//-->
|
Kastanjebomen geplant Aan de statige Sophialaan zijn voor de Tweede Wereldoorlog dertig kastanjebomen aangeplant. Het jaar waarin is echter niet duidelijk. Het jaartal 1928 wordt genoemd, maar ook wordt gesproken over het planten van al volwassen bomen zo´n tien jaar later. In ieder geval hebben ze zich ontwikkeld tot prachtige grote bomen. Over aanplant meldde de heer Feenstra ons in januari 2005 als volgt: De door iepenziekete aangetaste iepenbomen aan de Sophialaan werden in 1936 omgehakt. Een foto van maart 1936 toont de kale stammen zonder takken en p een foto uit augustus 1936 zijn gazons zonder bomen te zien. Op foto's uit resp. 28 mei 1938, 13 januari 1939 en 10 oktober 1939 zijn vrij iele kastanjebomen te zien. Conclusie moet zijn: de bomen zijn vrijwel zeker in 1937 of eind 1936 geplant. Naast het onzekere moment van aanplanten, zijn de bomen echter met nog meer onduidelijkheid omgeven. Sporen in de boomschors De meeste bomen vertonen horizontale moeten in de schors. Men is het erover eens dat deze beschadigingen zijn veroorzaakt door prikkeldraad dat tijdens Tweede Wereldoorlog rond de bomen gewonden is. Maar dit feit leidt tot twee vragen: door wie is het prikkeldraad aangebracht, en waarom? Hierover doen verschillende meningen de ronde.
De kastanjes met de littekens van prikkeldraad
Wie en waarom Over het wie worden verschillende mogelijkheden gegeven: de Haagse plantsoenendienst, Haagse burgers, of de Duitse bezetter Het waarom kent ook verschillende verklaringen: om te voorkomen dat er in de bomen geklommen zou worden, of om tegen te gaan dat de bomen gekapt zouden worden. Bij de laatste vraag is weer niet duidelijk of Duitsers, of dat Haagse burgers op jacht naar brandhout, geweerd moesten worden. Opmerkelijk is dat uit één van de bronnen is gebleken (zie verderop) dat omwindsels al eerder sporen in de schors hadden achtergelaten. Deze zijn heden echter niet meer waarneembaar. Hierbij enkele verschillende opvattingen over het wie en waarom. Uit: 'Onze
Tuin' van Mies van Buuren-Kolff (ingekort) Uit: Karin
Anema, Als de bomen van Den Haag konden spreken (Den Haag 2000) De heer Feenstra (reactie januari 2005): "Dat er prikkeldraad om de jonge dunne boompjes (geplant eind 1936 of in 1937) zou zijn gespijkerd om saboteurs te weren bij inklimmen is hoogst onwaarschijnlijk. Het omwikkelen met prikkeldraad is vrijwel zeker gedaan om omzagen voor brandhout te voorkomen. Dit geldt dan voor de burgers, die dat veelvuldig deden. De Duitsers hadden zelf geen gebrek aan brandstof voor hun huizen. Blijft de vraag: "Wie voerde de omwikkeling met prikkeldraad uit?" Dit is hoogst waarschijnlijk een initiatief geweest van de gemeentelijke Plantsoenendienst, aangezien de Duitsers zich weinig bezighielden met het aanzien van straten en pleinen." Uw mening
|