ALPA, fabriek van pannensponzen (1938 – 1968)

1933  Twee broers, Henk en Max Prinsen starten hun eigen bedrijf, de NV Handelsmaatschappij E.R.B., in Leidschendam. Deze Eerste Rotterdamse Betonijzerbouw handelde in beton- en balkijzer.
Ze kopen een stuk grond aan de Veursestraatweg.

1938  De broers krijgen het aanbod om een pannensponsenfabriek in Zaandam over te nemen van de joodse ondernemer Grünebaum. De inventaris van de fabriek verhuist naar Leidschendam.
Ze kiezen de naam ALPA , een samentrekking van ALle PAnnen voor hun producten. ALPA gaat van start met zes rondbreimachines.

Jaren 50  Het machinepark is uitgebreid tot 20 rondbreimachines. Er werken dan zo’n 30 medewerkers bij ALPA. Er worden ook plastic en nylon sponsen geproduceerd.
Export naar Egypte, Libanon, Cuba, Haïti en de Dominicaanse Republiek.

1955  Wilhelm Thoma treedt aan als opvolger van directeur H.P. Prinsen.

Jaren 60  Het aantal orders neemt af.

1968  Alpa sluit de deuren.

Producten

Voor de productie van pannensponsen wordt metaaldraad in zeepwater gedompeld om het wat soepeler te maken. De draad wordt daarna geplet door walsen, waarna de draad geschikt is voor gebruik op een rondbreimachine. Deze machine breit er een lange sok van, die in stukjes geknipt werd.
Thuiswerkers zorgden voor de afwerking tot sponsen.

Een ander product zijn de panlappen, geweven van koperdraad, katoendraad en jute. De geweven lappen werden dubbel gestikt tot een soort washand.