De Sierkan, melkinrichting, Berkendael, Loosduinen, ca. 1920

Dhr Stam, de Sierkan

“IJstaarten. Daar zijn wij toen mee begonnen en die vlogen weg. Ik heb toen nog in een kerstweekend 800 van die taarten moeten bezorgen. Al die melkboeren kregen een briefje mee die konden het opgeven wie een ijstaart moest. Dat liep als een trein. Elke zondag had ik er wel een stuk of 12 tot 15. En dat is dan zo typisch. Die man gaat weg en de ijstaarten zakten in. Dat was bij de Sierkan heel gek als de kwaliteit verminderde, dat hadden we bij de kaas ook, we hadden toen een goede kaasverkoper en die kaas liep als een trein bij ons – Loos was dat in de Van Galenstraat, later kwam er een vrouw – dat was mevrouw Huisman – een vriendinnetje van de directeur? – ja die had natuurlijk geen verstand van kaas en dan kreeg je mindere kwaliteit en de verkoop zakte. Dat is heel gek want De Sierkan dat was kwaliteit!”

Dhr Stoffer, de Sierkan

“Keurig netjes in het pak. Hij moest een pet op van de Sierkan en als hij bij de klant aan de deur kwam, was het handje aan de pet en ‘goedemorgen’. Dan was de man ’s middags om een uur of twee a drie klaar. Dan wist Piet, het paard, het al en mijn vader kroop op de bok en die ging zo in het hoekje zitten en die viel in slaap en Piet bracht hem wel terug. Nou en dan begon het ritueel opnieuw dan moest al het lege flessenmateriaal in een bepaalde richting van de fabriek. Daar moest schoongemaakt worden, die bussen. Eer dat die man thuis was, was het vier uur – half vijf en dan zakte hij als een kaartenhuis in elkaar”.