Hermans & Co, M.L., rijtuigfabriek (1841 – ca.1927)

1841 Mattheus Leonard Hermans (1812-1876), aanvankelijk zadelmaker, start met 6 werknemers een rijtuigwerkplaats aan de Korte Poten.

1855 Hermans trekt in de voormalige knopenfabriek van Van Maanen aan de Koediefstraat en laat dit gebouw ombouwen tot rijtuigfabriek. Op 20 september wordt de fabriek ingewijd. Het complex beslaat een grote binnenplaats waar omheen de werkplaatsen zijn gesitueerd. Er werken dan 50 mensen.

1855 Deelname met rijtuigen aan de wereldtentoonstelling te Parijs en er wordt een medaille van de 2de klasse behaald.

1860 Er werken 69 mensen in het bedrijf.

1862 Het bedrijf breidt zich uit en het aantal werknemers neemt toe tot 140.

1864 Twee stoommachines van 10 PK en 6 PK in bedrijf.

1866 Inrichting van een ‘bazar voor rijtuigen'(showroom) aan de Fluwelen Burgwal. Prins Frederik bezoekt de fabriek en bekijkt het rijtuig dat bestemd is voor de koningin van Zweden.

1870 Circa 155 werknemers.

1876  Oprichter Hermans overlijdt en de zaak wordt voorteget door twee werknemers: de boekhouder J.W. Paesie en de technisch directeur A.J. Haaxman.

1911  Haaxman overlijdt en de kleinzoon van Hermans, M. Zuur, neemt het roer over.

1916 De firma krimpt verder in en er werken nog maar 47 personen.

1917 Door schaarste aan materiaal wordt twee derde van het personeel ontslagen.

1920 Nog 16 werknemers zijn er over.

ca. 1927 Opheffing van het bedrijf.

Producten

Veel gangbare stads- en dienstrijtuigen als Coupé’s, Landauers, Victoria’s en Galaberlines. Daarnaast werden ook voor vorsten in binnen- en buitenland galarijtuigen vervaardigd

1862 Galakoets voor de keizer van Solo

1869 Gouden koets voor de sultan van Djokjakarta

1890 Gala Berline voor prins Mangko Negoror IV te Djokjakarta

1898 Crême calèche, een geschenk van koningin Emma aan haar dochter Wilhelmina t.g.v. haar kroning tot koningin

Directeuren

1841 – 1876 M.L. Hermans

1876 – ? J.W. Paesie en J.A. Haaxman