Crisis
Op 24 oktober 1929 was de effectenbeurs van New York finaal ingestort. Dit had een jarenlange internationale economische crisis tot gevolg. Algemeen devalueerden de valuta zeer sterk, de werkloosheid groeide enorm, tegelijkertijd met een schrijnende armoede.

Rellen
De situatie voor velen was uitzichtloos geworden en overal ontstonden relletjes, zoals in Rotterdam en Amsterdam. Op maandagavond 9 juli 1934 sloeg ook in Den Haag de vlam in de pan. Werklozen die zich verzetten tegen het crisisbeleid van de regering, raakten op het kruispunt van de Hemsterhuisstraat en de Veenkade slaags met de motorpolitie. De motorpolitie was bewapend met revolvers en sabels, en sloegen flink op de menigte in.

Krantenverslagen
De Haagsche Courant schreef over de aanleiding van de rellen:
"nadat communistische propagandisten met opruiende manifesten gingen colporteren".

De communistische krant De Tribune bracht het volgende verslag:
"Een paar agenten kwamen met sabel en revolver in de hand die straat uit en begonnen er maar direct op los te slaan. Een man die had te kiezen tusschen sabel en het water, koos het laatste, en sprong in de diepte tot groote verbazing van het publiek. Deze snuiter kon echter verbazend goed zwemmen en was zoo weer op het drooge. Nog geen uur later of het was weer raak met de hakmachines. Een motorwagen met agenten kwam weer aangereden, en een van de agenten had zoo'n haast om te slaan, hij had nog geen tijd om te wachten tot de motor stil stond maar sprong er af en vloog gelijk een paar meter over de keien, zonde van zoo'n beestje." Na deze val ontstak het publiek in gejuich.