Bericht 309
 
 

 

tekst op bord:

Dit pand werd in 1906 gebouw door de haarden- en kachelfabriek Jan Jaarsma. Na fusie met DRU werd het gebouw in 1936 verlaten en omgebouwd tot postkantoor.

een bericht van:

Stichting Haags Industrieel Erfgoed

locatie:

postkantoor, Fahrenheitstraat 337.

 


 

Haarden- en kachelfabriek Jaarsma

Sinds 1936 is er in het gebouw aan de Fahrenheitstraat 337 een postkantoor gevestigd. Weinigen zullen weten dat dit complex in 1906 gebouwd werd voor de haarden- en kachelfabriek van Jan Jaarsma. Het pand, ontworpen door de architect D. Oosthoek, stond toen aan de rand van de stad.

 

 

 

 

Fabriek Jaarsma, 1909.

(foto: HGA)

 

Op de foto uit 1909 is aan de erachter staande schoorsteen te zien dat dit stijlvol vormgegeven bouwwerk een heuse fabriek huisveste.

 

Van smederij naar haardenfabriek

Jan Jaarsma werd in 1843 in Friesland geboren. Als werkloos architect deed hij enige jaren werkervaring op in de kachelfabriek van zijn broer E.M. Na een 'afkoelingsperiode' van 10 jaar startte Jan rond 1895 een eigen smederij en fabriek van vulhaarden aan de N.W. Buitensingel in Den Haag. Jan overleed al in 1901, zijn zoon Nicolaas Heye (1879) volgde hem op. Onder zijn leiding werd het pand aan de Fahrenheitstraat gebouwd en in 1906 betrokken. Naast een grote machinezaal, een lak -en moffelinrichting was er een toonzaal, waar men de diverse modellen kon bewonderen.

 

Productie

Het ontwerpen van de kachels gebeurde in eigen huis: "Eerst wordt het model geboetseerd, dan gemodelleerd in hout of gips, daarna in een wit zacht metaal, dat door een kunstvaardige hand met mes en beitel wordt afgewerkt, als gold het een beeldhouwwerk"

Vervolgens werden modellen gemaakt voor de verschillende onderdelen. Het gietwerk werd verricht door de Ulftse ijzergieterij Diepenbrock en Reigers, de DRU.

 

 

 

 

 

Fabriekshal Jaarsma 1913.

(Uit: 's-Gravenhage als industriestad )

 

Het afslijpen, polijsten en verder afwerken van de gietstukken vond plaats in de fabriekshallen aan de Fahrenheitstraat. Na het polijsten volgde het lakken, "een der bewerkingen die zeker wel de meeste zorg vereischt". Nadat alle delen nogmaals geolied en gemoffeld waren, kon de kachel in elkaar gezet worden: ".. omzichtig en secuur, de schroeven, de schuiven en kleppen in den pot, de plaatijzeren mantel er omheen, het glimmende koperwerk er op." Op deze wijze werden in 1913 met 90 personeelsleden 150 haarden per week geproduceerd. De haarden vonden in binnen- en buitenland hun bestemming.

 

Handelsnaam

In 1930 werd de firma omgezet in een NV, met een maatschappelijk kapitaal van

ƒ 1.000.000,-. Er werden 300 aandelen à ƒ 1000,- uitgegeven, de directeuren Nicolaas Heye Jaarsma en Rudolf Teller kregen elk de helft. In 1936 nam de DRU de firma Jan Jaarsma over. Nicolaas Heye werd commissaris bij DRU en bleef dit tot zijn dood in 1953. De handelsnaam Jan Jaarsma, Gas-o-Jaarsma en Gasojaar bleven voor haarden in gebruik. In 1948 veranderde de naam officieel in DRU-Jaarsma.

 

Kwaliteit

De haarden uit het begin van de twintigste eeuw werden traditioneel vormgegeven en rijk versierd met koperwerk. Ze kregen namen als Hestia, Jupiter, Eros, Mars en Amor. In later jaren werd de vormgeving strakker en verdwenen deze mythologische namen.

Vanaf de jaren twintig werd de Cyclus haard geproduceerd. Met de serie Jan greep men terug naar de naam van de oprichter. Deze kachels bleven tot in de jaren vijftig in productie, de verschillende types werden eenvoudigweg oplopend genummerd.

Behalve kolenhaarden werden er ook gaskachels geproduceerd en ook kachels voor oliestook. De kwaliteit bleef onverminderd gehandhaafd, er werd gewaarschuwd tegen namaak, geadverteerd met 'vanouds Jan Jaarsma' en 'een generatie Haardenfabricage zegt niet alles, maar…' en 'Kies met kennis, kies Jan Jaarsma'.

 

 

 

 

 

 

Postkantoor Fahrenheitstraat, 2007.

 

Het pand aan de Fahrenheitstraat werd na dertig jaar kachels produceren omgebouwd tot postkantoor. Hierbij sneuvelde de toegangspoort. Toch maken zowel het uiterlijk als de historie het tot een beschermingswaardig pand.

 

 

Tot slot een drietal voorbeelden van Jaarsma haarden:

 

Eros

Deze kachel bestond uit 44 verschillende metalen onderdelen en 10 mica raampjes. In de catalogus van 1910 wordt deze haard, met een capaciteit van 200 m³ aangeboden voor de prijs van ƒ 91,-. Op de 'aschladedeur' is duidelijk de naam Jan Jaarsma vermeld.

 

 

 

 

 

 

 

Cyclus 47

De Cyclus won in de jaren 20 en 30 terrein . Deze haard met een geoctrooieerde dubbele buizencirculatie, werd meerdere malen, ook internationaal, met goud bekroond. De Cyclus 47, met een capaciteit van 150 m³ kostte in 1932, compleet geplaatst, ƒ 145,-.

 

 

 

 

 

Jan 60

Een hete-lucht haardkachel, die halverwege de jaren vijftig door DRU-Jaarsma op de markt werd gebracht. De kachel was een ontwerp van Wim Gilles. Hij streefde een sobere en functionalistische vormgeving na. In 1957 koste deze doorbrander ƒ 338,-.

 

 

 

 

 

 

 

Zie ook: www.shie.nl