koel- en diepvriestransporten kan verrichten.

1990  Omdat de haven van Great Yarmouth te klein is voor de schepen kiest men voor een andere haven, Felixstowe. (tegenover Harwich). Inmiddels zijn er vier schepen in de vaart, die een dienst van vier afvaarten per dag realiseren. Twee nieuwe grotere schepen in gebruik genomen waarmee de totale capaciteit van 362 naar 480 trailerplaatsen gaat.

1999  De Norfolkline heeft ca. 650 mensen in dienst (exclusief de chauffeurs die met de vrachtwagens het land in gaan), waarvan 300 in Scheveningen. Het totaal aantal trailers waarmee de veerdienst wordt onderhouden bestaat uit 1.800 trailers.
Er wordt vanuit Scheveningen ook nog een veerdienst onderhouden op Waterford in Ierland.

2003  Het bedrijf krijgt interesse voor een terrein in Vlaardingen-Oost. Er wordt besloten om met langere schepen van 200 m te gaan varen. Uitbreiding hiervoor in Scheveningen worden bekeken en besproken met de gemeente.

2006  Het bedrijf verhuist naar Vlaardingen, omdat in Scheveningen geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. Het laatste schip vertrekt uit de Scheveningse haven.

 

Afbeeldingen

Locatie(s)

TitelAdres

Bronmateriaal

  • Lezing T. Bronwasser, “De geschiedenis van de Norfolk Line”, Museum Scheveningen, 15 januari 1999
  • HGA, stukken betreffende Norfolk Line (D s 6 no. 5)