//-->
 Bericht 303
 
 

 

tekst op bord:

Hier woonde dr. Willem Drees van 1-8-1945 tot aan zijn overlijden op 14-5-1988; hij was premier van '48 tot '58 en is een van de grondleggers van de na-oorlogse verzorgingsstaat.


een bericht van:
Stichting Willem Drees-lezing


locatie:
Beeklaan 502, Den Haag


Willem Drees en de Beeklaan 502
Van 1 augustus 1945 tot aan zijn overlijden op 14 mei 1988 woonde dr. Willem Drees aan de Beeklaan 502 in Den Haag. Het pand kreeg door zijn prominente bewoner een historische status. Het huis werd op tal van foto’s vereeuwigd, diende als achtergrond voor televisiereportages en via de voordeur betraden vele bekende en minder bekende Nederlanders het pand. Maar ook vooraanstaande buitenlandse bezoekers wisten de weg naar de Beeklaan te vinden. Zo is het bezoek dat de Amerikaanse gezant A. Harriman voor het Europees Herstel Programma ( Marshall-hulp) in 1948 aan de Beeklaan bracht, onderdeel geworden van de vaderlandse geschiedenis: “ In een land waar de premier zo eenvoudig woont, is onze hulp goed besteed’’. Na het overlijden van oud-premier Drees werd het pand aan de Beeklaan bewoond door zijn zoon mr. J.M. Drees. Deze overleed op 1 maart 2002 en sindsdien wordt de Beeklaan 502 niet langer bewoond door een lid van de familie Drees.


 

 

 

 

 

 

Drees voor Beeklaan 502, ca 1950

(foto: Haags Gemeentearchief)

 

 

Een stenograaf in de politiek

Willem Drees werd op 5 juli 1886 in Amsterdam geboren. Na de middelbare school ging hij werken op een bankkantoor. Al tijdens zijn schooltijd voelde Drees zich aangetrokken tot de stenografie en maakte hij zich het systeeem-Groote eigen. In 1906 nam hij ontslag bij de bank en richtte hij samen met een vriend een stenografisch bureau op. Al snel werd Drees stenograaf van de Amsterdamse gemeenteraad en kort nadien ook van de Tweede Kamer in Den Haag. In 1904 werd Willem Drees lid van de voorloper van de PvdA, de SDAP. De combinatie van politieke belangstelling en zijn werk als stenograaf binnen de volksvertegenwoordiging voedde zijn politieke ambities. Toen Drees in 1910 trouwde met Catharina Hent vestigde hij zich in Den Haag. In 1913 stond Drees voor het eerst kandidaat bij de Raadsverkiezingen voor de SDAP in district I, de Schilderswijk. De Haagse raadsfractie van de SDAP telde op dat moment slechts 6 leden ( op een totaal van 45 ). Pas bij de invoering van het algemeen kiesrecht in 1918 werden dat er veel meer. De stenografie bleef Drees heel zijn verdere leven beoefenen. Al zijn aantekeningen maakte hij in steno. Ook zijn autobiografie 'Zestig Jaar Levenservaring', dat in 1962 verscheen, schreef hij grotendeels in stenogram. Om zijn biografie te kunnen schrijven moest een van zijn biografen, drs. J. Gaemers, zich later het systeem-Groote eigen maken.


 

 

 

 

 

Drees bij voordeur Beeklaan 502
met collectante, juli 1949; 

foto: V.d Heuvel / HGA

 

 

Wethouder in Den Haag en Tweede Kamer

In 1919 werd Willem Drees wethouder van Sociale Zaken in Den Haag (bij die verkiezingen werden de eerste vrouwelijke raadsleden gekozen; zie 'bericht' 123). Hij vervult deze functie tot 1931. Gedurende zijn periode als wethouder ontstond de voorloper van de huidige sociale dienst: Maatschappelijk Hulpbetoon. Er kwamen tehuizen voor Ouden van Dagen, het onderscheid binnen het gemeentepersoneel tussen werklieden en ambtenaren verdween, er kwamen arbeidsbureau’s en vakopleidingen voor werklozen. In 1931 werd Drees wethouder van Financiën en Openbare Werken in Den Haag maar al vrij snel volgde de overstap naar de Tweede Kamer. Van 1933 tot 1940 was hij lid van de Tweede Kamer voor de SDAP. Als in 1939 voor het eerst in de geschiedenis twee leden van de SDAP minister worden ( kabinet-De Geer ) wordt Drees fractievoorzitter.

