Eerste Wereldoorlog
Het was het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, 1918. Nederland was neutraal in deze oorlog maar ondervond er wel de negatieve economische gevolgen van. Zo waren handel en scheepvaart geblokkeerd door de oorlogshandelingen van de strijdende naties, waardoor in ons land tekorten ontstonden.

Rellen
De tekorten liepen zo op, dat het hongerige volk opstandig werd. Er werd tegen de situatie gedemonstreerd, en in april 1918 liep het uit de hand. Gedurende meerdere dagen heerste er grote onrust en ontstonden er relletjes, de zogenaamde 'Hongerrellen'. Er werd geplunderd, bakkerswagens moesten het ontgelden en bij levensmiddelenzaken werden ruiten ingegooid.

Hemsterhuisstraat
Op 12 april 1918 verzamelde zich ook bij de Hemsterhuisstraat een groep opstandigen. Hun eerste doelwit was de daar gevestigde banketbakkerij van Daalhoff. De ruiten werden ingegooid, met stokken sloeg men de boel aan gruzelementen en de winkel werd geplunderd. Ook verder vonden geweld en plunderingen in de buurt plaats.

Gevolgen
De rellen leidden tot gevechten tussen demonstranten en winkeliers, straten werden opgebroken en versperd en vanuit de huizen klonken schoten. Uiteindelijk greep de politie samen met de marechaussee hard in. Na afloop van de rellen vielen 2 doden en 14 gewonden te betreuren.