tekst op bord:
In de eerste
helft van de 20ste euw kwamen veel venters langs de deur met etenswaren,
huishoudelijke artikelen of brandstof; soms zelfs met een weegschaal
voor het wegen van klanten
een bericht van:
Joop Brouwer
locatie:
rondrijdende
wijkbus (mobiel bordje)
|
Straatverkoop
Gedurende het grootste deel
van de twintigste eeuw waren venters een vast onderdeel van het straatbeeld.
Ze verkochten op straat hun waren, maar ze kwamen ook aan de deur. Er
werden etenswaren, huishoudelijke artikelen en brandstoffen verkocht,
en flink wat venters waren actief in de dienstverlening. Een lang niet
volledige opsomming van wat men in Transvaal op straat kon tegenkomen:
veterverkopers, lorrenboeren, de olieman met paard en wagen die ook zand
voor de kattenbak en zeep verkocht, visboeren, de eierboer, een kolenboer,
aardappelverkopers, melkboeren, de scharensliep.
Opvallende verkopers
Opvallend was de venter zonder benen die zich met een stoeltje over straat
verplaatste. In het oog sprong eveneens een Scheveningse vrouw met een
grote mand vol vis. Wanneer zij haar behoefte moest doen, hurkte zij boven
een put waarbij haar rokken het zicht op haar activiteit ontnamen. Levendig
herinneren oudere wijkbewoners zich ook de Tranvaalse venter met het gehavende
gezicht, die met een weegschaal langs de deuren kwam waarop men zich tegen
vergoeding kon laten wegen.
Voorkeur voor venters
Veel bewoners kochten liever bij een venter dan in een winkel. Niet alleen
waren de producten die langs de straat verkocht werden goedkoper, maar
bovendien keken deze kooplui niet neer op hun klanten, wat soms wel het
geval was bij winkeliers. Vaak waren venters woonwagenbewoners en maakten
ze hun producten zelf, zoals borstels, kleerhangers en manden. Sommige
borstelmakers trokken van stad tot stad waar ze hun borstels niet alleen
aan particulieren, maar ook aan bijvoorbeeld melkfabrieken en garages
verkochten. Wanneer ze langer in een bepaalde stad bleven, werden de kinderen
daar tijdelijk naar school gestuurd.
Scharensliep
Tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw waren nog de scharen- en
messenslijpers te zien, die men algemeen 'de scharensliep' noemde. Hun
aanvankelijk eenvoudige slijpwagens hadden zich door de jaren ontwikkeld
tot grotere en hogere wagens met een afdak om droog te staan. Allerlei
versieringen werden er op aangebracht en men probeerde elkaar hiermee
af te troeven. Tegenwoordig zijn de venters zoals hier beschreven een
verdwenen groep.
|