Tweede Wereldoorlog

Nadat de Duitse bezetters de politieke partijen in Nederland in 1940 verboden, zette Drees zijn partijpolitieke activiteiten ondergronds voort. In 1941 en 1942 werd hij door de bezetters gegijzeld in Buchenwald en in Sint Michelsgestel. In verband met zijn aangeboren maagkwaal werd hij steeds vrij spoedig weer op vrije voeten gesteld. In 1943 werd Drees voorzitter van de Politieke Contactcommissie, het ondergrondse overlegorgaan van de vooroorlogse politieke partijen. In 1944 volgde zijn voorzitterschap van de Contactcommssie Illegaliteit en werd hij lid van de zg. Vertrouwensmannen. In 1944 werkte hij aan een boek over het na-oorlogse Nederland. De tekst verscheen echter pas in 1996 onder de titel 'Op De Kentering' in druk.

Eerste socialistische premier van Nederland

Op 28 mei 1945 kreeg Drees samen met W. Schermerhorn opdracht van koningin Wilhelmina om het eerste na-oorlogse kabinet te formeren. Van dit kabinet werd Drees in juni 1945 minister van Sociale Zaken. Hij vestigde zijn ministerie in het flatgebouw aan de Zeestraat, hoek Javastraat (zie 'bericht' 121). Drees was minister van Sociale Zaken tot 1948. Gedurende deze periode legde hij onder meer de grondslag voor de latere AOW met de Noodwet Ouderdomsvoorziening. In 1948 werd hij premier van Nederland. Hij was de eerste democratisch-socialist die deze functie in ons land bekleedde. Als premier stond Drees aan het hoofd van een aantal rooms-rode kabinetten, kabinetten die steunden op samenwerking tussen de PvdA en de Katholieke Volkspartij ( KVP). Als premier van Nederland heeft Drees de democratisch-socialisten vertrouwd gemaakt met de regeringsmacht maar ook heeft hij aan de andere politieke partijen laten zien dat er met de PvdA samen valt te werken. Hiermee heeft Drees baanbrekend werk verricht in de Nederlandse politiek. Hij bleef premier van Nederland tot 1958, toen zijn vierde kabinet ten val kwam. De PvdA ging vervolgens in de oppositie.

De Nederlandse verzorgingsstaat

In de periode 1948 tot 1958 kreeg de Nederlandse verzorgingsstaat zijn grondslag. Deze verzorgingsstaat wordt gekenmerkt door zowel socialistische - als christen-democratische uitgangspunten. Drees gaf sturing aan het wordingsproces van deze verzorgingsstaat. Hij ging doorgaans zeer pragmatisch te werk als bewindsman en als politicus, maar was daarnaast op een aantal punten principieel socialistisch ( bijvoorbeeld de grondpolitiek ). Zijn spreekwoordelijke soberheid kwam ook tot uitdrukking op het gebied van de overheidsfinanciën. Drees stond, wat de rol van de staat in het maatschappelijk leven betreft, een andere visie voor ogen dan zijn navolgers in de PvdA. Hij was een voorstander van de zogenaamde waarborgmaatschappij: de overheid zal niet doen wat de burgers zelf kunnen.

 

 

 

 

 

Drees in zijn voorkamer begane
grond, Beeklaan 502, 1985

foto: ANP, Paul Stolk / HGA

 

 

Man van de Eeuw

In 1958 werd Drees benoemd tot Minister van Staat en lid voor het leven van het partijbestuur van de PvdA. Uit onvrede over de koers van de PvdA in de late jaren zestig van de vorige eeuw, zei hij in 1971 zijn lidmaatschap van de PvdA op. Hij bleef gedurende de rest van zijn leven partijloos. Dit verhindert hem echter niet om in woord en geschrift zijn mening te blijven geven over tal van maatschappelijke kwesties en onderwerpen. Bij de viering van zijn 100ste verjaardag in 1986 werd duidelijk hoeveel sympathie Drees nog genoot in Nederland. En zijn populariteit is ook na zijn dood in 1988 niet verminderd. Nog in 2000 werd Willem Drees door de lezers van de Haagsche Courant uitgeroepen tot de Man van de Eeuw.

Stichting Willem Drees-lezing

Dit 'bericht uit de vorige eeuw' is afkomstig van Hans Pars, secretaris van de Stichting Willem Drees-lezing in Den Haag. De stichting Willem Drees-lezing stelt zich ten doel om de grote betekenis die dr. Willem Drees heeft gehad voor de opbouw van de Nederlandse welfarestate in de 20ste eeuw te memoreren door jaarlijks een publieke lezing te organiseren. Met behulp van deze lezingen wil de stichting de principes van de welfarestate actualiseren en verdiepen. De stichting hoopt daarmee een bijdrage te leveren aan het waarborgen van een rechtvaardige en democratische verdeling van kennis, inkomen en macht in Nederland en daarbuiten. Verder heeft de stichting een bijzonder leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam en is zij verantwoordelijk voor de Max van der Stoel-leerstoel.