Haagvaarder 70 (hoofdartikel)
Boekbinderij Gimberg
“Burgemeester Bogaardt opende nieuwe fabriek in de Plaspoelpolder”: schreef de Rijswijkse Courant van 15 juli 1960. De fabriek was het nieuwe bedrijfspand van Boekbinderij Gimberg BV, die wegtrok uit de Haagse binnenstad. Wat voor werk werd er door Boekbinderij Gimberg gedaan?
Boekbinden
In de grafische industrie bevinden de boekbinders zich aan het einde van het productieproces. Nadat de drukker zijn drukwerk op grote vellen papier heeft voorbereid, is het de boekbinder die deze verwerkt tot het eindproduct (een boek of een brochure), zoals dat bij het publiek terechtkomt.
Het oude grafische handwerk, meestal individuele producties, was vroeger niet bijzonder lucratief.
In de naoorlogse jaren ontwikkelde het boekbinden, en daarmee ook het bedrijf Gimberg, zich van handwerkvak tot een bedrijfstak waarin bijna alles machinaal gedaan werd. De productie en daarmee de inkomsten gingen door het gebruik van allerlei machines snel omhoog. Veelal waren die machines van Duitse oorsprong, het wemelde in de branche van Müllers, Brehmers en Krauses. Weliswaar bleef het bedrijf altijd particulier bindwerk verzorgen, maar specialiseerde het zich toch meer en meer op het machinale brocheerwerk.
Brocheren
Brocheren is verwerken van gedrukt papier waarbij uiteindelijk een boek, tijdschrift of folder ontstaat, vaak met een nietje in de rug. Het brocheren kent enkele toegepaste technieken, waarvan Boekbinderij Gimberg zich toelegde op gehecht brocheren en garenloos brocheren. Bij gehecht brocheren worden grote vellen drukwerk (met meerdere pagina’s erop) meermaals gevouwen tot ‘katernen’, deze worden in elkaar gestoken, dan door de rug geniet, waarna de drie dichte zijkanten eraf gesneden worden: een tijdschrift. Wie in de jaren 60 in zijn diensttijd een Legerkoerier in handen had, kon er zeker van zijn dat het blad bij Gimberg in Rijswijk gebrocheerd was.
Bij garenloos brocheerwerk worden van de gevouwen vellen losse pagina´s gemaakt. Deze losse pagina’s worden gelijmd, van een omslag voorzien en daarna ‘schoongesneden’ waardoor een boek met een gelijmde rug ontstaat. ‘Vellenwerk’ werd een en ander ook wel genoemd, het over elkaar heen leggen of op elkaar leggen van de katernen aan een lopende band, werk dat voor de mechanisatie doorgaans door de dames in het bedrijf met de hand werd gedaan.
Familiebedrijf
Op 1 april 1900 richtte S.J.G. Gimberg in de Hemsterhuisstraat in Den Haag een 1-manszaak op, boekbinderij Gimberg, wellicht een ‘stoom- en elektroboekbinderij’. Het bedrijf groeide gestaag en verhuisde naar drie naast elkaar gelegen panden aan de Veenkade. In 1919 werkten er 9 mensen, die 5 elektromotoren bedienden. Zijn zoon A.B. kwam in 1925 in het bedrijf werken, en toen diens zoon A.B.H. toetrad werd de naam Boekbinderij A.B. Gimberg en Zn gevoerd.
In oorlogstijd draaide de boekbinderij door. Uit die tijd is een personeelsadvertentie bewaard gebleven waarin gezocht werd naar ‘nette meisjes’, voor de interne opleiding in de boekbinderij. Toen rond 1960 de panden aan de Veenkade te klein bleken, verhuisde het bedrijf, inmiddels een BV, als een van de eersten naar de Plaspoelpolder in Rijswijk, het nieuwe internationale industrieterrein even buiten Den Haag. Rond 1965 was het een bedrijf met 30 medewerkers. Door het ontbreken van openbaar vervoer werden de medewerkers 6 dagen per week – ook op zaterdag werd gewerkt – met bedrijfsbusjes gehaald en gebracht vanaf het Rijswijkse Plein.
Na het overlijden van A.B.H. Gimberg kreeg de vierde generatie korte tijd de leiding over de onderneming. Enkele jaren later ging boekbinderij Gimberg op in de firma Spiegelenberg, eveneens boekbinders. Daarmee kwam er een eind aan het bestaan van het 70-jarige familiebedrijf.
Simone Felten
Bronnen:
- Rijswijkse Courant, 15 juli 1660, 5e jaargang no. 28, pag. 5
- www.nationaleberoepengids.nl/Boekbinder
- nl.wikipedia.org/wiki/Boekbinden#Machinaal_boekbinden
- Het Vaderland, 20-08-1925