//-->
 Bericht 207
 
 

 

tekst op bord:

In de eerste helft van de 20ste euw kwamen veel venters langs de deur met etenswaren, huishoudelijke artikelen of brandstof; soms zelfs met een weegschaal voor het wegen van klanten

een bericht van:

Joop Brouwer

locatie:

rondrijdende wijkbus (mobiel bordje)

 

 

Straatverkoop

Gedurende het grootste deel van de twintigste eeuw waren venters een vast onderdeel van het straatbeeld. Ze verkochten op straat hun waren, maar ze kwamen ook aan de deur. Er werden etenswaren, huishoudelijke artikelen en brandstoffen verkocht, en flink wat venters waren actief in de dienstverlening. Een lang niet volledige opsomming van wat men in Transvaal op straat kon tegenkomen: veterverkopers, lorrenboeren, de olieman met paard en wagen die ook zand voor de kattenbak en zeep verkocht, visboeren, de eierboer, een kolenboer, aardappelverkopers, melkboeren, de scharensliep.

 

Opvallende verkopers
Opvallend was de venter zonder benen die zich met een stoeltje over straat verplaatste. In het oog sprong eveneens een Scheveningse vrouw met een grote mand vol vis. Wanneer zij haar behoefte moest doen, hurkte zij boven een put waarbij haar rokken het zicht op haar activiteit ontnamen. Levendig herinneren oudere wijkbewoners zich ook de Tranvaalse venter met het gehavende gezicht, die met een weegschaal langs de deuren kwam waarop men zich tegen vergoeding kon laten wegen.

 

 

 

 

 

 

Voorkeur voor venters
Veel bewoners kochten liever bij een venter dan in een winkel. Niet alleen waren de producten die langs de straat verkocht werden goedkoper, maar bovendien keken deze kooplui niet neer op hun klanten, wat soms wel het geval was bij winkeliers. Vaak waren venters woonwagenbewoners en maakten ze hun producten zelf, zoals borstels, kleerhangers en manden. Sommige borstelmakers trokken van stad tot stad waar ze hun borstels niet alleen aan particulieren, maar ook aan bijvoorbeeld melkfabrieken en garages verkochten. Wanneer ze langer in een bepaalde stad bleven, werden de kinderen daar tijdelijk naar school gestuurd.

 

 

 

 

Scharensliep
Tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw waren nog de scharen- en messenslijpers te zien, die men algemeen 'de scharensliep' noemde. Hun aanvankelijk eenvoudige slijpwagens hadden zich door de jaren ontwikkeld tot grotere en hogere wagens met een afdak om droog te staan. Allerlei versieringen werden er op aangebracht en men probeerde elkaar hiermee af te troeven. Tegenwoordig zijn de venters zoals hier beschreven een verdwenen groep.