Bericht 304
 
 

 

tekst op bord:

Dit gebouw werd op 16 november 1912 geopend als eerste gebouwde Haagse bioscoop; eigenaar was filmpionier Willy Mullens; L. Simons was de architect. Studio sloot zijn deuren op 31 december 1990.

een bericht van:

Stichting Prototo te Den Haag

locatie:

Kettingstraat 12 B, Den Haag


Residentie-Bioscoop

Op zaterdagavond 16 november 1912 opende het eerste bioscoopgebouw van Den Haag zijn deuren in de Kettingstraat voor het publiek. Het nieuwe gebouw kreeg de naam Residentie-Bioscoop. Eigenaar was de vermaarde filmpionier Willy Mullens ( 1880 – 1953 ). Voor het ontwerp van het gebouw was de Haagse architect Lodewijk Simons verantwoordelijk. Sinds de eerste filmvertoning zijn we nu bijna een eeuw verder en het bouwwerk van Simons staat nog steeds stevig op zijn fundamenten in de Haagse binnenstad. Achter de Art Deco gevel van Simons heeft zich in 2006 en 2007 een ingrijpende verbouwing afgespeeld. De bioscoopfunctie van het gebouw is verdwenen en de verhuurder, de Geste-groep van de bekende Haagse projectontwikkelaar Gerard Stevers, gaat het gebouw een andere bestemming geven.

Hoe het begon

Toen in de bioscoop in de Kettingstraat in november 1912 de eerste film werd vertoond, stond de cinematografie in Nederland nog in de kinderschoenen. De eerste filmvertoning in Den Haag vond op 12 juni 1896 plaats in het Kurhaus in Scheveningen. Met behulp van de cinematograaf van Lumière werden enkele korte filmpjes vertoond door de Société de la Photographie Animée uit Brussel, een zogenaamde reisbioscoop. Willy Mullens en zijn broer Albert organiseerden in 1889 in Breda de eerste filmvoorstelling in Nederland met behulp van de apparatuur van de gebroeders Lumière uit Lyon. Onder de naam Albert Frères trokken de gebroeders Mullens tussen 1890 en 1907 met een eigen reisbioscoop door Nederland. In 1907 gingen hun wegen uit een. Albert begon een bioscoop in Amsterdam en Willy begon voor eigen rekening in Den Haag met geregelde filmvoorstellingen in het toenmalige gebouw van de Haagse Kunstkring aan de Heerengracht. In 1910 opende Mullens zijn eerste eigen bioscoop in een zaaltje aan de Boekhorststraat onder de naam Haagsche Bioscoop. Mullens had zoveel succes met zijn filmvoorstellingen dat hij enkele jaren later de grote stap zette om een echte bioscoop te laten bouwen. In de Kettingstraat werd de eerste Haagse bioscoop gebouwd naar een ontwerp van de architect Lodewijk Simons  (1869 – 1936 ). Simons was in zijn tijd een vooraanstaand architect. Op verschillende plekken in Den Haag zijn nu nog gebouwen die hij ontwierp te zien. Hij ontwierp onder meer het befaamde gebouw van modehuis Gerzon in de Venestraat, het gebouw aan de Plaats 20, Plein 20 en de beide gebouwen op de hoek van de Spuistraat en het Spui.

Van Residentie-Bioscoop naar Studio-Theater

De eerste film in de gloednieuwe bioscoop was ‘De Kinderen van de Generaal’ van de Deense regisseur Urban Gad. De hoofdrol in de film werd gespeeld door Asta Nielsen. Als ‘explicateur’ bij deze stomme film trad Willy Mullens zelf op. Hij had een grote naam als explicateur in Nederland opgebouwd. Bij de viering van zijn 60ste verjaardag schreef de krant 'Het Vaderland' dat Mullens: ‘door zijn ironische commentaar ook den grootste draak voor een beschaafd publiek verdraaglijk wist te maken en daardoor velen voor de film heeft gewonnen die zich anders niet in dien tijd met dit ‘volksvermaak’  zouden hebben ingelaten’.

In de nieuwe bioscoop kon men twee keer per dag naar de film: ’s middags om 14.00 uur en ’s avonds om 20.00 uur. De bezoekers van de middagvoorstelling kregen na afloop een ‘afternoon-tea’ met cake van Maison Sprecher. Op woensdag- en zaterdagmiddag waren er daarnaast kindervoorstellingen. Een kaartje voor het balkon kostte een gulden, stalles was 75 cent en parket 50 cent.  Enkele weken later werd het programma in de Residentie-Bioscoop gecompleteerd met een voorprogramma met een journaal, een lachfilm en een natuurfilm. In 1924 zette Mullens een streep onder zijn loopbaan als bioscoopdirecteur. In opdracht van de Shell ging hij naar Nederlands-Indië om daar een bedrijfsfilm te maken. Na zijn terugkomst richt hij onder meer Haghe-Film op.

