Haagvaarder 123 (hoofdartikel)

Ir. J.C. Pannekoek (1888-1971), Pionier van de Zuiderzee – raadgevend ingenieur

De Grinnell, sprinklerinstallaties, Jupiterkade 1, 2017

In de zoektocht naar informatie over de recente industriegebieden en interessante Post65 architectuur, dook een bijzonder dossier op handelend over ir J.C. Pannekoek en zijn bijzondere kapconstructie. In Den Haag is de constructie meerdere keren toegepast. Vandaar een nadere kennismaking met deze Haagse ingenieur en zijn spraakmakende dakconstructie uit de jaren 50.

Rijkswaterstaat en spoorwegen

Ir. J.C. Pannekoek is afkomstig van Schouwen-Duiveland en strijkt in 1914 neer in Den Haag. Hij is dan werkzaam als technisch ambtenaar bij de Raad van Toezicht van de Spoorwegen. In 1919 is hij één van de zeven ingenieurs van de nieuw opgerichte Dienst der Zuiderzeewerken. Hij zou een rol gaan spelen bij de bouw van de sluizen bij Den Helder en de Afsluitdijk. Hij wordt wel aangeduid als de ‘Pionier van de Zuiderzee’. Na deze pionierstijd keert hij terug naar Den Haag en treedt in dienst bij Rijkswaterstaat bij het ‘bureau bruggen’. Na een project als adviseur in 1937 in Mexico vestigt hij zich definitief in zijn woning aan de Pioenweg in Den Haag. In 1943 neemt hij ontslag bij Rijkswaterstaat en start aan huis een adviesbureau.

De Pannekoekconstructie

In januari 1949 heeft Pannekoek een overleg met de Haagse wethouder Economische Zaken over ‘fabrieksbouw’. Tijdens dit gesprek moet de bijzonder kapconstructie aan de orde zijn gekomen, want in een brief van 1 februari 1949 krijgt de wethouder uitleg hierover. Voor de constructie blijkt octrooi te zijn aangevraagd met de volgende voordelen:
“ 1. de bouw wordt belangrijk goedkooper;
2. groote ruimten kunnen zonder kolommen worden overkapt, waardoor een economischer exploitatie mogelijk is;
3. het dak heeft een groote isolatiewaarde, waardoor op de kolenrekening wordt bezuinigd.”
Als bijlage zijn tekeningen meegestuurd van een textielfabriek in uitvoering in Haaksbergen en ook is een ontwerp toegevoegd voor een fabriek voor Mather en Platt (Sprinklerinstallaties) aan de Jupiterkade.

De brief vervolgt met een beschrijving van de constructie:
“… welke bestaat uit op afstanden van ongeveer 20 cm gelegen, uit hout geconstrueerde liggers. Deze liggers rusten op stalen spanten, die op hun beurt weer worden opgelegd op betonnen kolommen,… Op de liggers wordt een bebording aangebracht, waarop twee lagen ruberoid met leislag of grind. Aan de onderkant van de liggers wordt hetzij een gestucadoord plafond, hetzij een bekleeding met flexibel eternit … aangebracht. Door dit systeem wordt het gewicht van de dakconstructie zonder het ruberoid en zonder de onderbekleeding slechts 6,5 kg per m², terwijl van 1 m³ hout ongeveer 100 m² dak wordt gemaakt. Vijf of zes liggers worden met de bebording tot een geheel vereenigd en vooraf in de werkplaats gereed gemaakt.” De dakelementen van 6 bij 1,2 m kunnen in korte tijd worden gemonteerd.

Weerstand

De wethouder is enthousiast, met name over de kostenbesparing en vraagt de directeur van Bouw- en Woningtoezicht om advies. Op 10 mei 1949 volgt het rapport van de directeur inzake fabrieksbouw (dakconstructie) Pannekoek. Hierin wordt aangegeven dat er overeenkomst is met vliegtuigbouw. De minimale afmetingen zijn tot het uiterste benut, maar zorgvuldige uitvoering en controle van materialen is ook vereist. Maar…er zijn ook bezwaren. Bij industriebouw moet de levensduur langer zijn dan bij vliegtuigbouw. “Economische gezien betekent dit, dat de voordelen ..in zekere mate worden opgeheven door de hogere kosten van bovenbedoelde eisen.” De hele constructie kenmerkt zich, volgens het rapport, door geringe stijfheid, waardoor de kans bestaat op loslaten van de lijmverbindingen en daardoor de beschadiging van de ruberoid. Ook worden er hoge eisen gesteld aan het vakmanschap, zodanig …“dat de bouwvakarbeiders hieraan niet kunnen voldoen”.
“De verschillende onbekende en onzekere factoren, …, alsmede de uit het oogpunt van sterkte nodig geachte verzwaringen aan de constructiedelen, maken, dat de door Ir. Pannekoek ontworpen constructiemethode in deze vorm niet aanvaardbaar wordt geacht.” “In overweging wordt gegeven de voorgestelde constructie…niet toelaatbaar te verklaren op grond van gevaar van ernstige aard voor de gebruikers.”
Maar… de bijgeleverde tekeningen van de fabriek voor Mather en Platt zijn wel uitgevoerd voor de firma De Grinnell en daarmee werd deze bijzondere kapconstructie voor het eerst toegepast in Den Haag en staat er tot op de dag van vandaag.

Koos Havelaar

Bronnen:
Archief Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht van Den Haag, HGA, bnr. 0666-01, inv.nr. 433, 438 en 439.
Archief Dienst Stadsbeheer: Hinderwet- en Milieuvergunningen, HGA_1426-01, inv.nr. 3681.