Het begon met een particulier bedrijf voor de telefoon, maar de gemeente ziet er ook wel brood in en stopt de concessie. Daarna volgen glorierijke jaren met veel inkomsten, maar uiteindelijk wordt de oorlog noodlottig voor deze gemeentelijke melkkoe.
Historisch overzicht
1883 Start van de exploitatie van de telefoondienst door de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij
Een abonnement in de beginjaren kost 118,- en dienst vertoont veel mankementen. De toename van het aantal abonnees verloopt uiterst traag. Onzekerheid over het verlengen van de concessie maakt dat het bedrijf terughoudend is met de ontwikkeling van het telefoonnet.
1901 Het abonneebestand is gegroeid tot 1.490.
1901 Na heftige discussies, gestart vanuit het bedrijfsleven, neemt de gemeente het besluit de exploitatie over te nemen
7 juli 1902 De gemeente wordt door het Rijk een vergunning verleend voor de aanleg en exploitatie van de Gemeente-Telephoon voor 25 jaar.
Er wordt een bovengronds leidingennet aangelegd met telefoonpalen, -torens en stellingen op openbare gebouwen met in totaal 3.500 dubbele draden naar de centrale.
1 juli 1903 Begin van de exploitatie van de Haagse Gemeente-Telephoon in de telefooncentrale aan de Hofstraat met een centrale van de firma Ericsson (centraal batterijsysteem) voor 3.450 nummers. Het ontwerp van het gebouw was van de gemeentearchitect A. Schadee. De exploitatie start met ruim 2.000 abonnees.
1909 Een tweede telefooncentrale aan de Cornelis Jolstraat80 komt in dienst.
1909 Aanleg van de eerste ondergrondse kabels. Het aantal aansluiting bedraagt 6.612.
1911 Grond aangekocht in het Kleine Veentje voor de bouw van de grote telefooncentrale Marnixstraat.
1912 De gemeenteraad besluit tot invoering van automatische telefonie.
1916 De nieuwe centrale Marnixstraat wordt in gebruik genomen.
1916 Op voorstel van de gemeenteraad komt er een gemeentelijke ‘electrische klokkendienst’. als onderdeel van de Gemeente Telefoon.
1920 De eerste (neven)centrale in Scheveningen aan de Cornelis Jolstraat wordt vervangen door de centrale aan de Kerklaan met automatische telefooncentrales.
De eerste stadsklokken verschijnen op straat.
1922 De eerste centrale aan de Hofstraat omgebouwd voor automatische telefooncentrales.
1924 Uitbreiding van de concessie met het gebied van het in 1923 geannexeerde Loosduinen.
Ingebruikname van een nieuwe telefooncentrale, de vierde, aan de Koningin Sophiestraat. Het gebouw is een ontwerp van gemeentearchitect D.C. van der Zwart.
De oude centrale aan de Hofstraat is als laatste geautomatiseerd.
1927 Ondercentrales t.b.v. Rijswijk in gebruik genomen aan de Jan van der Heijdenstraat en in Vreugd en Rust voor Voorburg. Tevens een ondercentrale aan de Fuchsiastraat gebouwd.
1928 Uitbreiding met een etage van de Marnixstraatcentrale. Een ondercentrale gerealiseerd aan de Duchattelstraat.
1928 Eerste proef met twee vrijstaande openbare telefooncellen, naar ontwerp van gemeentearchitect H.H. van Zeggelen, aan de Geraniumstraat en de Zijdelaan. De cellen worden in hout uitgevoerd en het onderste deel is open. Dit bezorgt de cel een bijnaam: de ’kouwebenencel’.
1930 Bouw van een ondercentrale aan de Lisztstraat in Loosduinen.
1931 Uitbreiding van het aantal telefooncellen tot 16 exemplaren. In 1940 staan er al 131 in de stad.
1932 Verdere uitbreiding complex Marnixstraat met garage, tekenafdelingen, storingsdienst, werkplaatsen en magazijn.
1931 Het totale netwerk ligt inmiddels onder de grond. Het aantal aansluitingen is opgelopen tot ca. 30.000.
jaren 30 Het Rijk wil de gemeentelijke telefoondiensten van de drie grote steden naasten. Tot dan maken deze diensten grote winsten en crisistijd zou dit de staatskas welgunstig uitkomen. Voorlopig komt men niet tot overeenstemming over de vergoeding voor de overname.
1934 Instelling van de automatische tijdmelding – de sprekende klok. Daarvoor kon men bij het inlichtingenbureau, een gratis nummer, de tijd vragen.
1935 Ir. Neher wordt directeur van de gemeente telefoondienst.
1937 Instelling van de weerberichtendienst.
1938 Instelling van een dienst verkeerssignalering, onderdeel van de Telefoondienst, die in 1952 overgaat naar het Gemeentelijk Gas- en Electriciteisbedrijf.
1939 Nieuw gebouw aan de Perponcherstraat met een overbrugging over de straat.
15 september 1940 Op last van de Duitsers worden de telefoonnetten van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam genaast door de overheid. De PTT beschikt dan over een landelijk netwerk inclusief de grote steden.
Het aantal aansluitingen in Den Haag bedraagt dan 42.049.
1958 Ingebruikname nieuwe telefooncentrale Marnixstraat-De Constant Rebecquestraat. Complex is nog gebouwd onder verantwoordelijkheid van Gemeentewerken.
Producten:
telefoondienst
straatklokkendienst
automatische tijdaanwijzing sprekende klok)
telefoonradio
weerberichtendienst
verkeerssignalering
Afbeeldingen
Locatie(s)
Bronmateriaal
R. van Spronsen, “De geschiedenis van de Haagse Gemeente-Telefoon 1 juli 1903-1 oktober 1946”, Den Haag 1974 (typoscript)