Als er één bedrijf is dat een stempel op een stad kan drukken, dan is het wel een ijzergieterij; als je er oog voor hebt wordt het een aardige stadswandeling.
Historisch overzicht
ca. 1830 Start van de smederij van Albertus Sterkman.
1840 Het bedrijf wordt uitgebreid met een ijzergieterij.
1846 Albertus overlijdt en zijn weduwe zet het bedrijf nog tien jaar voort.
1857 Overname van het bedrijf door de Haagse bankier F.H.M. Pino Post en de 23-jarige Cornelis Paulus Hotz, kleinzoon van de oprichter. Deze laatste voert een ijzerhandel, waarvan een deel waarschijnlijk in de ijzergieterij wordt ondergebracht.
De firma start nu met de productie van stoommachines en stoomketels.
1859 Hotz associeert zich met de kapitaalkrachtige J.J. van Coeverden, koopman in vensterglas.
1862 Bezoek Japans gezantschap aan de fabriek.
1866 De firma wordt omgezet in de Naamloze Vennootschap IJzergieterij de weduwe A. Sterman en Zoon, De Prins van Oranje. In de fabriek zijn dan ca. 400 werknemers werkzaam.
ca. 1870 In deze periode bereikt het bedrijf zijn grootste omvang met ca. 575 werknemers.
1897 Opheffing van het bedrijf.
Productie
-
kachels en ander smeedwerk
-
stoommachines
-
stoomketels
-
havenkranen
-
gietwerk, zoals bruggen, overkappingen, lantaarnpalen, pompen, brievenbussen, straatnaamborden
-
gietijzeren assen voor molens als voor schepraderen
Afbeeldingen
Locatie(s)
Bronmateriaal
- G. van Hooff, “De ijzergieterij en machinefabriek ‘De Prins van Oranje’ te ‘s-Gravenhage”, in Industriële Archeologie, jrg. 10, nr. 35 (1990), p. 50-57.
- M. Stokroos, Gietijzer in Nederland, Amsterdam 1984, p.21.
- De Nederlandsche Industrieël, 29 juni 1862, p. 3 en 5.