Met het vertrek van Mullens komt ook een einde aan de filmvoorstellingen in de Kettingstraat. Onder de naam Cabaret Florida begint het gebouw aan een nieuw bestaan als nachtclub annex dancing. Deze muzikale periode duurde tot 1933. In het najaar van dat jaar kocht de Haagse garagehouder Aad van Tol het gebouw en liet het weer ombouwen tot bioscoop. Deze verbouwing stond onder leiding van architect Lodewijk Simons. In juni 1934 opende Studio-Theater zijn deuren. Het werd een bioscoop voor de filmkunst en de nieuwe directeur noemde de bioscoop de Uitkijk in Amsterdam als voorbeeld.

Voor de première werd de speelfilm 'Morgen begint het Leven' van de Duitse regisseur Werner Hochbaum vertoond en de korte film 'Puberté' van Han Sluizer. Puberté werd later dat jaar ook vertoond op het nieuwe filmfestival van Venetië.

Voor Aad van Tol was Studio-Theater de start van een succesvolle loopbaan in de bioscoopwereld. Hij had als zakenman goed geboerd met een bloemengrossierderij, garage en met een bedrijf in huurauto’s zonder chauffeur. Als snel kwam hij tot de conclusie dat er veel geld viel te verdienen in de filmwereld maar niet in Studio. In 1935 verkocht hij de bioscoop aan de Studio Maatschappij NV in Amsterdam. Van Tol opende in 1936 de grootste bioscoop van Den Haag, Metropole Palace aan de Carnegielaan en maakte van deze bioscoop een van de meest succesvolle van Nederland.

Naar het einde

In 1964 werd Studio overgenomen door de NV Nationale Bioscoop Onderneming in Amsterdam. Deze firma bezat in Den Haag ook de bioscopen Asta en Bijou. Na een ingrijpende renovatie begon de bioscoop aan een nieuw bestaan onder de naam Studio de Luxe. Bij de nieuwe verbouwing werd onder meer het aantal stoelen terug gebracht van 400 naar 300 en werd het balkon vergroot.  De programmering van Studio de Luxe werd een verlengstuk van de programma’s in Asta en Bijou. Befaamd werden de zondagochtendprogramma’s met natuurfilms.  Maar de onstuitbare neergang van veel Nederlandse bioscopen in de jaren zeventig van de vorige eeuw deed ook Studio de Luxe de das om. In 1976 werd de programmering korte tijd overgenomen door de West Indian Film Society met Hindoestaanse films.

 

 

 

 

 

 

 

 

De voorgevel van Kettingstraat 12B

foto: fotoburo Jos van Leeuwen

(19 september 2007)

 

Maar ook dit was maar van korte duur. In 1979 begon de voorlaatste fase van Studio. Deze keer als sextbioscoop. Onder de naam Paris 1, 2 en 3 werden er in de Kettingstraat in drie zaaltjes doorlopend seksfilms vertoond.  Deze situatie duurde tot 1987. Toen nam Gofilex het theater over. De oude naam Studio verscheen weer op de gevel en er werden weer films vertoond van het betere genre. In 1989 ging de exploitatie over in handen van Cor Koppies uit Amsterdam. Maar ook deze hield het na korte tijd voor gezien en op 31 december 1990 was het voorgoed afgelopen met Studio.  Het gebouw werd gekocht door een investeringsmaatschappij in Bussum die het verhuurde aan een Haagse horecaonderneming. In de daarop volgende periode was er onder meer een grand-cafe en een disco in het pand gevestigd.

Stichting Prototo

Dit Bericht uit de Vorige Eeuw is afkomstig van Hans Pars, penningmeester van de Stichting Prototo in Den Haag. Prototo stelt zich ten doel om de cultuur in algemene zin te stimuleren en de filmcultuur in het bijzonder. De stichting is onder meer actief met filmproducties.

  Wethouder Jetta Klijnsma (cultuur) neemt op 19 september 2007 bordje 304

  in gebruik en wordt daarbij geassisteerd door Hans Pars van Stichting Prototo.

  (foto: fotoburo Jos van Leeuwen)

 

   Zie ook bericht 005