//-->
|
![]() |
Prinsegracht Nog menig oudere Hagenaar herinnert zich de markt die aan de Prinsegracht gehouden werd. Lang was het een geschikte plaats, zo centraal in de stad, en de gezelligheid was er groot. Maar langzaam maar zeker slibde het centrum dicht en werd de verkeersoverlast onaanvaardbaar. Er moest een nieuw marktterrein gevonden worden.
De markt in 1938.
'Nova Zembla' Dit werd gevonden aan de Herman Costerstraat, waar een vrijliggend terrein langs de route van tramlijn 11 beschikbaar was gekomen. Aanvankelijk zou op deze plaats een kanaal tussen de Loosduinse Vaart en de Laakhaven gegraven worden, maar de gemeente kwam hiervan terug waardoor het terrein een andere bestemming kon krijgen. De marktkooplui vonden het echter maar niks. Zo zou de markt aan de toenmalige rand van de stad komen liggen dat in tegenstelling tot de gezellige binnenstad maar een kil gebied was dat de kooplui dan ook al snel 'Nova Zembla' noemden. Hiermee verwezen ze naar het barre eiland in de Noordelijke IJszee waar de wetenschappelijke expeditie van Willem Barentzs in de winter van 1596 op 1597 onder zware ontberingen overwinterde (zie onderaan deze pagina de opmerking van de heer Feenstra over het gebruik van de aanduiding 'Nova Zembla').
Herman Costerstraat De gemeente stond niet open voor de argumenten en de algemene warenmarkt verhuisde toch naar het nieuwe marktterrein aan de Herman Costerstraat. Op 16 mei 1938 vond de officiële opening plaats. Zoals de marktkooplui voorspeld hadden, was de markt op deze plaatst in het begin zeker geen succes. Bovendien brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit, waardoor er minder verkocht werd en vele kooplui als dwangarbeider naar Duitsland moesten, of onderdoken om dit lot te voorkomen. Na afloop van de oorlog kwam de handel maar moeizaam op gang mede door een gebrek aan handelswaar. In 1948 was nog maar een derde deel van de kramen bezet. Na de oorlog Maar toen kwam de kentering. Den Haag breidde uit naar het zuidwesten met verschillende nieuwe woonwijken en steeds meer mensen deden hun dagelijkse boodschappen op de 'mart', zoals dat in goed Haags uitgesproken wordt. Buurtbewoners die wat minder te besteden hadden, gingen pas aan het eind van de marktdag hun inkopen doen, want de beperkt houdbare artikelen gingen dan voor weinig geld weg. Grote aantrekking oefende de befaamde rommelmarkt uit, die een groot deel van het terrein in beslag nam. En zo had de 'mart' een functie voor de hele stad gekregen. In de straten rondom de markt kwamen steeds meer opslagruimtes voor de kooplui, en ook het aantal koffiehuizen en cafés groeide. Vanaf begin jaren zeventig begon het karakter van de markt langzaam te veranderen. In Den Haag waren steeds meer migranten komen wonen die behoefte hadden aan andere artikelen dan het bestaande assortiment en zo verschenen langzaam de etnische kooplui op de markt. Inmiddels is het aanbod werkelijk multicultureel.
Luchtfoto uit 2001
Grootste
markt Aanvulling In januari 2005 berichtte de heer Feenstra ons als volgt: De aanduiding ´Nova Zembla´ - als aanduiding voor een onherbergzame plek - was al eerder in gebruik in Den Haag. Op een andere plek. Aan het eind van de Schenkweg, waar deze uitkwam op de Schenkkade, was vroeger een overweg over het spoor richting Utrecht. Deze overweg was vaak gesloten, mede omdat het spoor daar ook wel werd gebruikt om te rangeren. Er ontstonden lange wachtrijen. Omdat het lange wachten voor de omgeving verre van aangenaam was, kreeg deze plaats in de volksmond de naam 'Nova Zembla'. Later kwam hier het Schenkviaduct en nog weer later - na de aanleg van het beruchte fietstunneltje - werd de overweg opgeheven en raakte de naam in ongebruik .
|